© Michiel Devijver

Leestijd 6 — 9 minuten

Aan de start van de brug – Werktoneel/NTGent

Levendige doodsangst

Aan de start van de brug belicht de onsterfelijkheid van doodsangst, en het verrukkelijk acteertalent van Louise Bergez, Joeri Happel, Lucas van der Vegt en Lucie Plasschaert. Werktoneel voert werknemers van een unheimlich bedrijf op die, in hun pogingen om de dood te ontlopen, ook het leven zelf aan zich voorbij laten gaan. Er wordt gelachen met existentiële angst, maar de angst wordt nergens als lachwekkend geportretteerd. De personages reduceren het leven tot biologische componenten, maar het stuk laat zien dat het leven om meer draait dan organen.

Kweenie’, mompelt Lucas van der Vegt terwijl hij koppig zijn tranen tegenhoudt. Hij speelt Mike, een personage dat gelatenheid tot zijn belangrijkste karaktertrek heeft gemaakt. Zijn monoloog die volgt op die kweenie zou zo uit het dagboek van een sombere puber kunnen komen. Straf gespeeld door van der Vegt, maar tegelijk een van de stukken die me het minst overtuigde. Ook zonder de inleiding van Mike zouden gelatenheid, existentiële angst en lankmoedig cynisme de sfeer bepalen van het stuk. Bovendien neigt de scène naar een navelstaarderige lacrimosa, terwijl de sterkte van het stuk net een meerstemmige invalshoek op doodsangst is. 

De vier hoofdpersonages willen zowel de dood als het gesprek erover uit de weg gaan. Dat vertaalt zich in (gesmoorde) angstkreten zodra de personages aan de dood denken, onbesuisde monologen en een constante nervositeit. In eerste instantie lijken de personages allemaal hetzelfde te denken en vrezen, maar langzaamaan komen er scheuren in hun collectieve geloof. Ze willen alle vier wel geloven dat je aan de dood kunt ontkomen, maar als het erop aankomt, gaat niet iedereen er even ver in mee.

Don’t cryocrastinate

De theatervloer is bedekt met kleurrijk gespikkeld kobaltblauw linoleum dat evenzeer een frisse koffiebar had kunnen sieren. Alia, het bedrijf dat wordt geënsceneerd, verstrekt geen koffies, maar de belofte van het eeuwige leven middels ‘cryonisme’. ‘Cryoniseren’, schetst het programmaboekje, duidt op ‘het invriezen van lichamen in vloeibare stikstof om ontbinding te voorkomen, met als doel de lichamen in een verre toekomst weer tot leven te wekken.’ Hun motto? De vrieskist is aantrekkelijker dan het graf

De kwieke vloer is niet de enige overeenkomst tussen de scène en een speciality coffee-zaak: de werknemers van Alia, dragen petjes waarop – in meer of mindere mate vindingrijke – woordspelingen zijn geprint: gaande van Eat, sleep, cryo, repeat naar Don’t cryocrastinate. Niet dat de personages begrepen moeten worden als gedesillusioneerde Gen-Z-ers: de generieke hipheid plaatst het verhaal net in een onbestemde tijd en ruimte, en ook de leeftijd van de personages blijft grotendeels in het midden. 

De dood komt altijd te laat/te vroeg

De personages laveren tussen een onwrikbaar vertrouwen in de toekomst, een hardvochtige terugtrekking uit het heden, een diepgewortelde angst voor het nu, en – stiekem – ook de toekomstige dood. Ze belichamen wat Emil Cioran, een van dé denkers over doodsangst, ooit schreef: ‘Je ne comprendrai jamais comment on peut vivre en sachant qu’on est pas – pour le moins! – éternel’ (‘Ik zal nooit verstaan hoe men kan leven wetende dat we – op zijn zachts gezegd – niet onvergankelijk zijn’)

“De personages laveren tussen een onwrikbaar vertrouwen in de toekomst, een hardvochtige terugtrekking uit het heden, een diepgewortelde angst voor het nu, en – stiekem – ook de toekomstige dood.”

Ce n’est pas la peine de se tuer puisqu’on se tue toujours trop tard’ (Het heeft geen zin jezelf te doden want men doodt zichzelf altijd te laat’) schreef Cioran nog in zijn De l’inconvénient d’être né (1973). In duizenden aforismen en korte bespiegelingen trok de filosoof van leer tegen de existentiële angst voor de dood. Zijn werk is zowel doordrenkt van fatalisme als van een koppige weigering om zich daarbij neer te leggen. Eerst lijkt het alsof de personages uit Aan de start van de brug, anders dan Cioran, net heel graag leven: ze willen het leven oneindig uitrekken. Beter er te vroeg tussenknijpen en over 100 jaar in alle glorie terug tot leven gewekt te worden, dan laat en uitgeleefd sterven, zegt bezielster van Alia Suzie, die niet kan wachten op haar cryonisatie. In de tussentijd drinkt ze niet meer, en komt ze niet meer buiten. 

We zien de personages uitsluitend in de besloten ruimte van het bedrijf; het bijna volledige ontbreken en negeren van de buitenwereld vormt ook een bredere dramaturgische lijn in Aan de start van de brug. Er zijn nergens verwijzingen naar concrete maatschappelijke kwesties, hoewel Suzie’s hoop op de toekomst indirect haar afkeer van het heden en de rampspoed daarin verraadt. Waar het bedrijf precies gevestigd is, blijft onduidelijk; de enige plaatsnaam die valt, is een stad in Mexico, genoemd door een mysterieuze beller aan de telefoon. De voorstelling ademt de esthetiek van wachtzalen – transitorische non-plaatsen bij uitstek – in de uitgekiende scenografie van Chloé Wasselin-Dandre. Golvende gordijnroedes dragen vaalwitte gordijnen die niet alleen dienen als projectievlak voor het sfeervolle lichtontwerp van Dennis Diels, maar ook schaduwen doorlaten en ruimte bieden voor suggestie, zodat niet elk lichaam en iedere scalpelsnede expliciet getoond hoeft te worden.

Het stuk schetst de contouren van hun doodsangst voornamelijk via de ‘oplossing’ die de personages daarvoor zoeken, waardoor het hun angst soms aan specificiteit ontbreekt. Het spel van de acteurs veruitwendigt angst – door nervositeit, lege of erg spitse blikken, vermoeide ogen, schichtige of overmatig betwijfelde bewegingen – maar de voorstelling biedt weinig expliciete handvatten om de oorsprong van die angst te begrijpen. De personages zijn doodsbang maar dat is dan ook een beetje alles wat je over die personages te weten komt. Ze zijn alle vier anders – Jenny rouwt, Mike is gelaten, Suzie is bang voor het leven – maar ik vraag me af of het stuk minder losgezongen zou voelen als hun verscheidenheid nog meer was uitgediept.

“Ondanks de afstandelijke sfeer schuilt er veel kwetsbaarheid in de voorstelling.”

Die losgezongenheid – van tijd, ruimte of voorgeschiedenis – komt echter overeen met de beschouwing van het leven die de personages hanteren. Ze reduceren het leven tot een lichaam dat niet zal verleppen: de rimpels van een geleefd leven, aandacht voor ethiek of duurzame, morsige relaties die constituerend zijn voor hoe men zich in het leven begeeft worden buiten beschouwing gelaten. Geloven dat een ingevroren lichaam de sleutel is tot een eeuwig leven kan alleen als je het leven onttovert en ontdoet van verankeringen in tijd, ruimte en persoonlijke voorgeschiedenis.

Gedepolitiseerd?

Bijwijlen leek het stuk meer te onderzoeken hoe pseudowetenschap mensen in haar greep kan nemen, dan de existentiële angst zelf. Zo zet Joeri Happel een fervent aanhanger van de pseudowetenschap cryonisering neer waar je alleen maar vertedering voor kunt voelen. Happel, Plasschaert, van der Vegt en Bergez – die trefzeker de dodelijke combinatie van ingehouden verdriet en controledrang belichaamt – blinken uit in het afvuren van absurditeiten. Die smakelijke absurde humor, kenmerkend voor het oeuvre van Werktoneel, is met zorg gedoseerd: op geen enkel moment wordt humor ingezet om de zwaarte van angst en lijden te bagatelliseren. Ik ben al lang niet zo ontroerd geweest door een theatervoorstelling – ondanks de afstandelijke sfeer, schuilt er veel kwetsbaarheid in de voorstelling. 

Het is een gewaagde gok om pseudowetenschappen en de dood bijna volstrekt gedepolitiseerd te thematiseren – gewaagd omdat het thema’s zijn die extreem beladen zijn en onophoudelijk krantenpagina’s sieren. Het is tegelijkertijd ook een keuze die het mogelijk maakt om ex negativo te belichten waar het leven om draait: om meer dan organen. De leden van Werktoneel zijn niet de eerste die doodsangst thematiseren: het thema is verknoopt met de mensheid zelf. Werktoneel was ambitieus, maar levert met Aan de start van de brug een frisse, vertederende, visueel aantrekkelijke vertelling.

JE LEEST ONZE ARTIKELS GRATIS OMDAT WE GELOVEN IN VRIJE, KWALITATIEVE, INCLUSIEVE KUNSTKRITIEK. ALS WE DAT WILLEN BLIJVEN BIEDEN IN DE TOEKOMST, HEBBEN WE OOK JOUW STEUN NODIG! Steun Etcetera.

recensie
Leestijd 6 — 9 minuten

#177

05.09.2024

14.12.2024

Sixtine Bérard

Sixtine Bérard (2000) is recent afgestudeerd als kunstwetenschapper aan de UGent. Ze schrijft voornamelijk poëzie, proza, essays en mails.

NIEUWSBRIEF

Elke dag geven wij het beste van onszelf voor steengoede podiumkunstkritiek.

Wil jij die rechtstreeks in je mailbox ontvangen? Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief!

Luister naar onze nieuwe podcast: Radio Etcetera!