© Raymond Mallentjer

Leestijd 7 — 10 minuten

Hyena Hyena – Marc Vanrunxt

Eenzame dansers in gespannen nevel

Met Hyena Hyena blikt choreograaf Marc Vanrunxt terug op zijn lijvig oeuvre, maar hij vermijdt ondoordringbare intertekstuele verwijzingen. In plaats daarvan wil het stuk de toeschouwer in zich sluiten. Het houdt de analyserende toeschouwer een spiegel voor: je bent pas bij de les als je in het stuk dwaalt.

Hyena Hyena, het nieuwe stuk van de choreograaf Marc Vanrunxt, begint met een blazende box rechts van de scène. Een mechanische, energieke bries zwelt aan en stopt. De linkerbox neemt het over en houdt de bries aan. Het licht is fel, wit en verhult niets. Je ziet je buur, de deur naar de coulissen, de strepen op de spiegels die op de achtermuren van het podium leunen. Op het dikke doorschijnende plastic vlak slingeren drie zilveren lappen stof. En dan komen Robson Ledesma, Nathan Ooms en Igor Shyshko langzaam op. Niemand neemt dezelfde houding aan en dat zal heel het stuk doorgaan: in dit stuk is er géén synchronisatie. Hyena Hyena lijkt echter wel doorspekt met patronen: zo zijn er regelmatig twee dansers die vergelijkbare bewegingen, ritmes of poses maken, terwijl de derde iets heel anders doet. En de adem van de dansers, die blaast door heel het stuk.

Droom-statica

In de eerste scène beweegt elke danser heel langzaam. Met een bedrukt gezicht en de zilveren lappen in hun hand markeren ze al wandelend assen op het podium. Ze dragen witte shorts en pastelkleurige topjes: Ooms draagt een fruitella-roze tanktop, die van Ledesma en Shyshko zijn mokkacrème-beige. In de assen en de kleuren herkende ik het rozige schilderij Magische Quadraten van Sigmar Polke (dat het programmaboekje vermeld als een inspiratiebron voor Hyena Hyena). Over Magische Quadraten schreef de filosofe Ulrika Pia Jauch dat het “constructies uit een droom-statica [lijken], deze configuraties van lijnen die elk ruimtelijk inzicht tarten”. De aanvang van de eerste scène voelt ook dromerig aan: de dansers zijn slaapwandelaars met een gevoel voor geometrie. De eerste acte is droom-statica.

De bewegingstaal wordt weer iets breder wanneer de dansers, om de beurt en soms kort met twee, kronkelen als tot leven gebrachte oud-Griekse bronzen discuswerpers. De trage bewegingen, slome diametrale of circulaire bewegingen gaan voort, het licht is nog steeds even wit en fel en de bries klinkt intussen als een stevige sneeuwstorm. De dansers verbergen niet hoe uitdagend, moeilijk en ietwat pijnlijk sommige bewegingen zijn. Een transitie in het scènelicht en de sneeuwstorm die steeds doffer wordt kondigt een wissel aan.

De tweede acte heeft een andere soundscape dan de meditatieve bries, met een stevigere BPM en een andere bewegingstaal. Maar ook hier zijn er patronen te ontwaren, zoals de net-niet synchroniciteit die ook in de eerste acte te zien was. Er schalt een gelaagde elektronische compositie door de boxen, waarin ook de volgende quote van de Amerikaanse choreografe Martha Graham te horen is:

“It’s all hidden in their moving bodies,

the hidden language of their souls,

it’s partly the language that they don’t want to show to us,

to whom they are so exposed.”

Vanrunxt laat zich regelmatig ontvallen dat dans voor hem een taal is – maar dat hij zich evenwel verzet tegen een te narratieve dans. De taal in de soundscape vormt alvast geen coherent verhaal. Van een hidden language of their souls lijkt er evenwel geen sprake te zijn, omdat er überhaupt weinig soul lijkt te zijn. De bewegingen van de dansers in Hyena Hyena zijn immers extreem beheerst en daardoor gestileerd zielloos.

In de tweede scène worden de wazige spiegels voor het eerst ingezet: Shyshko wandelt ermee rond, plaatst het voor Ooms, voor Ledesma en voor het publiek. Dat leverde interessante beelden op, zoals het contrast tussen de elektrisch geladen scène en het passieve publiek in het donker. Zie ons daar zitten, het hoofd naar de scène gekanteld – zie mij daar zitten, naarstig zoekend naar een narratief dat Vanrunxt wil verbannen. De spiegel verdiende misschien meer dan een cameo: ik ben benieuwd welke andere reflecties het had kunnen bijdragen tot het stuk.

De dansers fladderen als wilde anemonen en er is nog weinig sprake van een verbonden trio. Ze raken elkaar niet aan, reageren amper op elkaars bewegingen, kortom: op scène is het dancing apart together. De tweede wissel is even houterig als de eerste: het licht wordt geler en de audio stiller. Het geluid van voetpalmen op dik plastic is hoorbaar en ook nu weerklinkt de ademhaling van de performers door de zaal.

De scène waarmee het stuk eindigt, is bijzonder mooi. Ditmaal baadt het podium in het blauw en komt de zilveren stof dichter bij de huid van de dansers. Het is, zo lijkt het, zes uur ’s ochtends in een Griekse club. De roes is kruimelig, nog niet volledig uitgewerkt en de drie dansen zachtjes voort. Nog steeds lijken de dansers meer tussen eenzaamheid dan met elkaar te dansen. Het zijn zelfdisciplinerende lichamen met erg ingehouden bewegingen. Geregelde herhaling in een sfeer die aan de vaagheid van non lieux doet denken: in Hyena Hyena lijkt het individuele neoliberale subject aan het ‘gedanste woord’ te zijn. “In de strategie van een beweging die vaak wordt herhaald, flirt Vanrunxt met de idee van verveling”, schreef Lars Kwakkenbos in een essay (2013) over het oeuvre van Vanrunxt. Die observatie is ook toepasbaar op Hyena Hyena.

In het ‘hier en nu’ van een terugblikkende dans

“In […] Hyena Hyena wil Marc Vanrunxt een aantal krachtlijnen uit zijn omvangrijke oeuvre laten samenkomen in een nieuwe context”, kondigde het programmaboek aan. Ook de titel alludeert hiernaar, door te verwijzen naar Hyena, een eerdere creatie van Vanrunxt uit 1985. De cast van Hyena Hyena bestaat uit mensen die al geruime tijd samenwerken met Vanrunxt en allemaal verbonden zijn aan Kunst/werk, een organisatie voor dans die mede door Vanrunxt is opgericht. Zo dansten Shyshko, Ooms en Ledesma mee in eerder werk van de Antwerpse choreograaf. Vanrunxt werkt al jaren samen met Els Mondelaers, de componiste van de soundtrack “A piece of names”,  en met Stef Alleweireldt, de lichtontwerper/technicus van Hyena Hyena.

Ik ben 15 jaar na de première van Hyena geboren: mogelijks zijn tal van referenties me ontglipt. Ik dacht flarden van Martha Grahams’ choreografieën te zien en bij de klokken van de tweede scène dacht ik aan Morton Feldman – wiens muziek figureerde in Raum (2006) en Real, So Real (2015). Maar dit stuk is geen quiz over Vlaamse dans sinds de jaren ‘80. Hyena Hyena wordt door Kunst/werk beschreven als een stuk waarin “de enige belangrijke opdracht is om steeds in het moment te blijven, in het hier en nu”.

Ondanks mijn (zeer menselijke) hang naar patronen voel ik hoe het stuk de toeschouwer vooral in zich wil sluiten. Het houdt de analyserende toeschouwer een spiegel voor: je bent pas bij de les als je in het stuk dwaalt. Dat narratiefloos dwalen werd echter niet altijd vergemakkelijkt. Door de versplintering van de drie dansers en de asynchroniciteit van hun bewegingen kun je nooit het volledige beeld vatten. Voor de toeschouwer is er in Hyena Hyena altijd een blinde hoek. De fragmentatie van het beeld en de algemene kilheid van de bewegingstaal hielden mij alert. Die alertheid trok me weg uit de ervaring van het stuk, uit het ‘hier en nu’ van de dans.

Het is fijn dat het stuk moeite vergt van de toeschouwers: dat is bijwijlen erg verkwikkend en je wordt beloond met boeiende bewegingen, geluiden, lichten, stoffen. Voor mij als toeschouwer was de uitdaging soms niet zozeer om het dwalen te omarmen, maar om weerstand te bieden aan de waakzaamheid die me uit het heden trok. Ik weet niet of het deze uitdaging was waar de makers op doelden – het dwalen omarmen is immers al boeiend genoeg. Ik zag de creatie op de première: het stuk zal ongetwijfeld muteren tijdens de volgende speeldata, die pas in juni vallen. Tegen dan is het stuk misschien iets zachter en een beetje minder afstandelijk.

“When you start with an idea, or something hits you, then you have to follow that through to the end, and it’s the following through to the end that makes the pattern. That, for me, is choreography”, deelde Graham mee aan The New York Times. Net als in de Magische Quadraten bestaat Hyena Hyena uit strakke lijnen op een wazige achtergrond. Het laat je voelen dat spanning en nevel samen kunnen gaan. Hyena Hyena is een Durcharbeitung van droomachtig slaapwandelen tot danspassen in een desolate club. Het is het volgen tot het einde dat het patroon maakt.

JE LEEST ONZE ARTIKELS GRATIS OMDAT WE GELOVEN IN VRIJE, KWALITATIEVE, INCLUSIEVE KUNSTKRITIEK. ALS WE DAT WILLEN BLIJVEN BIEDEN IN DE TOEKOMST, HEBBEN WE OOK JOUW STEUN NODIG! Steun Etcetera.

recensie
Leestijd 7 — 10 minuten

#171

15.03.2023

31.05.2023

Sixtine Bérard

Sixtine Bérard (2000) is recent afgestudeerd als kunstwetenschapper aan de UGent. Ze schrijft voornamelijk poëzie, proza, essays en mails.

NIEUWSBRIEF

Elke dag geven wij het beste van onszelf voor steengoede podiumkunstkritiek.

Wil jij die rechtstreeks in je mailbox ontvangen? Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief!