Scampi’s, grijze lavabo’s, eierschaalkleurige vuilnisbakken, botermesjes, keukenschorten, condooms, konijnen, een pistache-groene citroenpers van Philips, hamsters, hawaïhemden, barbies, donkerblauw beddengoed, speelgoed uit de jaren 1990. Het zijn maar enkele van de triggers van Verona, het personage in OnlyFans for Therapy. De voorstelling heeft op het eerste gezicht weinig te maken met OnlyFans, het platform dat voornamelijk gebruikt wordt voor het delen van expliciete content tegen betaling. Met therapie en de (on)betaalbaarheid daarvan des te meer. In een Excel-sheet rekent Verona Verbakel het live voor ons uit: levenslange therapie op wekelijkse basis zou een 32-jarige vrouw – inflatie in acht genomen – zo’n 226.215,24 euro kosten.
Een cijfer om hartstochtelijk van te huilen, maar terwijl het bedrag achter haar op het scherm verschijnt, kijkt Verbakel het publiek onbewogen aan. Huilen zal ze in deze voorstelling overigens wel doen, maar alleen op het scherm, waar zich het grootste deel van de actie afspeelt. In video’s die doen denken aan het soort vlogs waarvan YouTube, Instagram en TikTok uitpuilen, vertelt Verbakels personage het onsamenhangende verhaal van een traumatische jeugd. Wat er precies is gebeurd met de vijfjarige die zich nog in de tweeëndertigjarige schuilhoudt, komt het publiek nooit te weten. Dat is om zichzelf te beschermen, zegt ze, tegen recensies met koppen als ‘Verona Verbakel misbruikt als kind’. En het is een theatrale truc, dat ook, een die ze leerde van scenarist Angelo Tijssens. ‘Nooit expliciet het trauma tonen in het eerste kwartier van je voorstelling.’
Het personage Verona
De Verona in de video is duidelijk een personage, een hyperbolisch karakter dat zich aan alles ergert en een oneindig recht op troost en wraak meent te hebben. De Verbakel die in haar wit-blauwe jumpsuit en met strakke paardenstaart vanop het podium de filmpjes orkestreert, is dat in veel mindere mate. Hoe het komt dat je als publiek de vrouw in de video’s wél als personage ziet en de vrouw op het podium niet, is een interessant vraagstuk. Als er al een onderscheid zou zijn tussen die twee Verona Verbakels, verwacht je het andersom: de vrouw op het podium is een actrice. De vrouw in de video’s is een gekwetste persoon van vlees en bloed die haar verhaal deelt via een medium dat zich perfect leent voor monologen van ‘authentieke zelven’. De eerste scènes – de hilarische vijf minuten durende opsomming van triggers – en het advies van Tijssens vormen echter het kader: dit is een theaterstuk en degene die je hier op het scherm ziet, is een personage.
“Hoe het komt dat je als publiek de vrouw in de video’s wél als personage ziet en de vrouw op het podium niet, is een interessant vraagstuk.”
In sneltempo klikt Verbakel op haar MacBook door mappen naar steeds weer volgende video’s. Soms ligt Verona op bed te vertellen over wat haar woedend, angstig of verdrietig maakt. Soms zit ze huilend voor de camera. Soms is ze buiten en probeert ze iets te zeggen, terwijl ze daarbij aanhoudend wordt gestoord door de onbeleefd verder draaiende wereld van duiven, fietsers, auto’s en wind. ‘Er is hier heel veel passage’, zegt ze licht-geïrriteerd, maar toch wil ze dáár – voor het gerechtsgebouw van Gent, waar ze als twaalfjarige moest getuigen, en dat trouwens volledig van glas is, om de transparante werking van het rechtswezen te benadrukken – het verhaal afmaken over wat haar nu eigenlijk echt is overkomen. Ze maakt het niet af. Ze verdwaalt in de zijpaden van haar verhaal en wordt uiteindelijk steeds weer onderbroken door een muisklik van de MacBook waarmee een volgend filmpje wordt ingezet.
Door van vlog-Verona een personage te maken, creëert de voorstelling op intelligente wijze ruimte voor het publiek om zich te verhouden tot haar en haar relaas. Bij persoonlijk theater heeft het publiek vaak weinig keuze: je vindt het sterk óf je bent de lul die zo’n kwetsbare voorstelling slecht durft te vinden. Niet zo in OnlyFans for Therapy. Er is volop mogelijkheid om Verona irritant en zelfs overdreven rancuneus te vinden, bijvoorbeeld wanneer ze op een kleine uiting van vrolijkheid van een ander reageert met: ‘Ja, ík ben nooit een kind geweest, dus ik ga niet vrolijk doen.’ Of wanneer ze haar ouderlijk huis vervloekt: ‘Ik vergeef je niét voor alles wat hier gebeurd is.’ Of wanneer ze getriggerd wordt door fluitende vogels, omdat die er ook waren in de instelling waar ze ooit verbleef.
“Als het woord hysterisch nog bestond, zou het van toepassing zijn op deze vrouw die haar woede richt op levenloze objecten en krampachtig vasthoudt aan haar trauma.”
Of wanneer ze die pistachegroene citruspers van Philips uit de keuken van haar moeder steelt om hem eindelijk zijn verdiende loon te geven in het containerpark. ‘Deze heeft héél veel gezien, maar nooit iets gedaan.’ Als het woord hysterisch nog bestond, zou het van toepassing zijn op deze vrouw die haar woede richt op levenloze objecten en krampachtig vasthoudt aan haar trauma.
Geilen op authentiek trauma
Het is een vraag die onvermijdelijk bovendrijft: wil ze eigenlijk wel een manier vinden om met haar trauma te dealen? Op haar bureaublad staan talloze foto’s van grijze lavabo’s, hamsters en – uiteraard – de citruspers. Via Google reviews zoekt ze recensies over de gesloten jeugdinstelling. Ze moet huilen als de meeste daarvan positief blijken. Ze leest en herleest wat er nog over is van haar gerechtelijk dossier. Ze toont het aan de camera – ‘Hoe grappig is papier uit de jaren 1990?’ – maar vertelt niet wat er op dat grappige papier geschreven staat, wat ze zo duidelijk écht wil vertellen. Het vereist subtiel spel om dit wispelturige personage tot leven te wekken, dat voortdurend bezig is met haar trauma, maar nooit echt stappen lijkt te zetten om er echt mee om te gaan.
Daar komt dan toch de OnlyFans uit de titel om de hoek. Verona toont misschien geen seksueel getinte beelden van zichzelf, maar wel een ander soort naakt, het soort waarop we in deze tijd nog veel meer geilen: het naakt van het rauwe, authentieke trauma van de ander. Je kan je voorstellen dat Verona’s video’s duizenden en duizenden kijkers hebben (al kan je je net zo goed het tegendeel voorstellen). Je kan je voorstellen hoe de reclame-inkomsten uit al die video’s het begin vormen van een spaarpotje om tweehonderdduizend euro aan therapie te betalen. En je kan je voorstellen hoe die therapie eigenlijk vooral nieuwe voeding vormt voor content. Ziedaar de catch-22 waarin het personage en bij uitbreiding haar publiek verzeild is geraakt. Verona wil niet geheeld worden, ze wil stuk blijven en daar haar identiteit van maken. En waarom zou ze daar geen munt uit slaan?
Ondraaglijke oneerlijkheid
Maar waarom moet Verbakel dan nog zelf aanwezig zijn op het podium? Slechts één keer komt ze zelf aan het woord, wanneer ze een brief van een advocaat voorleest: zonder microfoon, zonder emotie, statisch op de stoel waar ze een uur lang op blijft zitten. Verder zwijgt ze, kijkt ze het publiek aan en klikt door de video’s. Veel voegt ze niet toe aan de actie op het scherm, toch? Denken dat de voorstelling als videowerk had kunnen bestaan, zou echter een onderschatting betekenen van de impact van de aanwezigheid van een performer op een podium.
De ontdubbeling van Verona Verbakel zorgt ervoor dat je van bij het begin minstens een van de twee Verona Verbakels als personage ziet. Daarnaast zit Verbakel er om door de video’s te scrollen wanneer Verona te lang over hetzelfde onderwerp blijft doordrammen, en op die manier het publiek ook het mandaat te geven om zich te ergeren aan Verona. Misschien zit ze daar zelfs als een onwankelbaar eenmanspubliek, om Verona minder eenzaam te maken. Het belangrijkste aspect van haar aanwezigheid ligt in het verlengde daarvan, in de dwingende blik waarmee ze lijkt te zeggen: ‘Gij gaat naar haar luisteren.’ Hier zal niemand de zaal uitlopen, op een gsm kijken, iets tegen een buur fluisteren, een andere zithouding zoeken. Want het is aan Verona nu, om haar verhaal te doen.
“Voor dit personage bestaat er geen catharsis, omdat het louter delen van trauma, zonder wezenlijke uitwisseling, nooit genoeg zal zijn.”
De minimale actie op het podium geeft de voorstelling ook een steriel, bijna onbevredigend karakter. De stilte en het onverwerkte trauma op beeld doen verlangen naar ontlading. Die komt er even in een scène die ‘empowering dans voor de weide van de gesloten jeugdinstelling’ heet. Maar het scherm schept afstand. En als je als publiek al zou willen lachen of voorzichtig mee bewegen, zit daar Verbakel die je streng in de gaten houdt. De laatste scène – Verona die als een kwade kat blaast tegen het gerechtsgebouw van Gent en huilend, eenzaam terug naar huis wandelt – biedt ook al geen catharsis.
Geen catharsis
Het geheel van de voorstelling doet denken aan wat Verona zegt over haar thuissituatie. ‘In huizen waar misbruik plaatsvindt, loopt het eigenlijk nooit uit de hand, want uit de hand lopen is de routine.’ Hoewel je de zaal verlaat met het vervelende gevoel dat je nood hebt aan een metalconcert, klopt deze quote. Voor dit personage bestaat er geen catharsis, omdat het louter delen van trauma, zonder wezenlijke uitwisseling, nooit genoeg zal zijn. En omdat voor trauma geen oplossing bestaat. Het is de ruptuur die deel wordt van je weefsel en die, hoe hard je binnen de grenzen van het legale ook probeert, nooit op dezelfde wijze zal ontstaan in het weefsel van een dader. Verona Verbakel maakte van die ondraaglijke oneerlijkheid een ijzersterke, slimme voorstelling vol humor. Dat je niet durft te lachen omdat ze je met haar onbreekbare blik zit aan te staren, is jouw probleem. Het gaat niet over jou. Het gaat over Verona.
Nog te zien op 18 oktober 2025 (Minard, Gent) en in de week van 27 t.e.m. 31 januari 2026 (Arenberg, Antwerpen).






