
Marie in uitgaanskleding, onderuitgezakt tegen een straatmuur. Haar tas en de inhoud ervan liggen aan de rechterkant van haar, aan de linkerkant een colbert.
Marie:
Dus ik de straat op
Totaal nie wete waar naar toe
natuurlijk
Maar ik denk van: ken mij nie schele
Ik gaan in elk geval nie nog een hallef
uur op die klok zitte te kijke
Ben nie helemaal uuh-
As jij es wis wat dat ik allemaal over-
hoop hè gehaald!
Speciaal nieuwe klere gekoch
Een kort rokkie en hakke
Draag ik normaal gesproke nooit
Nee
Hakke ken ik nie op lope en een kort
rokkie-
Ja
As -ie mè het huishouwe bezig ben…
Dat doe je nie op hakke en in een kort
rokkie
Ikke niet in elk geval
Maar dat neemtie me wel es kwalijk
Henk
Ja
Leer mij me eige vent nou nie kenne
Zitte we same voor de teevee zo..
Komper zoon grietje voorbij lope
Van een jaar of twintig
Op zulleke stelte en zoon kort rokkie
Stoot-ie me zo aan zo
Zegt-ie: ‘Marie, zou je dat nou ook nie
es leuk vinde om te drage… zo es een
keer voor een feesie ofzo.’
En altijd heb ik dan zoiets van:
man, lazer toch op
Maar ik denk van:
voor vanvond
ik zal em es verasse
Voor vanavond, ik denk:
ik gaan shoppe
Tis ook typisch Henk hoor
daar nie van
Die vergeet ech altijd alles
Mottem overal aan herinnere
Zelfs de verjaardag van ze eige zoon
zallem vergete
Eerlijk waar
Maar ik denk van; tis wel een keer
klaar
As jij es wis wat da ik allemaal over-
hoop hè gehaald!
Notabene nog zelf menukaarten in
mekaar zitte knutsele
Ben naar zo’n papierwinkel gewees
Zo’n speciale papierwinkel
Mè alle soorten papier
Heb ik daar zo 2 vellen goudpapier
gekoch
En 1 rood
Heb ik van dat goudpapier zo die
menukaart zelf geknip
En van da rood zo -een hart- voor op
de voorkant
En dan zo aan de binnekant:
Voorgerech
Hoofdgerech
Nagerech
Want dat is wat ik heb gekook hè:
Een voorgerech
Een hoofgerech
En een nagerech.
Ik denk dat zet ik dan aan
de binnekant van die menukaart
Dat is leuk
Ben ik ook nog naar een feeswinkel
gewees
Zo’n speciale-uuh… feeste-uuh…
winkel
Heb ‘k daar ballonne gekoch
Zo: ook rood en in de vorm van
een hart
Drie zakke
Van die ballonne heb ik gekoch
Heb ze allemaal opgeblaze
En door het hele huis gehange
Maar overal hè
Van in de gang tot in de keuken tot in
de slaapkamer tot in de badkamer –
Bad:
helemaal vol!
Heb me godverdomme de schompus
geblaze
en hij komp gewoon nie opdage
En ik heb het hem vorige week nog gezeg
Ik hè gezeg:
Henk, denk-ie der aan da we volgende
week zoveel jaar same zijn
En hij hè toen gezeg:
‘Marie, ik vergeet misschien veel
maar je denk toch zeker niet dat ik
onze huwelijksdag zal vergete zeker’
Dat is wat-ie zei
Komp godvedomme gewoon nie opdage
Dus ik de straat op
Denk: ken me nie schele
ik gaan gewoon een stuk lope
of naar een dancing
Ja alleen
Zou ik normaal gesproke nooit durve
Alleen naar een dancing
Ben je gek
Maar ik denk van voor vanavond:
ik gaan naar een dancing
Nou moe jij is raaie wie ik zien lope?
Henk
Op zen dooie gemakkie
Met een fiets aan de hand
En totaal nie in de richting van huis
ofzo
Totaal nie…
En ik zien hem daar die fiets op slot
zetten en hem de straat oversteken
en hem een avondwinkel instappen
En ik denk van:
wat mot hem in die avondwinkel
en hoe kompum aan die fiets?!
En voordak er zelf erg in heb ren
ik naar die avondwinkel
En vlak vóór ik die winkel in stap,
vlak vóór ik met mijn hand
de deurklink naar benede duw –
Weet ik erges wel …ja
Dat dit volslagen belachelijk is
natuurlijk
Dak beter om ken draaie en naar huis
ken gaan
Naar me nest ken gaan
Maar ja, dat weten van mij…
Ik weet wel meer
Erges
Maar ‘t kost godsgruwelijk veel moeite
om dat op te dreggen
Dat weten
En dan is het nog maar de vraag of ik
er naar zal luisteren ook nog
Dat weet ik dan ook wel
Dat ik wat meer naar mijn weten zou
moete luistere
Maar negen van de tien keer slaan ik
ze dan alsnog in de wind
Want dat ik weet waar of da me fout
ligge wil nog nie zegge dak ze nie
meer maak hè
Nee laat dat duidelijk zijn
Andes zou ik hier nou ook nie hebbe
gestaan hè
Zou ik nou wel in men nest hebbe gelege
Maar ik ken nie slapen hè
In een leeg nest, ken ik nie slape
En dan ken jij wel zegge van: da ‘k me
nie aan moe stelle
Dak gewoon men hoofd es op iets
anders mot zette
Es een boek moe pakke en dak dan vanzelf wel –
Bij andere help dat misschien
Bij mij niet
Bij mij werkt daar niks tege
Ja; slaapmiddele
Dat werk
Maar ja asje die lang genoeg slik
dan help ook dat nie meer
Loop-ie slaapwandelend door
het leve… maar slape, ho maar
Dat weet ik tuurlijk nie uit eige
ervaring hè
Nee
Ik weet dat van hore zegge
En ‘van horen zegge’ ken je een hoop
te wete kome
Dat ken ik ‘ie wel vertelle
As je der ore voor heb, dan ken je
een hoop meekrijge
Maar de meeste mense zijn dan zo da
ze hore wat da ze wille hore en
alles wat da ze zouwe motte hore dat
hore ze niet
Ja zo zijn de mensen
Ik het dan wel nie voor dokter
gestudeerd maar over de mensen
hoevie mijn nie veel meer te vertelle
En over men eigen ook nie trouwes
Want ik weet precies hoor
Precies
Eig’lijk hè, lope wij allemaal een soort
te slaapwandele
Allemaal, niemand uitgezonderd
En dan ook nie van die mensen in de
politiek of van da filosofische volk
Want das ook allemaal dagdromerij
Ja, misschien zeg ik nou heul domme
dingen
Dat ken
Maar gevoelsmatig het ik toch zoiets
van –
As ik de teevee aanzet
En tis zo: journaal
En dan iets over de politiek
Zo de een of ander debat
Ik probeer dat dan te vollege…
Maar uiteindelijk hek dan toch weer
zoiets van:
waar gaat het nou eigenlijk over?
Da geouwehoer
Ik geloof dan meer in zo de onder-
nemende mense
Mense die de handen uit de mauwe
wille steke
Die hun koffers pakken en naar de
arme lande trekke
En dan daar de mensen hellepe
Want je ken ze pas hellepe as je ziet
waarmee of datje ze hellepe kan
Je mot wel mee wille denke
De mense vrage wat of da ze nodig
hebbe
Ik bedoel je ken wel een paar
tractoren sturen, omdat jij denk van:
bij ons help dat
terwijl zij bezig zijn met putten in de
grond te graven om het water uit de
grond omhoog te hale
Zitten zij met tractoren opgescheep
terwijl ze boren nodig hadde motte
hebbe
En dan is het ook nog is zo: die
tractore, die flikkeren binnen een paar
jaar uit mekaar
Wete zij nie hoe of dat ze ze weer in
mekaar motte draaie en as ze het wel
al zouwe wete, hedde ze de materiale
der nie voor
Staat daar zóó ‘n rij tractore
te verrotte
En zo is het toch met alles
Dus ik die winkel in…
En daar staat Henk
Mè ze rug naar me toe
Zo: de etiketten van twee flessen
te lezen
En ik zien zo dat dat champagne
flessen zijn
En ik denk:
Champagne!
Hij is mijn helemaal nie vergete
Hij het gewoon pech gehad onderweg
mè zen auto
Hebt-ie een voorbijganger aangehouwe
en gezeg: ‘leen me astemblieft je fiets
want me vrouw zit thuis op me te
wachten en het is vandaag onze
huwelijksdag’
En die heb hem zijn fiets geleend
En nou staat hem hier champagne uit te kiezen
Omdat het hem zo spijt dat hem zo
laat is
Hij komp straks met een van die twee
flessen naar huis
Om het goed te make
En ik ben zo blij dat ik hem –
Maar hij draat zich om… en –
Ik krijg het gevoel van een knellende
kniekous om men nek
En dat dan de rest van me hele lijf
verlamp
Zodak nie meer ken bewege
Asof ik ben bevrore Asof
Ja, hoe moek da nou uitlegge
Asof de bodum onder me pote is
weggeslage
En ‘t duurt maar heel even,
maar da lijkt precies een eeuwigheid
Tot het tot me doordrinkt dat-Dat…
Henk, Henk helemaal nie blijkt te zijn
maar totaal iemand anders!
Groter ook
Minstens wel een halleve kop groter
Brejer ook
Brejere schouwes
Brejere kop
Heel andere-uuh… kop
Totaal andes as Henk
Totaal nie Henk eigelijk
Ook
Dikkere wenkbrauwen en een smallere mond
Toen ik Henk vooret eerst ontmoette
was dat het eerste wa me opviel
Zijn mond
Henk hèt zoon heel volle mond
Ik zag die en ik dach: these are
the lips that i want to kiss
Ja ech
Ik dach bij hem direct, vanaf dat
eerste moment:
hold me close, never let me go
En das na al die jare altijd zo gebleve
As hij me zo vaspak
En ik sta zo in zen arme
Zo…
Met mijn neus in zijn oksel
Ja dan…-
Die man die kijkt me aan alsof hij verwacht dat ik iets gaan zeggen
Maar ik ben helemaal nie van plan om iets te gaan zeggen
Of misschien zou ik iets moete zeggen?
Misschien moet ik hem vragen of hij
nie iets met me wil drinken
Hek die klere ook nie voor niks gekoch
Daar schuilt toch geen kwaad in
Dak gewoon eens met iemand wil
prate
En dat hij eruit zie as iemand waarmee ik goed zou kenne prate
Niet meer as mè Henk
Nee
Dat niet
Maar Henk is er nou niet hè Anders hak nou wel mè hem thuis gezeten
Maar hij is er niet hè
Nee die kom en ga tegewoordig
wanneer of dat het hem uitkom
Tegenwoordig is het met Henk zo:
je ken niet op hem bouwe
Nee
Ik hou zielsveel van hem Maar op hem bouwe ken je niet: Vanochend
Die rame motte gelap worde Het ik tege Henk gezeg: jij ga mijn hellepe
En dat het em gedaan Ja
En hij het er een hekel aan da weet ik
Maar ik hè gezeg van: dadelijk kenne
we hier nie meer door die rame kijke
en alleen lukt me da niet
Nee das gevaarlijk
En bovendien een takke-werk
Want het is zo dubbele beglazing hè
Dus je mot eerst die binnenste rame
er uit tille
En dat mot hij doen
Ik ken dat niet
Nee
Hij mot dat doen
Ik ken dat toch nie
Bovendien hij het dat ooit zo gewild
Dat herinner ik mijn nog goed
We kwame hier wone
en hij wilde dubbele beglazing
En ik het toen nog gezeg:
Henk, ik begrijp niet waar dat dat
goed voor is
Maar hij moes en zou dubbele beglazing
Dus het is zen eige schuld
Zen eige schuld dat is het
Maar goed
Vanochend hebt -ie me keurig geholpe met die rame
Gordijne ook direk meegewasse
Komp Margo voorbij
Dat is de buurvrouw
Dus die blijf staan en die zwaait ‘Heej
Marie’
Kon ik nie meer doen asof ik die nie
gezien heb
‘Hoe gaat het met je, ik hè je al zo
lang nie meer gezien, red je ‘t allemaal
wel een beetje, mot een moeilijke
tijd voor je zijn’
En ik zeg: hoezo?
Nee hoor met mijn gaat alles prima
Ik denk mijn zal-ie nie krijge
Dat zijn van die mense die persee
hope da het mè jou slecht ga om hun
eige een bietje beter te voele
Interesse noeme ze dat
Bemoeierij
Hedde niks beters te doen dan te
bemoeien met andermans zake
Bovendien hak zoiets; waar heb je het over
Moeilijke tijd
Ik het godverdomme helemaal geen
moeilijke tijd
Helemaal niet
En dan dat gezicht
Asof ik godverdomme vorige week nog
een begrafenis hè gehad
Asof ik vorige week nog aarde over
een kist heb staan strooie
Rije mensen mij hebben staan
condolere
Asof ik vorige week nog van haar
persoonlijk een zwarte jurk hè motte
lene omdat ik er zelf geen een had
Alsof we godverdomme vorige week
nog samen een kist de grond in hebbe
laten zakke
Zo
Zó keek die me aan
Maar goed
Door al die trammelant het Henk ze
kans weer schoon gezien om hem
ertussen uit te knijpe natuurlijk
Dus ik staan daar
Alle ramen eruit
En Henk is nerges te bekenne
Ik bedoel maar
En deze man
Die ziet eruit asof hij zoiets nooit zou
doen
Zoiets in elk geval niet
Deze man ziet er… ja… betrouwbaar
uit
Deze man ziet eruit
Asof hij iemand nodig heb om voor
hem te zorge
Dat straalt die uit
Asof hij… begrijp wat een vrouw asik
nodig heb
En das nie veel hè
Nee veel heb ik nie nodig
Maar wel iemand die er is
En deze man ziet eruit as een man die
er echt zo ‘voor – je – ken – zijn’ hè
‘Sorry’
Die man die zeg sorry
En dan zo sorry van:
‘je staa in me weg, ken ik effe passere
– sorry ‘
En hij loop zo voor mij langs
En weer krijg ik het gevoel asof ik val
hè
Ja tis misschien raar maar ik zou ook
op dat moment zo op men knieën
kenne vallen
Ik zou zó voor die winkeldeur gaan
legge en men armen om zen benen
slaan en roepen dat hij nie weg moe
gaan, maar moe blijve
Dat ik van hem hou en dat hij nooit
van me weg mag gaan
En dat ik dan ook nóóit, nóóit van hem
weg zal gaan
Dat ik hem gelukkig zal maken
Dat ik –
Maar hij is al op zijn fiets gestap en
de winkelruit uitgefiets
‘Juffrouw’
En ik kijk naar de plek op de ruit
waar ik hem voor het laatst zag
‘Juffrouw’
Asof-ie er elk moment weer terug uit –
ín ken komme fietse
‘Juffrouw?’
Terwijl, weet ik ook wel dat dat niet kan hè
Een fiets die kennie terug uitfietsen
‘Juffrouw?!’-
Het ik toch heul nie door dat da tege
mijn is!
Draai mij men eige om…
Staat er zoon zwaar opgemaak grietje
over die balie heen geboge
En asik zeg zwaar opgemaak dan
bedoel ik da ze zóón plakkaat zooi op
der bek hè gesmeerd en dan rond der
ogen zo:
dikke zwarte strepe getrokke
en dan der haar tot hier.
Houdt een hand boven haar eigen
hoofd
Ziet er niet uit
Eerlijk waar
Net een suikerspin
‘Juffrouw’, zegt ze, ken ik je nog erges
mee helpe of blijf-ie daar nog gewoon
zo staan?’
Ken ik-ie nog erges mee helpe of blijf
-ie daar nog gewoon zo staan!
Ik wou zegge: bemoei jij je effe lekker
met je eige zake
Maar dat zeg ik niet hè
Nee
Ik zeg niks Ik denk dan van:
Marie, laten gaan
Laten gaan, Marie
Gewoon late gaan
Tis niet de moeite
En dan tel ik tot tien
Ja voor de lieve vreje
Want zo bennik
Henk niet
Nee die – uh…
Daar heb-ie direct ruzie mee
Die zeg tegen mijn ook altijd:
‘Marie, je mot nie over je heen late
lope’
En daar het hem wel gelijk
in natuurlijk
Want as ik nie uitkijkt dan ben ik
alleen nog voor andere bezig
Want zo ben ik hè
Zou mezelf haas vergete
Eerlijk waar
Alleen maar de ander
Altijd aan het zorge
En as-ie nie uitkijk dan make ze der
misbruik van hè
Dus je zou toch zegge da je op een
bepaald moment een grens trek
Maar…
Nou vin ‘k het ook moeilijk hoor
Om dan op zo’n moment
Direc te zegge wat dat er op me lever
lig
Da komp bij mijn altijd achteraf pas
As ik zo de deur uit loop…
en dan drie meter verder Dan
Of de vollegende ochend
As ik er de hele nacht al over wakker
hè gelegen
Dan
Dan ken het me in ene zo te binnen schieten
Zo: dat wat dat ik eigenlijk had moete zegge
Maar nou het haar nog een heel
vriendelijk goeie avond gewens en
de deur achter me dich getrokke
Dus ik staan weer op straat
Géén idee van welleke kant of dat ik kwam
Helemaal ge-des-oriënteerd
Maar dan kwam er een hele lange sliert mense voorbij
Een hele sliert
Allemaal één richting in
Ben ik daar gewoon ingestap!
Hek me gewoon door mee late neme
Denk: ken hier gewóón me eige mee
late voere
Hoef jij nie altijd de weg te wete, as
anderen het maar wete
Ken je soms gewoon op vertrouwe
As die allemaal daarheen gaan, dan zal
daar de stad wel zijn zeker
Ja
En op een gegéven moment: vermengd
die sliert zich met een andere sliert
Zo: een stilstaande sliert
Ben ik daar in gaan staan
Staan ik in de rij voor een discotheek
Zóón rij
Dat bleek dan omdat het een heul
populaire discotheek was
Ja, want da hak gevraag hè
Aan zoon grietje naast mijn
Heul aardig grietje trouwes
Appart
Maar heul aardig
Die had zo allerlei kleure in der haar
Zo roze en paars
Drets
Dat ware dan drets
Da hak gevraag
En die begin mij zo van alles over der
leve te vertelle
Waar of da ze vandaan kwam
En da ze nog studeerde
Maar da ze eigenlijk meer aant feeste
was as aant studere
Het ik gezeg van:
‘Kind, je ben nog jong, geniet er maar
van’
Da vond ze tof
Komme we daar uiteindelijk binne
Hedde ze daar zo’n poort! waar of da
je dooheen mot
Zo voor pistole! was dat dan
Ik zeg tege die vent: het ik toch geen
pistool op zak
Nou dat wou die dan nie van mij
aanneme
ledereen moes daar door zei die
Dus ik daar door
Gaat dat ding af!
Ik: zóón boei
Asof ik met een pistool op zak zou lope
Hij zeg hè je iets van metaal – sleutels of iets
Ik denk die riem van mijn daar zit
metaal in – ja
Moes ik er nog es door
Gaat dat ding weer af!
Bleek dan die riem te zijn
Nou mocht ik uiteindelijk die dancing in
Dat grietje uit die rij door al da gedoe
kwijt geraak
Maar dat was heul nie erg
Ik kende niemand, maar da was heul
nie erg
Nee, dat kwam…
ledereen daar binne was zó..
Asof ze mekaar al jare kende
En ook tegen mijn
Asof die mijn al jare kende
En op den duur had ik ook echt het
gevoel dak… ja., iedereen al jare kende
Net ene grote familie – eig’lijk
Ik hè mè iedereen gedans en gepraat
en ik kreeg overal drankies aangebode
en voorgesteld en
Ja – o,ja
Op een gegeven moment staan daar zo
een aantal te zinge
Zo van die nummers van de carnaval
Dat viert ik nou nooit meer, maar toen
wel hè
Dus ik denk: ik ken die nummers
Ben ik der gewoon bij gaan staan
Ben ik gewoon mee gaan zinge Ja
En dan zo van die nummers van… ehm…
ZINGT:
‘Ik zie een pils Waar?
Daar op de trap
Ja daar op de trap
Ja daar, een gele met een kraagie’
Ja, en dat was dan in groepe hè
Dus dan zong de ene groep:
‘Ik zie een pils!’
En dan de andere:
‘Waar?’
En dan weer die andere:
‘Daar op de trap’
En dan met zen alle:
‘Ja daar, een gele met een kraag-iie
Nee tis geen grap
Tis dat heerlijke goudgele sap
Op de trap, op de trap’
En ook „ehm..:
‘Eeèèr staat een paard in de gang,
ja-ja. Een paard in de gang o, o ‘n
paard in de gang bij’
God, hoe heette zij nou ook weer
Bij juffrouw Frankie?-
‘Bij juffrouw Frankfe, er staat een
paard in de gang oh oh een paard
in de gang’
En zo hebbe we nog duzend van die
nummers gezonge
Heel die discotheek hebbe we
meegekrege
Heel die discotheek!
Uiteindelijk ben ik dan wel alleen
vertrokke geloof ik
Ik ben alleen die disco uit gelope
Ja, ja ik was alleen
Of-
Ja
Loop ik naar buite: is het licht!
Ik denk het mot hier al een uur of 9
‘s ochens zijn
Winkels al ope
Ik denk dat komp mooi uit
Want ik sterf van de honger
Ik denk: ik gaan hier eerst ergens een
friettent vinde
Heb ik gevonde
Ik zeg doe mijn een patat oorlog
En dan dus niet wa da ze op sommige
plekken doen alleen satésaus en
mayonaise – nee –
Het is én satésaus én mayonaise én
ketchup én curry – alles!
Oorlog is oorlog
Dus dat hek gekrege
Ik betaal die vent
Sta ik zo da geld terug te stoppe
Vind ik zo: een bonnetje
in men portemonnee
Zo een blauw bonnetje
Met een nummer
Drieënveertig
Nummer drieënveertig staat er op dat
bonnetje
‘t is van een jasje van Henk
Dat hangt nog bij de wasserette
Dat ben ik vergete op te hale
Dat hangt daar al
Kweenie hoe lang
Ben ik vergeten
Ga ik morge ophale
Dat jasje
Morgen ga ik dat ophale
Ik denk:
Het is al morgen
Ik ken dat direct ophale
Ik denk: ik ben nou toch in de stad
Dadelijk hangk het daar nóg een half
jaar
Zat nog een kaartje bij, met het adres
Hek nog twee mense de weg motte vrage
En dan had ik het gevonde Of gevonde…
Ik stond er in ene recht voor eig’lijk
Recht voor die winkel
Ik leg dat bonnetje op tafel
Zij loop zo naar achteren
Ik denk dadelijk hangt het er nie meer
Dat ken hè
Na zo lang
Ze kom terug
Met dat jasje
17,50 zegt ze
Ik denk nog :
Asof het godverdomme niks meer is
Maar goed denk ik, het is ook wel de
moeite
Want ja, er was zo een heel glas wijn
overheen gegaan
Hier, ken het je late zien ook
marie pakt het colbert.
Hierzo een hele vlek
En het is er wel helemaal uit
En voor 17,50 ken je ook geen nieuw
jasje meer kope – zo is het ook
kijkt naar dat colbert.
Heb ik ooit voor hem gekoch
Al heul lang gelede
Hij draag het bijna nooit
Ik het hem ook nooit gevraag waarom
eigenlijk
Hij zou het lelijk kunne vinden…
‘Juffrouw?’
Maar die indruk gaf die niet toen ik
het hem gaf…
Nee, hij vond het mooi
Henk is geen goeie acteur
As hij iets nie mooi vind dan merk je
dat direk
Hij vond het zeker mooi
‘Juffrouw?’
Misschien bewaarde die het voor
speciale gelegenheden
Dat ken hè
Da je iets nie veel draag juist omdat –
-‘Juffrouw?!’-
Ja, godverdomme –
Mag ik hier soms nie even gewoon zo
staan!
Is het soms verboden om stil te staan?
Ik sta hier namelijk gewoon even
ergens bij stil te staan
Maar goed, as dat verboden is
En ik begrijp het wel hoor
Aan stilstaande mensen heb je niks,
nee
Die winkel die moet draaien
Dus stilstaande mensen die staan in de
weg
En waarom of dat die mensen stilstaan
daar heb jij niets mee te maken toch?
Nee, want jij hebt wel meer te doen
Jij moet door
Dus ik ook
Ik moet ook door
Is dat het wat je me wil zegge
Dat ik door moet?
Is dat het wat je me wil zeggen
Dat omdat de wereld nou eenmaal
doordraait dat ik mee moet
Is dat het?
Het gore lef!
Mij hier een beetje kome vertelle hoe
of dat ik mijn leve mot leide
Mij hier een beetje komme vertelle dat
de wereld wel zeker nie op mij zal
wachten
Dak door mot, vooruit mot
Nie achterom moe kijke, maar verder
mot
Dadelijk dan ga je me nog vertellen
dak schepe achter me moet verbrande
Dak moet roeie met de rieme diek heb
Maar ik heb hellemaal geen rieme meer hè
En vertelt mij nou niet dat alles een reden heb
Want ik zien hem niet hoor
Ik zal het sterker vertelle
Alle mense die mijn hier wille komme
vertelle ‘dat-ailes-een-rede-heb’
Die moge bij mij langs komme
En dan zal ik ze es…
Weet je wat ik dan es zal doen
Dan zal ik ze es met een heul fijn
mesje zo: allebei de oge uit steke
Dat zal ik es doen
En dan kenne ze es zien
Hoe makkelijk het nog is om door te gaan
En met wat voor rieme ..
Hè godverdomme zelf nog niks meegemaak!
Behalve dan de wereld een beetje op
het toilet te staan pijpe
Je tussen twee auto’s te late neuke
Maar bij mijn gaan die dinge wel
verder dan dat
Bij mijn gaan die dingen wel veel, véél
verder dan dat
Bij mij gaan die dingen zo ver, daar zal
jij wel nooit nie bij kunnen
Zo vèr as dat bij mij ga
En dan ken jij wel denke dat ik gek ben
Want ik zien het je denke
Jij denk: dien is gek
En weet je wat
Dan ben je precies me zoon
Want die denkt er precies zo over
Vorige week
‘Ma’ zegtie.
‘Jij hou je eige voor de gek’
Dat zegt ‘ie!
Tege ze moeder!
En dat ‘ie er niet meer tege kan’
En dat ‘ie ‘voorlopig nie meer thuis
komp’
En hij loop zo de deur uit
En misschien hou ik men eige dan wel
voor de gek
Misschien ren ik wel ergens voor weg
Maar wat is daar dan zo plotseling mis mee?
Iemand heeft dat ooit op een heel
intelligente manier gezegd en -hop-
ledereen die intelligent wil lijke loop
zijn medemens er te pas en te onpas
op te wijze
Dat hij ‘misschien gewoon ergens van
weg probeert te renne’
Want ‘jij, ja, jij wil gewoon de realiteit
niet onder oge komen’
‘Jij wil gewoon niet verder, niet
doorgaan met je leven’
En dan is mijn vraag :
Vanwaar die plotselinge hang naar de
realiteit?
Naar de waarheid? ik bedoel,
Mensen die geloven in een hemel of in
‘leven na de dood’
Die gelove dat toch ook alleen maar
omdat ze de leegte –
De leegte van de dood niet in
het aangezich wille kijke?
tt
tt
En ga jij die mense dan vertelle dat
de hemel nie bestaa?
Nee
Da ga je nie vertelle hè
Want daar gaat het nie over
Het gaat er nie over wat wel of niet waar is
Het gaat er over waar dat zij gelukkig van worde
En zij moge gelove wat da ze willen
En ik dus ook
Ik mag geloven wat ik wil
En as jij dat ook maar hallef zou –
Dan zou jij mij hier nie zo de les staan
te leze
Maar je zou niets zegge
Niet eens iets denke wantje zou me
begrijpen en mij hier laten staan-staan
Al zou ik hier een etmaal staan te
staan!
En ik heb nog tege dat kassa-kut-wijf gezeg:
‘dat ik haar precious-tijd niet langer
op zou houwe’ en dat ze ‘Die hele
KUT-tent in der reet ken douwe’
En dan ben ik zo een kruispunt
opgelope
Ja
Ik ben zo midden een kruispunt
opgelope
En ik heb geroepe:
– STOOOOOOOOP!!!-
En een effect dat dat had
Dat was een lawaai en een getoeter
en zo piepende banden en –
En dan is het even zwart
Ja…
Dan mis ik een heel klein stukkie van
de film
…maar het volgende moment dat ik
mijn herinner…
Staat er een vent over me heen
gebogen
‘Juffrouw ?’
Zegt ie.
OM DE MAN NA TE BOOTSEN SPREEKT
MARIE MET MARROKAANS ACCENT.
‘les allés goed?’
Ik zeg: ja hoor, met mijn gaat alles prima
‘Jij hebt pijn?’
Nou… nee, zeg ik, nee ik mankeer niks
‘Nee, nee, ik b-doel jij hebt pijn in
hart?’
Ik ehm…
‘Juffrouw: jij huilt, iek kan jij niet
verstaan,
jij moet zo:’
ADEMT DIEP IN.
‘Ja, ja…nog, nog’
ZE DOET NOG EENS VOOR HOE DE MAN HAAR PROBEERT TE OVERTUIGEN DIEP IN TE ADEMEN.
‘les beter?’… ‘Juffrouw, jij huilt -‘
TREKT TWIJFELACHTIG GEZICHT.
‘Jij huilt niet:
jij mooi vrouw
lek vraag: waarom jij hier?
Hele., ehm… verkeer ies..
Sorry, iek spreek niet…
Hele verkeer ies…-
SLAAT VUISTEN TEGEN ELKAAR EN BOOTST
GELUID VAN BOTSING NA -BAF, BAF, BAF!
– door jij
Waarom?’
Ik… zet de wereld stil.
‘Jij zet wereld stiel?’
Nee, nee, ik denk nieks, nul.
lek denk wel,
jij -moet -hier -weg
Jij wiel leune
lek sterk man
les goed ik leg jij daar?’
MARIE WIJST NAAR DE MUUR ACHTER
HAAR:
‘les goed muurtje? lek ben zo terug les goed muurtje?’
TOT PUBLIEK:
En eerlijk is eerlijk: het is een prima
muurtie
Zou haas zegge: wat heb een mens
nog meer nodig
Ik denk: ik zit hier heel hartstikke
prima
Voorlopig zit ik hier heel hartstikke
prima
Ik zou hier wat mij betreft nog wel een
heul poosje kunne blijve zitte
Het enige is….
Henk
Ja , die zal zich wel afvrage waar of
dat ik blijft
Wat voorn dag ist eig’lijk?
Ah ja…
Dan zal em op zen werk zijn
O god, zonder eten natuurlijk
Want as ik ze boterhammen nie smeer
dan eet hem helemaal niet
SPREEKT PLOTSELING LINKS OVER HAAR SCHOUDER, ALSOF DAAR IEMAND ZIT.
Dat zou je nou toch es moeten leren
Henk, van dan in ieder geval je eigen
boterhammen te smeren
As ik er niet ben hè
Ik kan er toch ook niet constant zijn
voor jou zijn
Ik het toch ook een eige leven
Nou ja vooruit
Kijk es wat ik voor je opgehaald heb?
Je jasje
Hek opgehaald
Vanochend
Bij de wasserette
Zeg mag ik jou nou es iets vrage
Da jasje, da draag jij nooit
Is dat om –
Je bewaart het voor speciale
gelegenhede
Ja, dat dacht ik al
Hè?
Ja ik ben uit gewees
Nee, ik het niemand lope te versieren
Ben ik daar toch heul nie mee bezig
Nee
As ik eeuwig trouw zweert dan zweert
ik eeuwig trouw Henk
Zo ben ik
Ik meent dat wat of da ik zeg
Ja nee de meeste mensen niet
De meeste mensen zweren maar wat
raak
Die misbruiken de woorden
Ik niet, ik misbruikt mijn woorden niet
Ik het trouwes een gedich voor je
geschreve
-Wacht –
ZE PAKT EEN ROOD PAPIER UIT HAAR TAS-OP DAT ZELFDE MOMENT GAAT ER EEN MOBIELE TELEFOON IN HAAR TAS. ZE NEEMT OP.
Jaa?
Hèej, dag jonge
Ben ik blij dat jij mijn belt
Hoe gaat het?
Das mooi jonge
En opt werk?
Goh, ben ik blij dat jij mijn belt
Met mijn gaat alles hartstikke goed
Wat heb-ie gehoord?
Ach welnee
De mense die ouwehoere toch altijd
wel wat
Dat weet jij nou toch ook zo
onderhand wel
Nee hoor
Gisteravond?
Ik heb een wandeling gemaak en toen
ben ik de weg kwijt geraak,
Want ja je kent je moeder
Die raak wel vaker de weg kwijt
Ik kreeg het gisteravond zo benauwd in ene
Moest gewoon eve de deur uit
Zat het net nog aan je vader
te vertelle
Ja, pappa zit hier naast mijn
Loek?
ZOON HANGT OP
Loek? Nou…
Das nou typisch onze zoon, die hangt gewoon
-KIJKT WEER NAAR LINKS
Henk?
HELE LANGE STILTE WAARIN ZE KIJKT NAAR DE PLEK WAAR HENK ZOJUIST ZAT. UITEINDELIJK PAKT ZE DE BRIEF, VOUWT DIE OPEN EN LEEST HEM. JE HOORT VIA DE BOXEN DE STEM VAN MARIE:
‘Ik zou willen dat de wereld wat
minder snel ging zodat ik beter kon
volgen
Dat ik niet het gevoel had dat alles
tussen mijn vingers door slip
maar da ‘k het is even vast kon houwe
Dat het niet langs me oge flits maar es
eve stilstond
zoals mè foto’s of vakantiefilms
Ik zou wille da ‘k de wereld terug kon
spoele en stilzette
Zodat ik voor altijd bij jou kon zijn
Jouw Marie’
EINDE
Met medewerking van Theater Zuidpool