
Tijd voor zorgzaamheid
Een verslag van de reflectiedag op 12 juni 2022 door Etcetera x NTGent
Mara Matthyssens
‘Lulu’ © B. Uhlig / De Munt
Mitch Van Landeghem voor Etcetera Live (in reactie op Kleine éloge van het repertoire van Rudi Laermans, maart 2019)
allereerst ben ik blij
ik ben blij dat er lofredes voor het repertoire gehouden worden
zoals Rudi Laermans dat doet met zijn ‘Kleine éloge van het repertoire’
ik ben zelf maker en speler
op het moment van schrijven ga ik over zes dagen met drie andere makers-spelers in première
met ons versie van Who’s afraid of Virginia Woolf? van Edward Albee
die we maken met z’n vieren
vanuit een liefde voor spelen en een liefde voor dit stuk
ik breek dus maar al te graag een lans voor repertoire
zij het wel: één te breken voor repertoire
als werkmateriaal
Rudi Laermans breekt zijn lans voor het repertoire omwille van een conservatief idee
een idee waar we intussen aan voorbijgegaan zijn geloof ik
en dat is goed
repertoire bestaat denk ik niet louter bij gratie van vaste spelersensembles
met een metiergedreven opvatting van acteren
alsof de ambacht van het uitvoeren
de enige verantwoordelijkheid van de toneelspeler is
er wordt gesproken over ‘de vindingrijkheid van de regisseur’
en ‘de dwangbuis waaruit de acteur moet ontsnappen’
alsof de uitvoerder de levenloze tong is
die spreekt wat hem door de regisseur geniaal wordt ingefluisterd
dat is in veel gevallen waarschijnlijk waar
maar ik wil mijn repertoirelans om een andere reden breken
net zoals we voorbij zijn
aan de idee van actief spelerschap versus passief toeschouwerschap
daar kom ik straks nog op terug
zijn we geloof ik intussen ook wel voorbij aan ‘de marionetacteur’
de speler beslist ook
de speler maakt ook
de speler kan niet ontkennen dat hij creëert
dat hij stem heeft en geeft
standpunt inneemt
er bestaat niet zoiets als ‘gewoon spelen’
natuurlijk wil ik de positie en het belang van de regisseur niet ontkennen
allesbehalve
maar krijg sommige zinnen uw mond maar eens uit
zinnen van vierhonderd jaar oud
‘repertoire leeft van de gaping tussen heden en verleden
een temporele knoop die niet ontward
maar in elke regie opnieuw gelegd moet worden’
staat er in de éloge
dat vind ik prachtig
maar die knoop wordt niet alleen door de regisseur gelegd
die knoop wordt ook door de tong van iedere acteur iedere avond opnieuw gelegd
want zijn confrontatie met een geschiedenis aan opvoeringen
invullingen vormgeving virtuositeit
is vooral ook een confrontatie met een geschiedenis
maar goed
waar het vandaag misschien vooral over gaat
over moet gaan
is dat ook bij ons één ding zeker bleek
wij hebben serieus wat moeten omploegen in de tekst van Albee
en vertel dat alstublieft niet verder aan het auteursbureau
of ze gaan hem eigenhandig omkeren in zijn graf
wij kiezen ervoor dit verhaal opnieuw te belichamen
te herlezen hervertolken herinterpreteren inderdaad
hen die het kennen eraan te herinneren
en hen die het niet kennen het te vertellen
en ons als spelers te wentelen in die zalige opportuniteit
om een rol die al zo vaak door zoveel mensen is gespeeld
nu van ons te maken
want al zijn er al meer Martha’s, George’s, Nick’s en Honey’s geweest
dan slechte klimaatministers
die vier werden al belichaamd door zovelen
maar zoals het gezegde gaat
nog niet nu en nog niet door u
maar
dat is naast een spelersopportunisme
slechts één kant van de medaille
ik geloof dat zoveel repertoirewerken
waaronder Albee’s drankorgie
een kern bezitten die van een schoonheid is
dat ze iedere temporele kloof overbrugt
wat die kern is is relatief en misschien zelfs veranderlijk
wij hopen uit Virginia Woolf een ode aan de verbeelding te tillen
bijvoorbeeld
alleen blijkt wanneer we repertoirewerken lezen door de bril van vandaag
of vandaag zonder bril wat je het liefste hebt
dat die kern vaak overwoekerd is
door de tijd
door ideeën van vroeger
door de afdruk die we achterlaten in het laken
nadat we zijn wakker geschud en opgestaan
met wat er tegenwoordig aan xenofobe, racistische, mysogene, discriminerende tekst
uit repertoirestukken wordt geschrapt
kunnen we gemakkelijk een voorstelling maken van zo’n duur
dat Fabre er een buiging voor zou maken
(als zijn bodyguard dat toestaat natuurlijk)
dus wat moeten we doen?
kunnen we even goed het hele rotte repertoire eruit gooien toch?
ze vermalen tot zelfbouwkasten en opnieuw beginnen
repertoire is geschiedenis
en net zoals we onze geschiedenis niet kunnen weggooien
er altijd met één voet in zullen blijven staan
zo kunnen we niet doen alsof het repertoire niet bestaat
alsof die kern niet bestaat
alleen maar nieuwe dingen maken
en steeds opnieuw het warm water de markt opgooien
(ik wil niet cynisch doen hier
ik heb maar 1.500 woorden om het repertoire te verdedigen)
wat me bij het repeteren van Virginia Woolf het meeste schokte
was niet het woordgebruik van Albee
of de preutsheid van een huwelijk in de jaren vijftig
daar kunnen we wel mee dealen
nee
wat mij schokte was wat het auteursbureau ons liet ondertekenen
het auteursbureau en de erfgenamen van de schrijver
die in 2019 verbieden om ook maar één woord te schrappen of aan te passen
in een tekst die meer dan vijftig jaar oud is
als repertoire op een manier haar eigen graf graaft
is het op deze
als een stuk niet opgevoerd mag worden door een zwarte speler
omwille van het historische naturalisme
waar nu geloof ik weinig nood aan is
dan is die krachtige kern
gedoemd een stille dood te sterven
en is dat wat we willen?
daarom
een oproep
makers
spelers
alstublieft
koloniseer het repertoire
het is een gevaarlijk woordgebruik
maar overweeg het samen met mij
koloniseer het repertoire
wees de veroveraar
wees niet bang
neem een stuk
waag u in het onbekende
en zie er alle kracht van in
graaf langs iedere problematische letter
ontgin de rijkdommen
laat u niet koloniseren
en laat het niet gewoon zoals het is
neem nooit iets ‘for granted’
‘for granted’ is de vijand van de kunstenaar
vind die kern
als maker als speler
en maak er met alles van wat je bent
een belezen mens
een geïnformeerde mens
een communicerende mens
een mens met ogen
met ogen die de wereld vandaag zien
maak het helemaal van u
appropriëer het repertoire als mens van vandaag
die hopelijk beter weet
misschien
die blijft zoeken
zich aanpast
het materiaal aanpast
een manier zoekt om dingen uit te spreken
of niet uit te spreken
en doe het onbeschaamd beschaamd
Jacques Rancière schreef al dat de toeschouwer zich moet emanciperen
en dat de kunstenaar zodra zijn werk bestaat
afstand kan nemen
zelf toeschouwer worden
en naar dat derde object kijken dat tussen hem en de kijker in staat
kritisch naar zijn werk kijken
samen kritisch kijken
‘haar werk’
‘zijn werk’
‘hun werk’
‘mijn werk’
wordt op deze manier ‘ons werk’
of ‘het werk’
dingen loslaten om erover te kunnen spreken
dat is wat we met repertoire ook zouden kunnen doen
daar ligt de virtuositeit
ik hoop dat we op deze manier
door het repertoire niet te laten sterven
maar het als werkmateriaal te kunnen zien
te kunnen gebruiken
we samen verder kunnen schrijven aan een geschiedenis
daarom breek ik die lans meteen ook voor De Nieuwe Toneelbibliotheek
omdat zij van hedendaags materiaal repertoire maken
publiceren betekent deelbaar maken
en delen betekent op een manier
loslaten
ik kan niet wachten tot er eens een voorstelling van De Koe wordt gespeeld
niet door De Koe
en ik kan niet wachten tot het 2060 is
dan is Beckett 70 jaar dood
en mogen we eindelijk eindelijk
zijn teksten gaan bewerken
wat wordt dat een feest in het theaterlandschap
en ik kan niet wachten
op alle Martha’s, George’s, Nick’s en Honey’s
die ik nog mag zien
ik zou nog veel meer willen zeggen
maar voor ik mijn tien minuten afsluit
zou ik toch graag nog even iets vertellen
over lady gaga
kan dat
(neemt ‘De Wederopbouw van het Westen’ van Compagnie De Koe, uitgave van De Nieuwe Toneelbibliotheek, uit zijn broekzak en leest voor)
ik heb een tijd geleden
een artikel over lady gaga gelezen
en daarin stond ook een songtekst van haar afgedrukt
vrij vertaald en geparafraseerd
gaat die songtekst ongeveer zo
hé liefje, je moet me nu niet bellen
ik zit hier in een bar
en ik heb het naar m’n zin
en ik vind je lief
maar je moet me nu niet bellen
want ik heb het naar m’n zin
wat me nu al dagen bezig houdt
is niet hoe je op zo’n tekst komt
wat mij bezig houdt is
dat je het opschrijft en het laat staan
als tekst als songtekst
dat je naar een dergelijke tekst kunt kijken
dat je het kunt lezen en herlezen
en dan op een gegeven moment kunt denken
ja het staat er wel zo’n beetje
ja dit is het
dit is goed
niets meer aan veranderen
dat vind ik echt knap
ik heb gedachtes als die van lady gaga
ik heb ze zelfs vooral
maar ik herken ze niet als
hoe zeg je dat
tijdsbeeldiconen
het probleem ligt dus duidelijk bij mij
het is niet genoeg zou ik denken
d’r moet nog van alles bij
het is eigenlijk helemaal niks
je moet me nu niet bellen
ja
en dan
ik zou denken
dat ik er nog van alles over zou moeten uitleggen
zoals ik ook nu denk
dat ik uit moet leggen waarom ik dit zeg
waarom ik precies dit heb gekozen
en niet iets uit een ander stuk
uitleggen
totdat je eindelijk eindelijk
is dat dan wat je wilt
alles om zeep hebt geholpen
…
voilà
wat mij betreft kan ik hier eindigen
Lees hier de statements van KASK Drama-student Khalid Koujili El Yakoubi, Elise Bauwens & Eliza Stuyck van Conservatorium Antwerpen en Axelle Verkempynck van RITCS Drama.
KRIJG JE GRAAG ONS PAPIEREN MAGAZINE IN JOUW BRIEVENBUS? NEEM DAN EEN ABONNEMENT.
REGELMATIG ONZE NIEUWSTE ARTIKELS IN JOUW INBOX?
SCHRIJF JE IN OP ONZE NIEUWSBRIEF.
JE LEEST ONZE ARTIKELS GRATIS OMDAT WE GELOVEN IN VRIJE, KWALITATIEVE, INCLUSIEVE KUNSTKRITIEK. ALS WE DAT WILLEN BLIJVEN BIEDEN IN DE TOEKOMST, HEBBEN WE OOK JOUW STEUN NODIG! Steun Etcetera.