© Stef Stessel

Revolutionary Road – STAN & De Roovers

Doing Life

STAN & De Roovers ensceneren Revolutionary Road, de roman die Richard Yates schreef in 1962. Yates’ tekst kan dan wel gelezen worden als een tijdsdocument, maar deze excellente bewerking toont dat gekte tijdloos is, zelfbedrog een collectieve afspraak van alle tijden, en falen een virtuoze tragedie, met voor iedereen een rol. Revolutionary Road bewijst dat repertoire camp kan zijn.

Frank en April zijn een getrouwd, jong koppel. Two point five kids and a house in the suburbs. Het leven lacht hen toe. Hun huis, hun hek, hun kinderen, hun glurende buren en zijn saaie kantoorbaan, belichamen  de American Dream. Ze hebben het allemaal. 

Hoewel de hopeloze leegte om de hoek loert, heeft de verwezenlijking van die absurde droom hen niet in slaap gesust. Integendeel: ze zijn vastbesloten het leven met overgave te leven. Daarom vatten ze het gedurfde plan op om hun conformistisch burgerlijk bestaan te laten voor wat het is, en naar Parijs te verhuizen om daar opnieuw te beginnen. Maar hoe graag ze ook willen ontsnappen aan de maatschappelijke verwachtingen die hen dreigen te verstikken, de realiteit haalt hen wreed in, en verbrijzelt zowel hun droom als hun liefde. 

Witte, half doorzichtige gordijnen delen de scène door twee. Wat zich daarachter afspeelt, vormt een dromerige chaos, iets tussen industrieel en huiselijk. Flor Van Severen, Ivana Noa, Jolente De Keersmaeker en Robby Cleiren verdwijnen en verschijnen voor, achter, en tussen die gordijnen, met één been in hun rol, trappelend van ongeduld om te starten met spelen. Een paar seconden zachte jazz, en Cleiren opent de voorstelling met een meta-theatrale knipoog: ‘Jullie hebben er echt jullie hart en ziel in gelegd, doe dat morgen weer, en het wordt een fantastische voorstelling.’ En terwijl hij vertelt over een werkproces vol overgave, gevolgd door de koude douche van een geflopte première, transformeert hij moeiteloos en snel van afstandelijke verteller naar personage, en bevinden we ons plots midden in het verhaal waarover hij zonet met enige abstractie getuigde. 

Van Severen en Noa spelen Frank en April Wheeler, De Keersmaeker en Cleiren nemen alle andere personages voor hun rekening. Voortdurend vallen zij in en weer uit hun vele rollen. Nu eens geruisloos spiedend naar hun tekst in de rol van verteller, alsof ze buiten het stuk staan, dan weer grotesk aankondigend:  ‘ik ben nu iemand anders, oké’. 

Met een geniale ridiculiteit geeft De Keersmaeker bijvoorbeeld gestalte aan de tragische kantoorbimbo Maureen, met wie Frank een korte affaire aanknoopt. Haar spel is een intelligente en provocatieve evenwichtsoefening. Balancerend tussen slapstick en drama, tussen diepgang en idioterie, geeft ze gestalte aan het jonge meisje en maakt ze in strak samenspel met Van Severen voelbaar wat zo’n schijnbaar oppervlakkige affaire doet met een mens. Maureen is daarbij maar één van de schijnbaar ontelbare personages die op die wijze de revue passeren. Ook het spel van Cleiren laat zich kenmerken door sprankelende doorleefdheid en komische abstrahering. Van verdorven salesman tot druilerige echtgenoot of de zieke zot John, Cleiren beweegt zich deskundig tussen saaie burgerlijke beheersing en prikkelende brutaliteit. 

Het duo De Keersmaeker – Cleiren wisselt dus voortdurend van register: zij kunnen afstand nemen van hun rollen. Dat legt precies het onvermogen van de jonge Wheelers bloot: hoewel zij wel afstand willen nemen, zit het perfecte koppel hopeloos vast in hun obsessieve draaikolk richting emancipatie. In tegenstelling tot Cleiren en De Keersmaeker zitten Van Severen en Noa ook letterlijk vast in hun ene rol, in hun dramatische boog die doorheen de voorstelling loopt. 

“Hun gedeelde leven raakt steeds meer uitgehold in hun driftige individuele zoektocht naar zuurstof.”

Het is dan ook in hun samenspel en personage-ontwikkeling dat private gekte steeds meer gestalte krijgt. Komisch, gevoelig en gedecideerd speelt Van Severen met de mannelijke ijdelheid en woordeloze schaamte van Frank. Hij voert een razend bevlogen monoloog, waarin hij de absurde decadentie van de Westerse consumptiemaatschappij te lijf gaat die hij zelf machteloos vulgair belichaamt, stiekem hulpeloos leunend op zijn vrouw. Hetzelfde geldt voor April: haar zwangerschap ontneemt haar paradoxaal genoeg alle levensvreugde. Ze kiest daarom voor abortus, wat dan weer tot een destructief conflict tussen haar en Frank leidt. Hun gedeelde leven raakt steeds meer uitgehold in hun driftige individuele zoektocht naar zuurstof.

Spelen tussen aanhalingstekens

Hoe ver kunnen we gaan? Die vraag kenmerkt niet alleen de worstelingen en verlangens van de personages, maar ook de (spelers)dramaturgie van Revolutionary Road. In Notes on Camp onderzoekt Susan Sontag de hedendaagse nichegevoeligheid die camp heet. Ze schrijft: ‘Camp sees everything in quotation marks.’ Sontags woorden vatten het treffend samen: deze bewerking van Revolutionary Road plaatst alles tussen aanhalingstekens. Een man is een ‘man’, zijn onkunde stuurt hem richting de normaliteit. Een vrouw een ‘vrouw’ die overweldigd is, verscheurd tussen integriteit en de rol die haar door de maatschappij werd opgelegd. Maar: ‘To perceive camp in objects and persons is to understand Being-as-Playing-a-Role’

En dus worden de balletvloeren behendig en zelfbewust uit- en weer opgerold, worden  lampen gericht, en intieme stillevens van huiselijkheid ‘gespeeld’. Zo zijn De Keersmaeker en Cleiren op gegeven moment stilletjes in de weer achter de gordijnen, om ongemerkt een feestelijke ontbijttafel neer te zetten voor de Wheelers. Terwijl Van Severen en Noa met liefdeloze plichtmatigheid samen hun ontbijt eten, worden ze kritisch gadegeslagen door De Keersmaeker en Cleiren van achter het gordijn. Waarna het huiselijke tafereel weer wordt afgebroken, uitdrukking gevend aan een sluimerend gevoel van teleurstelling en ongeduld. Ook de talloze kostuumwissels en fragmentarische tekstcompositie dragen daartoe bij. Als een constante echo beweegt de vervreemding zich over de scène. 

“De overdrijving is zo expliciet dat ze provoceert, relativeert, en tegelijkertijd diepe ernst uitdrukt.”

Revolutionary Road ensceneert intimiteit en zelfbewustzijn, legt conformisme schitterend bloot als schone schijn, en in het verlengde daarvan binnenhuiselijke krankzinnigheid als een kwestie van liefde, van overgave en onvermogen. De overdrijving is zo expliciet dat ze provoceert, relativeert, en tegelijkertijd diepe ernst uitdrukt. Rigide genderpatronen, individueel falen in een falende maatschappij, emancipatie en passionele naïviteit worden bloedserieus genomen, en tegelijk met overgave gecorrumpeerd. De spelers maken de relationele tragedie van Revolutionary Road magistraal voelbaar en deinzen er tegelijk niet voor terug om elke emotie te vulgariseren, omdat ze begrijpen dat dat onderdeel is van het drama.

Dit is repertoiretheater van hoog niveau, en biedt genereus stof tot nadenken. Misschien niet expliciet, maar de voorstelling neemt wel degelijk onverbiddelijke standpunten in met haar shockerend goede spel en campy dramaturgie. Revolutionary Road draait rond de kramp van een relatie waarop het ordinaire leven – in haar volle strijd tussen conformisme en emancipatie – veel te zwaar weegt. 

Wanneer Cleiren op het eind de vraag stelt hoe iemand nu moedig kan zijn als hij niet eens meer leeft, maakt hij de worsteling van de personages expliciet. Willen ze samenvallen met het waanzinnige ideaalbeeld dat de maatschappelijke  structuur hen oplegt,  dan vervreemden ze steeds meer van hun eigen verlangens. Er is moed voor nodig om je daartegen te verzetten, en de vraag is of die moed opgebracht kan worden. Dat is de frivole tragedie van Revolutionary Road, die ook raakt aan de hedendaagse vraag rond de relevantie van repertoire. Die relevantie bewijst Revolutionary Road met virtuoos plezier en zelfbewuste overgave.

JE LEEST ONZE ARTIKELS GRATIS OMDAT WE GELOVEN IN VRIJE, KWALITATIEVE, INCLUSIEVE KUNSTKRITIEK. ALS WE DAT WILLEN BLIJVEN BIEDEN IN DE TOEKOMST, HEBBEN WE OOK JOUW STEUN NODIG! Steun Etcetera.

recensie
Leestijd 6 — 9 minuten

#177

05.09.2024

14.12.2024

Catho De Cordt

Catho De Cordt studeerde Drama aan het KASK en Engelse taal- en letterkunde aan de UGent. Ze is actief als schrijver en theatermaker.



NIEUWSBRIEF

Elke dag geven wij het beste van onszelf voor steengoede podiumkunstkritiek.

Wil jij die rechtstreeks in je mailbox ontvangen? Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief!