Leestijd 9 — 12 minuten

Evelien Bosmans en Lukas De Wolf – Venus

Een wolf in schapenbont

Voor verhalen over toxische machtsdynamieken in de culturele sector hoef je de krant maar open te slaan. Dat er ook nog een interessante en vooral verdomd geestige theatrale verbeelding van die pijnlijke realiteit te maken valt, bewijzen Evelien Bosmans en Lukas De Wolf met hun allereerste regie. In het gelaagde Venus onderzoeken ze via de opvoering van een sadomasochistisch toneelstuk de machtsrelatie tussen een mannelijke auteur-regisseur en een vrouwelijke actrice.

Thomas Novachek heeft net een hele dag audities gehouden voor het toneelstuk dat hij heeft geschreven. Misnoegd moppert hij dat het ‘soort’ actrice dat hij zoekt – beeldschoon, elegant vrouwelijk, welbespraakt en met een toneelschooldiploma op zak – compleet onvindbaar blijkt. Hij gooit de handdoek in de ring, maar dat is buiten de enigmatische Vanda Jordan gerekend. In een hevig woedende storm verschijnt ze als een dea ex machina in zijn deuropening. Ze is uren te laat, maar vastberaden om nog auditie te doen. Zo begint Venus, de nieuwste voorstelling van Comp. Marius, die haar befaamde houten tribune deze zomer verhuisde van het Antwerpse Middelheimpark naar de Blikfabriek in Hoboken. Vaste waarden Waas Gramser en Kris Van Trier maakten plaats voor Evelien Bosmans en Lukas De Wolf, die beiden al jaren kind aan huis zijn bij het locatietheatergezelschap en nu voor het eerst zelf de regie voeren.

Latex en bont

Na het zien van de film Venus in fur van Roman Polanski kwamen ze terecht bij de gelijknamige toneeltekst van de Amerikaan David Ives, die zich baseerde op Venus im Pelz (1870) van de Oostenrijkse auteur Leopold von Sacher-Masoch. Deze ‘vader’ van het masoch-isme voerde in zijn provocatieve roman de aristocraat Severin von Kusiemski op, een seksueel onderdanige man die als kind letterlijk het klappen van de zweep leerde van zijn onverbiddelijke tante, terwijl hij halfnaakt op haar bontjas lag. Op zoek naar haar evenknie ontmoet hij de Russische Wanda von Dunajew, eveneens van adel. Zich aan haar voeten werpend vraagt hij of zij hem als haar slaaf wil behandelen. Na veel aandringen maakt ze van zijn fantasieën over onderdanigheid, vernedering en pijn een realiteit. Tot hun relatie natuurlijk, zoals het drama dat voorschrijft, op de klippen loopt.

Het is voor de theaterbewerking van die nogal belegen sm-roman dat Bosmans’ personage Vanda – voor de gelegenheid heerlijk anachronistisch gekleed in onder meer een latex minirok en hondenhalsband – auditie komt doen bij de schrijver Thomas, gespeeld door De Wolf. Aanvankelijk maakt ze maar weinig indruk op hem: ze heeft dan wel dezelfde naam als het personage waarvoor ze auditeert, maar ze is ook een schijnbaar weinig intelligente, impulsieve en sociaal ietwat onhandige flapuit. Kortom: ze is totaal ongeschikt voor de rol. Wanneer ze echter begint te spelen, is de transformatie totaal. Gekleed in een historisch accuraat kostuum dat ze speciaal voor haar auditie op de kop kon tikken, geeft ze gracieus en genuanceerd gestalte aan Wanda. Intussen nodigt ze Thomas zacht en toch dwangmatig uit om in de huid van Severin te kruipen en haar tegenspeler te worden. Zo beginnen de twee via de fictie hun verhouding tot elkaar te onderzoeken en te vormen.

Het maakt van de scène een spannend speelveld, waar ze aftasten hoe ver ze kunnen gaan en hoe speels ze dat kunnen doen. De chemie tussen Bosmans en De Wolf is daarbij onmiskenbaar. Ze stonden al talloze keren samen op de scène – ooit nog als een veel lieflijker koppel in Het kleine sterven van Dimitri Leue en hetpaleis – en zijn daardoor duidelijk op elkaar ingespeeld geraakt. Het is bovendien een enorme troef dat ze zélf de dialogen van Ives hebben vertaald: die rolt moeiteloos van hun tong, waardoor alle aandacht naar hun zinderende samenspel kan gaan.

Gerealiseerde fictie

‘Mij moet je niets leren over sadomasochisme, ik werk in het theater’, grinnikt Vanda al vroeg in de voorstelling. Het is in eerste instantie natuurlijk een grap, maar er zit meer in. Ze maakt daar eigenlijk een rechtstreekse verbinding tussen geënsceneerde dominantie als seksueel spel en de echte dominantie in de wereld van de ensceneringen, het toneel. Dat is de sleutel voor dit stuk: sm is een vehikel om het over de machtsrelatie tussen een schrijver-regisseur (een man) en een actrice (een vrouw) te hebben. De connectie is er echter ook op een vormelijk niveau. Venus is namelijk niet zomaar toneel, maar toneel over toneel. De overeenkomst tussen sadomasochisme en metatheater is niet eens zo vergezocht: het spannende zit in beide gevallen in de vervaging van de grenzen tussen wat spel is en wat ‘echt’, tussen wat afgesproken is en wat die afspraken overschrijdt. Het gevolg is een soort gerealiseerde en (in het geval van sadomasochisme) voelbare fictie, als een ultieme suspension of disbelief.

“De overeenkomst tussen sadomasochisme en metatheater is niet zo vergezocht: het spannende zit in beide gevallen in de vervaging van de grenzen tussen wat spel is en wat ‘echt’, tussen wat afgesproken is en wat die afspraken overschrijdt.”

Het is dan interessant om te zien hoe het kaderverhaal zich verhoudt tot de voorstelling-in-de-voorstelling. In de fictie lijkt alles alleszins glashelder: Severin is de tot slaaf gemaakte en Wanda zijn meesteres. De ‘realiteit’ van de auditie is daarentegen meteen complexer: hoewel Thomas als auteur en regisseur van de voorstelling duidelijk de machtspositie inneemt – hij bepaalt of Vanda de rol krijgt of niet –, komt hij niet bepaald dominant over. Daarvoor is Bosmans’ personage te zeer een orkaan die niet langs, maar door hem heen raast. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat hij zich snel gewillig laat regisseren en berispen door haar. Gaandeweg neemt Vanda de touwtjes steeds meer en steeds strakker in handen. Ze doet dat lacherig, plagerig, aanmoedigend en vol enthousiasme. Een geniale vondst van Bosmans: haar Vanda is opvallend aimabel, maar met een duidelijk doel voor ogen. In al haar lieflijke, onschuldig ogende enthousiasme creëert ze voor zichzelf de ruimte om ook een kritische houding te kunnen aannemen. Haar aanvankelijke ‘dommigheid’ is dan ook louter schijn, een pose. Zoals Hamlet zijn waanzin lijkt te spelen om de wantoestanden aan het Deense hof bloot te leggen, is het zeer waarschijnlijk dat zij zichzelf een pak minder intelligent voordoet dan ze in werkelijkheid is om… Ja, waarom eigenlijk?

Vermoorde onschuld

Dat heeft natuurlijk met Thomas en zijn tekst te maken. Het wordt almaar duidelijker dat hij zijn ideologische en morele overtuigingen het liefst onuitgesproken laat – in tegenstelling tot Vanda overigens, die onomwonden standpunten inneemt. Als zij een passage uit zijn script seksistisch of vrouwonvriendelijk acht, verschuilt hij zich achter het feit dat hij maar de bewerker van het verhaal is, niet de bedenker ervan. Hij vond de personages interessant en complex, maar claimt verder geen persoonlijke motivatie te hebben om deze voorstelling te maken. Als hij door Vanda geconfronteerd wordt met een schaamteloos misogyne quote uit een oud interview met hem, wijt hij dat aan jeugdige overmoed. Hij claimt bovendien ‘geen acteur’ en eigenlijk ook ‘niet echt een regisseur’ te zijn, al zijn dat wel de twee rollen die hij inneemt. Enzoverder, enzovoort. Uiteindelijk bekent hij toch kleur wanneer Vanda in zijn ogen de plank nog maar eens mis slaat door kindermisbruik als het hoofdthema van zijn voorstelling te zien. Kunnen we personages nu echt alleen nog maar reduceren tot voorbeelden van iets groters, vraagt hij zich witheet af. En moet het op het toneel werkelijk altijd over ras, sociale klasse en gender gaan? Dat is allemaal niet aan hem besteed: hij wilde gewoon een voorstelling schrijven over mensen. Mensen met complexe gedachten in tragische situaties. Meer niet.

Daar vergist hij zich natuurlijk. In de 21ste eeuw een trouwe bewerking maken van een 19de-eeuwse roman over seksualiteit, gender, machtsverhoudingen en ja, zelfs sociale klasse, is allesbehalve onschuldig. Die twee historische realiteiten kunnen niet zomaar over elkaar geschoven worden. Wie zich daarbij onttrekt aan een stellingname en de voorbijgestreefde realiteit louter wil reproduceren, neemt net zo goed positie in, namelijk die van het historisch dominante discours. Zwijgen is toestemmen, silence is complicity. We leven nu eenmaal in een gepolitiseerde wereld, waarin ook de kunst is gepolitiseerd. Hoe graag Thomas dat ook wil, hij kan daar niet onderuit.

Gekantelde spiegel

De spannendste vraag in Venus is misschien nog deze: wie trekt wie eigenlijk mee in het machtsspel? Had Wanda altijd al het verlangen om een man te domineren, of heeft Severin dat aan haar opgedrongen? Vanda heeft het natuurlijk door: Severin stelt zich onderdanig op, maar doet dat zo dwingend dat hij toch de macht over Wanda behoudt. Wanneer ze zijn spel dan écht begint te spelen en zijn pijn en vernedering steeds reëler wordt, maakt hij van haar de grote boze heks. Dat is wat Venus vakkundig blootlegt: hoe zelfs in een onderworpen houding nog een machtspositie verscholen kan zitten. Als een wolf in schapenvacht – schapenbont? – behoudt Severin finaal de controle over Vanda. In de fictie tenminste, want in de realiteit van de auditie gebruikt de ‘echte’ Vanda diezelfde strategie om de reële machtsverhoudingen bloot te leggen: hoe een auteur en/of regisseur bepaalt welke woorden zij als actrice mag uitspreken en of ze die rol überhaupt krijgt.

‘Ik zou een betere Vanda zijn dan al die vrouwen samen’, snoefde Thomas al in de openingsscène van de voorstelling. Uiteindelijk doet hij het gewoon: wanneer Vanda een scène maar niet gespeeld krijgt, zet zij hem – wederom heel subtiel, en daardoor des te dwingender – aan om de rol van haar over te nemen. Hij trekt de bontjas aan, en in een prachtig spiegeleffect is dat ook het moment in de fictie waarop de verhoudingen beginnen te kantelen: Severin wil niet langer Wanda’s slaaf zijn, waarna zij op haar knieën valt en zichzelf onderwerpt aan hém. In een complete omkering van hun verhouding wenst zij niet langer te vernederen, maar vernederd te worden. Het klassieke patriarchale en seksistische rollenpatroon is terug van nooit helemaal weggeweest, maar omdat het nu Thomas is die deze woorden uitspreekt, komt hij wederom in een onderdanige positie terecht – en krijgt Vanda dus opnieuw de touwtjes in handen. De rollen draaien om en blijven tegelijk toch dezelfde. Vanda snoert hem vast aan een paal in het midden van het speelveld en legt het problematische karakter van zijn toneeltekst voor eens en voor altijd bloot.

En dan wordt duidelijk wie zij werkelijk is. Waarom stond ze niet op de lijst met auditanten, ook al volhardt ze dat ze om kwart over twee was ingeboekt? Waarom heeft ze niet enkel de auditiescène gekregen, maar bezit ze zijn volledige script? Waarom kent ze dat ook nog eens helemaal uit het hoofd en heeft ze een hele hoop historisch accurate kostuums bij – ook voor hem? Vanda blijkt nog veel meer dan een meesteres: ze is een godin. Als de vleesgeworden Venus laat ze de gebonden Thomas en de geboeide toeschouwer achter: voldaan en gedecideerd stapt ze op de klanken van Venus in Furs van The Velvet Underground een rode rookwolk in.

Venus speelt nog op 22/8 in De Kern (Wilrijk).

JE LEEST ONZE ARTIKELS GRATIS OMDAT WE GELOVEN IN VRIJE, KWALITATIEVE, INCLUSIEVE KUNSTKRITIEK. ALS WE DAT WILLEN BLIJVEN BIEDEN IN DE TOEKOMST, HEBBEN WE OOK JOUW STEUN NODIG! Steun Etcetera.

recensie
Leestijd 9 — 12 minuten

#176

01.06.2024

04.09.2024

Jens Dewulf

Jens Dewulf is theater- en filmwetenschapper en neerlandicus van opleiding. Hij werkt als communicatieverantwoordelijke voor theatergezelschap DE HOE, als communicatiemedewerker van Etcetera en als coördinator van het multimediale productiehuis De Zendelingen.

 

NIEUWSBRIEF

Elke dag geven wij het beste van onszelf voor steengoede podiumkunstkritiek.

Wil jij die rechtstreeks in je mailbox ontvangen? Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief!