© Alexander Daems

Leestijd 7 — 10 minuten

(v) – De Nwe Tijd

Weerhaken

Tien jaar nadat de makers van De Nwe Tijd hun familie interviewden in Heimat, doen ze dat over in (v). Het podium wordt een plek voor de levensvragen en herinneringen van een groep vrouwen. Hebben hun waardevolle persoonlijke verhalen voldoende artistieke zeggingskracht?

Ik betrap mezelf op het veelvuldige gebruik van haakjes in mijn teksten. We gebruiken die voor een toevoeging of een verduidelijking, iets dat strikt genomen weggelaten kan worden. De subtekst: je hoeft niet al te veel belang aan mijn woorden te hechten. Ik weet niet of er een wetenschappelijke studie bestaat over het verband tussen gender en het gebruik van haakjes, maar ik vermoed dat vrouwen er guller mee strooien. 

Intergenerationele en multimediale gesprekken 

De Nwe Tijd plaatst de tekst tussen haakjes centraal in hun voorstelling (v), die bestaat uit verhalen van en gesprekken tussen vrouwen van verschillende leeftijden die in verschillende talen, landen en leefwerelden opgroeiden. Vijf van hen brengen afwisselend korte en langere monologen op de scène, tussendoor zien we videofragmenten van interviews met hun moeders en dochters. (v) laveert op verschillende niveaus doorheen de tijd. Er is het leeftijdsverschil tussen de spelers onderling – de jongsten zouden dochters van de oudsten kunnen zijn – en hun vrouwelijke familieleden op het scherm. Maar er is ook de afstand in jaren tussen het maken van (v) en Heimat. Daarin legden de makers eveneens een reeks vragen voor aan hun ouders en grootouders. Ze brachten die op de scène in de vorm van videofragmenten en monologen van de spelers, afgewisseld met muziek. Heimat raakte daarbij aan een aantal van de grote levensvragen. (v) verwijst vormelijk en inhoudelijk naar Heimat, maar zowel de tijden als het narratief zijn veranderd. Terwijl er in Heimat hoofdzakelijk mannen aan het woord kwamen, krijgen we nu vrouwelijke verhalen te horen. 

Evgenia Brendes, Brenda Corijn, Mieke De Groote, Suzanne Grotenhuis en Ellis Meeusen staan samen op het podium. Ze dragen casual kleding waarin ze zich goed lijken te voelen. De eenvoudige scenografie bestaat uit twee banken, en een zacht golvend, semi-transparant gordijn dat als een soort schuilplaats en projectiedoek fungeert. Op zich gebeurt er weinig, soms tè weinig. De spelers schuiven een eindje op, gaan verzitten, wandelen een meter verder. De dynamiek zit hem in de afwisseling tussen hun woorden en de interviews op het scherm, in de inhoud van wat ze vertellen. Op muzikale intermezzo’s na – vooral zachte pianomuziek die de dochter van De Groote op video speelt als sporadisch zacht geneurie en gezang van de spelers – lijkt dit een praatvoorstelling. 

Vrijheid, verlies, verliefd, verdrongen 

Bijna twee uur lang krijg je persoonlijke anekdotes voorgeschoteld over uiteenlopende thema’s zoals schaamte, verwachtingen, lichamelijkheid, ontluikende seksualiteit, moeder-dochter-relaties, vrijheid. De verhalen van de spelers wisselen elkaar naadloos af en overlappen regelmatig inhoudelijk. Soms voel je dat ze in een heel andere tijd opgroeiden: de bruuske overgang van totale onwetendheid naar abrupte kennismaking met seksualiteit van De Groote als prille puber resoneert minder in de verhalen van de jongere spelers, terwijl hun anekdotes over hun eerste menstruatie of ontluikende borsten wel vaak gelijklopen. Ook de context waarin ze opgroeiden, bepaalt of er ruimte is voor fysieke intimiteit – ‘soms denk ik dat mijn moeder niet heeft geleerd om elkaar te omarmen’ versus ‘Ik hou ervan om mijn kinderen te knuffelen’, of voor de bespreekbaarheid van emoties – ‘wij zijn niet gewend om dingen met elkaar te delen in de Sovjet, zegt mijn moeder’. De toon varieert van licht en humoristisch tot beklemmend en kwetsbaar. 

Op z’n best zorgt dat voor een lach van herkenbaarheid, kippenvel, vochtige ogen, en een gevoel van verbondenheid met zowel de vrouwen op scène als de vrouwen in de zaal. Ik hoor de oudere vrouw naast me sporadisch op dezelfde momenten als ik grinniken, en zie haar simultaan slikken. Op andere momenten voelt de stroom aan anekdotes wat langdradig en artistiek te vrijblijvend – de verhalen over menstruatie en vrouwelijke orgasmes hebben we wél al vaker gehoord ondertussen. Het is uiteraard niet evident om de schaar te zetten in dergelijk persoonlijk materiaal, maar de voorstelling zou baat bij hebben iets meer bondigheid.

“De spelers geven weliswaar aan dat het zoeken is naar woorden en dat taal te kort schiet, maar vormelijk is en blijft dit – weliswaar krachtig – vertel- en getuigenistheater.”

Zachte stemmen uit het verleden

De makers verwijzen in de programmatekst onder meer naar Annie Ernaux’ Meisjesherinneringen en Deborah Levy’s Dingen die ik niet wil weten – een feministisch antwoord op George Orwells ‘Why I write’. In beide romans exploreren de auteurs manieren om hun jeugdherinneringen onder woorden te brengen, stellen ze zich de vraag hoe en of je überhaupt over je jongere zelf kan schrijven – en hoe doe je dat als vrouwelijke auteur? Beide raken thema’s aan die letterlijk terugkomen in (v).

Zo adresseert Levy moederschap en kunstenaarschap – net zoals De Groote -, opgroeien in verschillende landen – wat ook bij Brendes en Corijn aan bod komt-, en het gebruik van haar stem: ‘to become a writer, I had to learn to interrupt, to speak up, to speak a little louder, and then louder, en then to just speak in my own voice which is not loud at all.’ Ook de stem van de vrouwen in (v) lijkt al te vaak tussen haakjes te staan. Zo vraagt Brendes zich af wanneer ze leerde om haar stem haast onhoorbaar zacht te maken, en vertelt Corijn lachend dat haar moeder graag luid telefoneert, terwijl ze vroeger zachter praatte: ‘Soms denk ik dat ze deed alsof en nu de echte Paula praat.’

Ernaux deconstrueert haar eigen leven. Als een scherpzinnige socioloog gaat ze op zoek naar haar achttienjarige zelf. Daarbij valt op dat er geen enkele foto van haar bestaat uit die bepalende tijd. In een moedige monoloog over een heftige periode tijdens haar puberjaren evoceert Meeusen de zoektocht van Ernaux naar haar jongere zelf: ‘Ik zocht een foto van mijn zestien-, zeventienjarige ik, ik heb niet zoveel foto’s uit die periode.’

Persoonlijk = politiek = artistiek? 

Hoewel de makers van (v) het werk van Levy en Ernaux echoën, mis ik elementen die louter of veel sterker aanwezig zijn in de romans: de innovatieve en metaliteraire vormexperimenten, de vlijmscherpe analyses, de politieke en maatschappelijke context. 

De spelers geven weliswaar aan dat het zoeken is naar woorden en dat taal te kort schiet, maar vormelijk is en blijft dit – weliswaar krachtig – vertel- en getuigenistheater. Terwijl Ernaux en Levy expliciet de maatschappelijke sfeer en politieke gebeurtenissen uit hun jeugd meenemen in hun romans, blijven die lagen in (v) op de achtergrond. Het persoonlijke-als-politieke primeert.

Dan volgt een onuitputtelijke reeks van haast over elkaar buitelende, vaak angstaanjagend gelijkaardige getuigenissen van grensoverschrijdend gedrag. Het publiek wordt stil. Nog stiller wanneer een nog langere reeks herinneringen volgt aan MeToo-situaties binnen de podiumkunsten: de leraren, regisseurs, productiemedewerkers en medespelers die de grenzen van deze vrouwen overschreden, passeren de revue. Het is een moedig, emanciperend signaal om deze verhalen op de scène zelf te brengen, deze gebeurtenissen die een impact gehad hebben op de levens, beginnende of gevestigde carrières, lichamen en stemmen van deze vrouwelijke spelers. Niet binnen een sectordag of symposium, maar voor een theaterpubliek. 

“De grootste verdienste van (v) is het creëren van een artistieke ruimte waarbinnen aandachtig en zorgzaam luisteren even belangrijk is als spreken.”

Luisteren als artistiek statement

De grootste verdienste van (v) is het creëren van een artistieke ruimte waarbinnen aandachtig en zorgzaam luisteren even belangrijk is als spreken. Het luisteren naar de eigen verhalen en die van andere vrouwen als basis voor een voorstelling, maar ook het luisteren naar elkaar op een podium. Een aanzienlijk deel van de tijd is dat wat de spelers doen – soms instemmend knikken, hardop mee lachend. Ze vertellen hoe echt gezien en gehoord worden een verschil maakt, en demonstreren dat treffend wanneer De Groote tegen de rug van Grotenhuis leunt tijdens een heftige, emotionele herinnering. Grotenhuis luistert met haar hele lichaam, en wanneer het voor haar medespeelster te zwaar wordt, neemt ze haar tekst over. Het podium wordt zo een dialectische plek waar herinneringen collectief gedragen en gedeeld worden, uitgesproken en gehoord. Dat straalt uit naar het publiek. 

Wanneer op het einde van de voorstelling beats uit de luidsprekers schallen, dansen de spelers. Héél even, ieder op haar eigen manier, en toch op hetzelfde ritme. Alsof ze haakjes van zich afschudden. Voor mij had dat bevrijdende moment veel langer mogen duren. 

Ik verlaat de zaal met een reeks vragen in mijn hoofd die ik aan mijn moeder en grootmoeder zou willen stellen. In mijn keel zit een grote krop die ik niet weggeslikt krijg. Dat lukt pas wanneer ik op de fiets terug naar huis eerst zacht neurie, dan luider zing.

Klik hier om te zien waar je (v) nog kan zien.

JE LEEST ONZE ARTIKELS GRATIS OMDAT WE GELOVEN IN VRIJE, KWALITATIEVE, INCLUSIEVE KUNSTKRITIEK. ALS WE DAT WILLEN BLIJVEN BIEDEN IN DE TOEKOMST, HEBBEN WE OOK JOUW STEUN NODIG! Steun Etcetera.

recensie
Leestijd 7 — 10 minuten

#174

15.12.2023

14.03.2024

Natalie Gielen

Natalie Gielen is redactiemedewerker van Etcetera. Daarnaast werkt ze freelance als auteur, redacteur en outside eye in de kunsten. Ze is medeoprichter van Letterveld, een lossig-vast schrijverscollectief.

Dit artikel maakt deel uit van: Dossier: Theater Aan Zee 2024

NIEUWSBRIEF

Elke dag geven wij het beste van onszelf voor steengoede podiumkunstkritiek.

Wil jij die rechtstreeks in je mailbox ontvangen? Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief!