iRRoottaa – Circus Katoen & Grensgeval
Laat maar vallen
Simon Knaeps
© Anne Van Aerschot
Met BREL maken Anne Teresa De Keersmaeker en Solal Mariotte een mateloos interessant ‘dubbelduet’: de twee choreografen onderzoeken hun verhouding tot de beroemde Belgische chansonnier, en tot elkaar.
‘Laisse-moi devenir, l’ombre de ton ombre, l’ombre de ta main, l’ombre de ton chien’
Anne Teresa De Keersmaeker staat naakt op het podium, voor een projectie van Jacques Brel in close-up, die Ne me quitte pas zingt. Een deel van de projectie, het beeld van zijn mond, verschijnt op haar rug. Soms draait ze zich naar het publiek, met haar arm over haar borsten, haar schouders lichtjes trillend en deemoed in haar blik. Wanneer de muziek stopt, begint ze te blaffen.
Het is een aangrijpende, maar ook erg letterlijke verbeelding van de verlatingsangst die Brel bezingt en de zelfvernedering die daarmee verbonden is. Het is ook meer dan dat. De Keersmaeker (65) heeft een naam die al decennialang de hoogste verwachtingen oproept, kwam vorig jaar in opspraak wegens problematisch leiderschap en staat nu bloot en blaffend op het podium van een grote zaal – een podium dat ze ook nog eens deelt met de ultra-energieke twintiger Solal Mariotte. Deze ‘zelfontering’ is een daad van lef, uitgevoerd door een performer die heel goed weet wat ze doet. Laat me de schaduw van je hond worden.
Bovendien is het een verwijzing naar de honden uit De Keersmaekers jeugd, die naar voorbijgangers blaften vanaf ‘vergrendelde boerenerven van gesloten boerenmensen’, zo duidt dramaturg Wannes Gyselinck in de zaaltekst van BREL. Hij noemt de voorstelling daarin ook een ‘laat debuut’ voor De Keersmaeker, want het is het eerste duet dat ze ook in duo choreografeert. Co-choreograaf Mariotte heeft het liever over twee duetten: beiden duetteren met Brel.
Daarvoor gingen ze elk op zoek naar hun persoonlijke link met de legendarische chansonnier. Bij De Keersmaeker is die bijzonder makkelijk te traceren, met nummers als Rosa (Rosas, natuurlijk), Bruxelles en ook Marieke, waarin ze herinneringen oproept aan haar oudtante Marieke, met wankelende passen en tape boven haar knieën geplakt (de vrouw gebruikte elastieken om haar kousen op te houden).
Marieke is het enige nummer in BREL dat abrupt wordt afgebroken. De rest van het muzikale ontwerp bestaat uit een chronologische opeenvolging van de bekende nummers in hun totaliteit, met daartussen twee stille scènes. Dat veroorzaakt soms het gevoel dat we kijken naar twee dansers die een concert begeleiden. Het publiek begint op een gegeven moment na elk nummer te klappen. Dat gevoel wordt nog versterkt door de lyrics die geprojecteerd worden, maar vooral ook door de expliciet theatrale bewegingen, die de woorden uitbeelden. Atypisch in het oeuvre van De Keersmaeker, die dans zo vaak definieerde als ‘belichaamde abstractie’.
BREL is expressief en emotioneel, met dik aangezette halen. Beelden van de Watersnoodramp uit 1953 (Le plat pays) krijgen een tegenhanger in geprojecteerde vlammen (La chanson des vieux amants). Een blauwe lucht verandert in een zwarte hemel, waarbij De Keersmaekers kenmerkende choreografie-markeringen op de vloer dienst doen als glow-in-the-dark-sterren. De sierlijke spiralen die De Keersmaeker danst contrasteren met haar brede, mannelijke pak, en ze draagt naarmate de voorstelling vordert steeds wittere kleding. Mariottes outfit gaat van grijstinten naar bloemetjes en roze.
Maar wie blijft hangen bij die dik aangezette laag, miskent de ironie in deze voorstelling. Een ironie die Brel bepaald niet vreemd was. De man dreef de spot met de samenleving, maar ook met zijn eigen accent en archaïsche zinnen. In Les bourgeois blijkt de verteller aan het einde exact te zijn geworden wat hij bespot: ‘Nous les bourgeois, c’est notre tour …’ En in Ne me quitte pas is de emotie zo overdadig dat je het idee krijgt dat Brel die (eigen) verlatingsangst op de korrel neemt. Alsof die melancholicus en branieschopper af en toe hoofdschuddend en lachend naar zichzelf keek.
“De Keersmaeker die samengevouwen wordt rondgedragen door haar kompaan? Nooit eerder zag zij er zo onserieus uit op de scène.”
In deze voorstelling zit die ironie soms in meer subtiele kwinkslagen – Mariotte die fijntjes gebaart naar De Keersmaeker bij het woord grand-mère in Bruxelles – en in potsierlijke momenten: De Keersmaeker die samengevouwen wordt rondgedragen door haar kompaan? Nooit eerder zag zij er zo onserieus uit op de scène.
Is dat het aandeel van co-choreograaf Mariotte? In ieder geval komt in die komische momenten zijn link met Brel naar voren. Want hoewel hij in 2001 in Frankrijk werd geboren en niet alle aspecten van Brel kan waarderen – denk aan diens omgang met vrouwen –, weet Mariotte de vivacité van de chansonnier verrassend vaak te incarneren. De humor is daarbij essentieel. We zien een virtuoos dansende kwajongen, die bij Les bourgeois een karikaturale klompendans combineert met de shoot dance van BlocBoy JB die viraal ging op TikTok.
Wat Mariotte ook deelt met Brel is een immens charisma. Hoewel hij pas halverwege echt begint mee te dansen, valt hij al eerder op, en niet alleen op de momenten dat hij een songtitel schreeuwt. Deze danser is al elegant wanneer hij zit. Vanaf het moment dat hij op de voorgrond treedt, is hij hypnotiserend. Mariotte verbluft met vloeiende overgangen tussen breakdance en klassieke Rosas-choreografieën – Fase (piano phase) schemert onmiskenbaar door, maar we zien ook knipogen naar wat Bachs Six Brandenburg Concertos en zelfs naar de voorstelling Dark Red – Beyeler/RPS. Een hoogtepunt is Mariottes solo op Mathilde. Hoe hij uitbundig over de grond wervelt, zich haast smachtend tegen een microfoon gooit die vooraan op het podium staat – het is een kanshebber voor beste choreografie van het jaar. Niet toevallig is dit het eerste nummer waarna het publiek klapt.
“Solal Mariotte verbluft met vloeiende overgangen tussen breakdance en klassieke Rosas-choreografieën.”
Bij Mathilde valt ook op hoe belangrijk het lichtontwerp is in deze voorstelling. Mariotte danst hier in en uit het licht van een helwitte spot, net als De Keersmaeker bij het begin van BREL. Wanneer zij net achter de witte cirkel danst, lijkt ze even te zweven. Bij Ces-gens-là wordt de verwijzing duidelijk: nu verschijnen twee helwitte cirkels, met op de achtergrond een foto van Brel in eenzelfde spot.
Lichtontwerper Minna Tiikkainen, die al eerder met Rosas werkte, refereert ook aan Fase (piano phase) compleet met schaduwspel op de muur, en onderlijnt de schertsende sfeer door de dansers in rood licht te plaatsen voor een video van Brel die Amsterdam zingt. Aan het einde vloeit die video naadloos over in een groot silhouet van Mariotte, die zo letterlijk de plaats inneemt van Brel tijdens het satirische Les bonbons 67, een nummer over generatieconflict en evoluerende standpunten.
“Mariotte daagt met zijn bewegingen niet alleen Brel uit, maar ook de levende legende met wie hij het podium deelt.”
Zo wordt duidelijk waar BREL om draait: het is een testament aan veranderende tijden. Mariotte daagt met zijn bewegingen niet alleen Brel uit, maar ook de levende legende met wie hij het podium deelt. De Keersmaeker grijpt zijn interventies aan om met haar eigen schaduw te spelen, om highlights uit haar oeuvre te bevragen. De scène bij Ne me quitte pas herinnert bijvoorbeeld ook aan de manier waarop ze in haar solovoorstelling Once in een slip danste met beelden uit D.W. Griffiths The Birth of a Nation op de achtergrond.
Zulke reflecties waren altijd al deel van De Keersmaekers werk, maar ze pakt ze hier anders aan: grootser, maar ook luchthartiger. Om het met haar geliefde spiraal te zeggen: ze draait eens in de omgekeerde richting, niet richting cerebraliteit, maar richting emotionele openheid, zelfspot en onbezonnen speelsheid.
KRIJG JE GRAAG ONS PAPIEREN MAGAZINE IN JOUW BRIEVENBUS? NEEM DAN EEN ABONNEMENT.
REGELMATIG ONZE NIEUWSTE ARTIKELS IN JOUW INBOX?
SCHRIJF JE IN OP ONZE NIEUWSBRIEF.
JE LEEST ONZE ARTIKELS GRATIS OMDAT WE GELOVEN IN VRIJE, KWALITATIEVE, INCLUSIEVE KUNSTKRITIEK. ALS WE DAT WILLEN BLIJVEN BIEDEN IN DE TOEKOMST, HEBBEN WE OOK JOUW STEUN NODIG! Steun Etcetera.