© Joeri Thiry

Leestijd 6 — 9 minuten

a pulse with no body a sun with no sky – Ezra Veldhuis & Bosse Provoost

Naar een niet-menselijk bewustzijn

a pulse with no body a sun with no sky is de meest recente installatie van Ezra Veldhuis en Bosse Provoost en toert als work in progress. Verder bouwend op eerder werk wordt de theaterzaal een wereld van licht, decor en geluid, waarin mensen slechts nietige bezoekers zijn.

In 2018 publiceerde Etcetera ‘Een trek kan dansen, een spot kan ook een zon zijn’ een tekst als een theatraal manifest, geschreven door Veldhuis en Provoost, de een opgeleid als beeldend kunstenaar, de ander als theatermaker/regisseur. Sinds 2018 zoekt en heft het duo gezamenlijk de grenzen op tussen verschillende theatrale zijnswijzen: installatiekunst, teksttheater, performance art,… Door tegen de conventies in het technische apparaat van (het) theater de lampen, gordijnen, de trekken, de trussen, de machinerie aan te wenden als een instrument, wordt een schouwburgpodium de uitgelezen site voor creatief experiment.

Volgens Veldhuis en Provoost kan een klassieke schouwburg, mits ontsluiting, activatie en onthulling van haar doorgaans onzichtbare technische component, worden getransformeerd tot een eigentijdse ruimte. Als we de aandacht afleiden van de mens en die niet meer als middelpunt opvoeren, is de schouwburg in staat om ons iets fundamenteels bij te brengen over de wereld om ons heen.

“Als we de aandacht afleiden van de mens en die niet meer als middelpunt opvoeren, is de schouwburg in staat om ons iets fundamenteels bij te brengen over de wereld om ons heen.”

Dergelijke transformatie is ook het opzet van a pulse with no body a sun with no sky. In het duister word ik samen met een 25-tal andere toeschouwers niet de tribune, maar de bühne op geloodst. In het halfdonker zijn enkele zachte blinkende heuvels als satijnen eilanden te ontwaren. Ze nodigen uit tot liggen; een voor een vleien we ons erop neer.

Een paar horizontale spots schilderen een stilleven van onze oranjeachtig belichte lichamen, over de ruimte verspreid als een verzameling ledematen. Onze blik blijft gedurende de voorstelling echter niet horizontaal gericht op elkaar, maar verticaal naar boven, richting de boog van spots die het podium overspant. Geleidelijk zwelt het licht aan; de theatrale opstelling onthult zich stap voor stap. Jawel, de spots zijn als zonnen en de trekken beginnen te dansen.

De techniek als sleutel

De scenografie echoot elementen uit vorige voorstellingen. Zo is de lampenconfiguratie een rechtstreekse uitloper van het lichtontwerp uit All Watched Over By Machines of Loving Grace. De positionering van het publiek mimickt de posities van waaruit Veldhuis en Provoost zélf tijdens het maakproces hun voorstelling bekeken. Maar anders dan in hun eerdere werk zijn er in a pulse geen performers en wordt er niet ‘geacteerd’ althans niet door mensen.

Niet alleen voor licht en decor, maar ook voor geluid is een hoofdrol weggelegd. Zo wordt de voorstelling door eenzelfde melodie in- en uitgeleid: een score van een vijftal elektronische tonen in crescendo, schijnbaar voortdurend herbeginnend. Alles daartussen wordt overspannen door metaalachtige soundscapes, pulserende blaasgeluiden die zowel wind als storm, ademhaling als golven lijken te zijn, met daar doorheen robotische blieps en blops en bovenal een vrouwelijke stem die verhalen, bespiegelingen, hypotheses reciteert. De stem beschrijft en bevraagt andersoortig leven: platte badmat-achtige fossielen op de bodem van de oceaan, ‘Swiss-pocket-knife-creatures’ met rudimentaire versies van wat wij zintuigen noemen en tenslotte de ‘gedaanteverwisselaars’: nu eens vloeibaar als deeg, dan eens rotshard.

“Op het ritme van de stem beland ik in een soort stream of other-consciousness.”

Eén ding is duidelijk: de wereld zit veel complexer in elkaar dan doorgaans voor ons kenbaar is; bewustzijn is zoveel meer dan slechts de menselijke variant ervan. Door de suggestieve toon van de taal en de absurditeit van de vertelsels slaat mijn verbeelding onverminderd op hol. Op het ritme van de stem beland ik in een soort stream of other-consciousness. Het geheel heeft iets van een guided meditation: ik heb het moeilijk om bij te woorden te blijven en tegelijk ben ik uiterst geconcentreerd.

Niet alleen vormelijk door alle aandacht op het theatrale apparaat te vestigen maar ook inhoudelijk in de voice-over wordt in a pulse dus een ander wereldbeeld opgeroepen: een waarin de mens niet meer centraal staat. Veldhuis en Provoost lijken ons te willen vertellen dat kennis over de wereld niet per se via de weg van de mens verloopt.

Zijnsvergetelheid

Dit alles doet uiterst heideggeriaans aan. In 1927 kloeg filosoof Martin Heidegger in zijn Sein und Zeit het metafysische denken van zijn tijdgenoten aan. De filosofie had zich volgens hem sinds de oude Grieken in de foute richting ontwikkeld. Ze had zich doorheen de eeuwen slechts vanuit een berekenende en wil-tot-begrijpende wijze tot de wereld verhouden, als was die een door de mens kenbare verzameling van objecten ‘zijnden’.

Foutief veronderstelden de filosofen dat de mens zelf door zijn bewustzijn en zijn mogelijkheid tot het bevragen van de wereld boven deze ‘zijnden’ stond. De mens werd dus synoniem voor existentie maar niet slechts de mens ‘is’: ook de andere zijnden zijn. Metafysici vergaten dé vraag der filosofische vragen te stellen, namelijk de vraag naar ‘het existentiële zijn’ Heidegger noemt dit ‘Zijnsvergetelheid’. Willen we de waarheid van onze wereld doorgronden, dan gaat er dus niet om de zijnden te kennen, maar ‘het zijn van de zijnden’; niet de wereld an sich, maar de waarheid die in de wereld verborgen ligt.

Bij Heidegger opent zich een mogelijkheid om de fundamentele existentie te leren kennen via de techniek. In ons dagelijks leven komen we voortdurend in aanraking met techniek: alles wat we aanraken, hanteren, gebruiken is maaksel van technisch vernuft. We gebruiken objecten op een evidente manier, ze zijn voor ons zomaar voorhanden. Iets vreemds gebeurt er wanneer een voorwerp van zijn onmiddellijke bruikbaarheid wordt ontdaan: het gaat bijvoorbeeld kapot of we nemen er een contemplatieve houding tegenover aan, als was het voorwerp een louter esthetisch object, in plaats van een gebruiksvoorwerp. Net op dit moment, wanneer het nut van een voorwerp wordt doorprikt, zien we hoe het even ‘het zijn van het zijnde’ toont. 

Zo bezien haalt a pulse het theatrale apparaat uit de onzichtbaarheid, doorprikken Veldhuis en Provoost de vermeende vanzelfsprekendheid van het apparaat, om er een ander wereldbeeld mee te onthullen.

Een ander bewustzijn

In Sein und Zeit waarschuwt Heidegger voor de gevolgen van de focus op de oppervlakkige ‘zijnden’ alleen. Die doet ons belanden in een cyclus van productie en consumptie, met de uitbuiting, uitputting van de aarde en de verwoesting van de wereld zoals we die kennen als gevolg. Ook voor Veldhuis en Provoost moet onze verheven positie boven de wereld en boven andere wezens dringend aan het wankelen worden gebracht.

De manier waarop wij mensen onze aarde behandelen is nefast. Zo beschrijft een vrouwelijke stem ergens halverwege de voorstelling een plofkip-achtig wezen dat door een overontwikkelde borstkas steeds voorovervalt. Als ‘supermarktproduct’ is deze kip meer verpakking dan dierlijk wezen. Door de meditatieve staat waarin ik tijdens de voorstelling beland, ben ik voor dergelijke verhalen extra ontvankelijk.

Hoe a pulse zo veel met zo weinig doet, blijft grotendeels een raadsel. Maar door cultiveren van een andersoortig bewustzijn vangen we als toeschouwers een glimp op al is die waarschijnlijk nog miniem van de ware complexiteit van de wereld, die tot ver voorbij onze oogkleppen reikt. Het schouwburgpodium wordt in deze installatie speelveld voor het cultiveren van een andersoortige verhouding tot de wereld een van bescheidenheid en empathie, verbondenheid en veelheid. Het is een van die zeldzame theaterervaringen die ik nog vaak hoop mee te maken.

JE LEEST ONZE ARTIKELS GRATIS OMDAT WE GELOVEN IN VRIJE, KWALITATIEVE, INCLUSIEVE KUNSTKRITIEK. ALS WE DAT WILLEN BLIJVEN BIEDEN IN DE TOEKOMST, HEBBEN WE OOK JOUW STEUN NODIG! Steun Etcetera.

recensie
Leestijd 6 — 9 minuten

#180

15.09.2025

14.12.2025

Tilde De Vylder

Tilde De Vylder is architecte en filosofe. Ze is ook mede-oprichter van atelier tilafolie en safe(r) space collectief LEDA.collective.

NIEUWSBRIEF

Elke dag geven wij het beste van onszelf voor steengoede podiumkunstkritiek.

Wil jij die rechtstreeks in je mailbox ontvangen? Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief!

Luister naar onze nieuwe podcast: Radio Etcetera!