Zij en hij – Ibtissam Boulbahaiem en Noa Tambwe Kabati
Love is a battlefield
Catho De Cordt
Op de brandende puinhopen van de Tweede Wereldoorlog werd fictie geschreven. In parlementen, op Facebook en op Fox News wordt fictie geschreven. Fictie is overal, en vooral: fictie is macht. Iets wat fascisten — toen en nu — beter dan wie dan ook begrepen, schrijft Alexander Deprez.
Sinds ik voor schrijver word aangezien, is me al enkele keren gevraagd wat mijn verhouding tot fictie is. Meestal antwoord ik dat ik al genoeg gelogen heb. Ik groeide op tussen de leugens. Mensen logen tegen mij en ik tegen hen, tot niemand nog de fictie van de realiteit kon onderscheiden. Ik loog om mijn verhalen aan te dikken. Ik loog om mijn thuissituatie te verbergen. Ik loog zodat ik kon blijven drinken. Ik loog om mijn identiteit te creëren. Toen mijn vrouw me bijna twee jaar geleden vroeg wie ik nu echt wilde zijn, donderde de hele façade naar beneden. We beloofden elkaar altijd de waarheid te zeggen en sindsdien kan ik de zware last van het creëren van fictie naast me neerleggen. Maar aan fictie kan niemand ontsnappen.
Vanochtend las ik in de ochtendzon het dagboek van Erich Kästner, Nota bene ’45. In 1933 werden de boeken van deze Duitse auteur, samen met het werk van talloze anderen, in het vuur geworpen. Maar dat weerhield hem er niet van in Berlijn te blijven. Wat Kästner gedurende de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog neerschrijft, is hallucinant. Het Derde Rijk is op dat moment hopeloos verloren. Het Italiaanse front zakt in elkaar en Mussolini’s lichaam wordt letterlijk tot moes gestampt door kwade burgers op de Piazzale Loreto in Milaan, waarna het aan de benen wordt opgehangen als trofee. De Amerikanen en de Britten veroveren in snel tempo talloze Duitse steden. De Sovjettroepen staan aan de poorten van Berlijn. Overal heerst chaos, dood en verderf. De Duitsers hebben aan alles tekort, ook aan brandstof, wapentuig, munitie en bekwame manschappen. Kinderen en bejaarden worden als kanonnenvoer ingezet. De steden liggen in puin. Ontelbare mensen slaan op de vlucht voor het geweld. Op de radio schreeuwt minister van Propaganda Goebbels dat de eindzege nabij is. Wie de waarheid durft te verkondigen, wordt als landverrader opgeknoopt aan een boom of een lantaarnpaal. Kästner reist heimelijk mee met een bevriende filmmaker en zijn filmploeg om uit Berlijn te ontsnappen. In opdracht van het ministerie van Propaganda worden twee filmploegen eropuit gestuurd om twee Duitse films te maken. ‘Aangezien de Duitse eindoverwinning vaststond, moesten er Duitse films worden gemaakt.’ Fictie wordt ingezet in een hopeloze poging om een realiteit tot stand te brengen.
“Ik loog om mijn identiteit te creëren. Toen mijn vrouw me bijna twee jaar geleden vroeg wie ik nu echt wilde zijn, donderde de hele façade naar beneden.”
In 2020 bepleitte Ramsey Nasr dat de overheid meer roman- en scenarioschrijvers zou moeten betrekken bij het beleid. Zij zouden het gewend zijn om ‘ondenkbare scenario’s denkbaar te maken’ door de fictie die ze schrijven. Nasr had alleen over het hoofd gezien dat de schrijvers de wereld waarin we leven reeds domineren. Deze schrijvers schrijven niet alleen theaterstukken, films of romans.
Ze schrijven vanuit advertentiebureaus, overheidsgebouwen en achterkamers.
Ze schrijven wat we eten.
Ze schrijven wat we denken.
Ze schrijven wat we doen.
Ze schrijven onze gewoonten en tradities.
Ze schrijven je onzeker en bieden je een oplossing.
Ze schrijven grenzen tussen landen.
Ze schrijven de Nobelprijs voor de Vrede aan oorlogsmisdadigers.
Ze schrijven zij die de status quo verdedigen tot helden van de vrijheid.
Ze schrijven misbruikers in onze kranten, op onze podia en praatprogramma’s.
Ze schrijven uitbuiters tot pioniers.
Ze schrijven ‘democratie’ onder de groep miljardairs en miljonairs die onze maatschappij inrichten.
Ze schrijven het land met de grootste gevangenispopulatie tot de vertegenwoordiger van het vrije Westen.
Ze schrijven CEO’s van oliebedrijven tot voorzitters van de klimaattoppen.
Ze schrijven zelfverdediging onder genocide.
Ze schrijven slachtoffers tot daders waardoor zij fictie moeten gebruiken om over de werkelijkheid te spreken zodat ze geen rechtszaak voor laster en eerroof aan hun been krijgen.
Ze schrijven een rechtssysteem waarin het merendeel van de slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld kansloos zijn en noemen het de rechtsstaat.
Ze schrijven dat geld waarde heeft, ook al kunnen we het niet eten, kunnen we het niet drinken, kunnen we er niet onder schuilen, kunnen we het niet planten.
Ze schrijven dat alles een prijs heeft en dat deze aarde onuitputbaar is.
Ze schrijven dat wat ons vreemd is onze vijand is.
Ze schrijven dat we elkaar moeten wantrouwen.
Ze schrijven dat ze het beste met ons voorhebben.
Ze schrijven dat het altijd zo geweest is.
En de dichter zelf schrijft nog snel enkele ongepaste berichten naar veel te jonge vrouwen vooraleer hij opnieuw op het voetstuk van de morele feministische held gehesen wordt.
Lezen over nazi-Duitsland heeft me altijd gefascineerd. Fascisme kun je zien als kapitalisme op steroïden. Het floreert wanneer de tegenstellingen die het kapitalisme onvermijdelijk voortbrengt, een hoogtepunt bereiken. Wanneer de kloof tussen zij die hebben en zij die niets hebben het grootst wordt. Wanneer de mensen hun geloof in de liberale democratie verliezen. Wanneer alles ineenstort, schrijven ze het fascisme als een deus ex machina om de gevestigde orde te beschermen tegen sociale onrust.
Toen de NSDAP begin jaren 1930 op instorten stond, schoten grote Duitse industriëlen zoals Krupp en IG Farben met enkele miljoenen te hulp. Adolf Hitler keek naar de Verenigde Staten van Amerika om de toekomst van zijn Duitsland te inspireren. Voor de kolonisering en germanisering van Oost-Europa haalde hij de mosterd bij de kolonisering en genocide op de inheemse Amerikanen. Hoe waren de Amerikaanse kolonisten erin geslaagd om de inheemse bevolking uit te roeien en zich dan tot voorvechters van vrijheid en vrede te kronen?
Fascisten doen wat liberalen zouden willen doen zonder dat ze het gevoel hebben dat ze zich moeten verbergen achter westerse liberale catchphrases als ‘mensenrechten, democratie en vrijheid’. Fascisten zijn wilde schrijvers. Ze schrijven met de harde hand. Wanneer fascisten aan de macht komen, verbieden ze vakbonden, vermoorden ze communisten, socialisten en anderen die de sociale strijd voeren in de straten, gevangenissen en concentratiekampen en voorzien ze goedkope arbeidskrachten aan het grootkapitaal. Bedrijven als BMW, Audi, Mercedes-Benz, Ford, Opel, ExxonMobil, Carl Zeiss AG, Siemens en meer maakten met plezier gebruik van de slavenarbeid door de gevangenen uit Auschwitz en andere concentratiekampen. IG Farben — en daarmee het onder meer in Antwerpen gevestigde chemiebedrijf BASF, dat deel uitmaakte van het concern — voorzagen de gaskamers van Zyklon B, die ze door dwangarbeiders lieten produceren. Wanneer Isabel Albers van De Tijd nogmaals in De afspraak komt verklaren dat BASF kreunt onder de hoge kosten, weet dan dat de kosten nooit laag genoeg zullen zijn. Maar wat is de prijs van een mensenleven dan ook?
“Fascisme kun je zien als kapitalisme op steroïden.”
Opnieuw zijn bedrijven als Siemens, Ford en ExxonMobil betrokken bij een genocide, ditmaal in Palestina. Fascisten schrijven woorden uit gebruik in de Verenigde Staten en boeken uit bibliotheken in Ninove. Ze schrijven gigantische boskap voor snelwegen door het Amazonewoud naar een toekomstige klimaattop in Argentinië.
Wanneer wordt fictie noodzakelijk om over de werkelijkheid te spreken? Zij met macht wenden fictie aan om hun macht te behouden. Zij zonder macht doen het om zichzelf tegen macht te beschermen.
Wanneer de tegenstellingen toenemen, wanneer de verhaallijnen in bochten gewrongen worden die de logica tarten, wanneer er een deus ex machina te veel wordt geschreven, haakt de lezer af, slaat het boek dicht en gaat de straat op. Daar waar de werkelijkheid huist. Waar echte mensen leven. Mensen zoals zij. En als ze met genoeg zijn, kunnen ze collectief schrijver worden, iets waar de huidige schrijvers doodsbang voor zijn.
Kästner slaat de krant open aan het raam in het huis dat binnen enkele weken in vlammen zal opgaan, nadat Berlijn zal daveren onder Britse en Amerikaanse bommen.
‘We treden aan voor de storm. Storm — storm — storm luiden de klokken van toren tot toren!’ schreeuwt nazipoliticus Robert Ley in straten van puin. Wanneer hij voor de storm aantreedt, moet een radiowagen naast hem rijden en het klokgelui vanaf oude langspeelplaten tot klinken brengen. Want de klokken liggen tussen de brokstukken. En er staan geen torens meer recht.
Collage: Alexander Deprez
KRIJG JE GRAAG ONS PAPIEREN MAGAZINE IN JOUW BRIEVENBUS? NEEM DAN EEN ABONNEMENT.
REGELMATIG ONZE NIEUWSTE ARTIKELS IN JOUW INBOX?
SCHRIJF JE IN OP ONZE NIEUWSBRIEF.
JE LEEST ONZE ARTIKELS GRATIS OMDAT WE GELOVEN IN VRIJE, KWALITATIEVE, INCLUSIEVE KUNSTKRITIEK. ALS WE DAT WILLEN BLIJVEN BIEDEN IN DE TOEKOMST, HEBBEN WE OOK JOUW STEUN NODIG! Steun Etcetera.