
Family – Louis Janssens
F(r)amiliebanden
Charlotte De Somviele
© Annelies Verhelst
In Voyeur neemt actrice Verona Verbakel ons mee in haar verhaal. Met een minimum aan theatrale middelen reconstrueert ze haar biografie. Op die manier laat ze ons een glimp opvangen van de harde realiteit van opgroeien in een instelling.
Een lampenbak met daarop het jaartal 2023 geplakt, een klein vierkant stuk witte vloer op de zwarte balletvloer. Verona Verbakel staat in de black box, in een sobere, klassieke monoloog setting, op een klein geïsoleerd eilandje. Dan stapt ze eraf, loopt naar de lampenbak, haalt de 2 en 3 weg en vervangt ze door twee nullen. Ze stapt terug haar eilandje op, en begint met miniem gebruik van theatrale middelen, de geschiedenis van een jeugd te vertellen. Ze stapt in de huid van een achtjarig meisje dat in 2000 vertelt over hoe ze op ‘een dag gelijk een ander’, samen met haar jongere zusje naar school vertrekt. Haar moeder rijdt in een busje mee, maar stapt onderweg ineens uit, alsof ze ineens de behoefte heeft om te gaan wandelen. Na een halfslachtig afscheid keert ze haar twee kinderen de rug toe en verdwijnt. Later, tijdens de lunchpauze op school, rijden er plots politiewagens met zwaailichten het schoolplein op. Het meisje en haar zusje stappen in bij de politieagent, die hun direct naar een gesloten jeugdinstelling rijdt.
“Verbakel sleept het publiek mee in de leefwereld van een gesloten instelling, en maakt ons voyeur van een een wereld die we normaal niet te zien krijgen.”
Eenmaal daar aangekomen wordt het gedrag van de twee zusjes nauwkeurig gemonitord, bestudeerd en opgeschreven. De instelling is kil: de speelruimte is grijs, het badwater is lauw, en slechts een uurtje per week mogen ze bezoek van een ouder ontvangen. Verbakel schetst op deze manier een harde en onleefbare woonsituatie, waar de kinderen zonder pardon in worden gezet. Er is geen zachte transitie, geen empathische begeleiding. De kinderen worden gedwongen om zelf hun weg in hun nieuwe realiteit te vinden. Zo sleept Verbakel het publiek mee in de leefwereld van een gesloten instelling, en maakt ons voyeur van een een wereld die we normaal niet te zien krijgen.
Hartverscheurend is de scène waarin haar moeder tijdens het bezoekuurtje vertelt dat ze vanaf volgende week niet meer langskomt; hun vader komt ze vanaf nu opzoeken. Het meisje klampt zich, terwijl haar moeder richting de uitgang loopt, als een babychimpansee aan haar vast en wil haar niet laten gaan. ‘Als je me ooit nog wil zien, moet je me nu loslaten.’ De moeder loopt de instelling uit zonder om te kijken. Het is een aangrijpend moment waarin je voelt hoe twee kinderen volledig aan lot worden over gelaten.
© Annelies Verhelst
Wat enorm opvalt is dat Verbakel deze hele geschiedenis vanuit het kind vertelt, maar met het vocabulaire en de psyche van een volwassen vrouw. Enerzijds krijgen we de opeenvolging van gebeurtenissen mee via de ogen van het kind, anderzijds worden die aangevuld met reflecterende gedachtegangen van de volwassene. Daardoor schippert de vertelling constant tussen de beleving van het kind en de reflectie van de vrouw. Als het meisje voor het eerst de erbarmelijke speelkamer binnenkomt en de grote televisie ziet, mijmert Verbakel: ‘Hoe groter de tv, hoe groter het nihilisme.’ Het zijn zinsnedes zoals deze die een afstand creëren tot het kinderlijke perspectief, waardoor je als publiek minder dicht bij de grillige en onwetende belevingswereld raakt van een kind dat in deze bizarre leefomstandigheid wordt geplaatst.
Desondanks zit Verbakels vertelling behendig in elkaar. Via flashbacks (2000 wordt vervangen door 1997 en 1995) krijgen we meer over haar verleden en thuissituatie te weten. Haar vader is alcoholist en neemt haar eens in de zoveel tijd mee naar de supermarkt, waar ze een stuk speelgoed uit mag kiezen. Dat wil ze niet, want ze weet inmiddels wat er tegenover staat. Van hem leert ze dat haar benen ‘alleen voor hem zijn bedoeld’. Vanuit elke hoek loert er dreiging, in welk jaartal dan ook. Het meisje is constant op haar hoede. Dit zorgt voor een koortsachtige spanning die in elke scène voelbaar is en ervoor zorgt dat je als luisteraar voortdurend meegetrokken wordt in de vertelling.
Plotseling mogen de zussen met vervroegde vrijlating terug naar huis. Het is een abrupte plotwending, waarna Verbakel eindigt met een wat algemene tekst over dat we de gevolgen van onze bij geboorte toebedeelde factoren, zoals gender, het ontbreken van privileges, geaardheid en thuissituaties, meestal overleven. Het voelt als een wat vluchtige manier om het persoonlijke karakter van het verhaal naar een universeler niveau te tillen. Ook lijkt het alsof Verbakel hier nog wat veerkracht probeert te stoppen in een verhaal dat vooral zo sterk is door de beklijvende duisternis van de jeugdinstelling.
De maker licht zo een tipje op van de sluier op van een berg aan ongehoorde verhalen van kinderen die in gevaarlijke en onleefbare situaties opgroeien. Ze brengt een verhaal aan het daglicht dat normaal achter gesloten deuren blijft. Daarmee lijkt ze te willen zeggen: zie onze verhalen, zie de gruwel, zie de pijn, zie de onhandigheid en de gebrekkigheid van de instellingen. Meer dan een expliciete schreeuw om verandering in het systeem, laat Verbakel met Voyeur een impliciete kreet om empathie voor kinderen in jeugdinstellingen horen. Dat maakt de voorstelling er eentje met een belangrijke boodschap, die het zeker waard is om naar te luisteren, maar die in zijn vertelwijze het eerlijke en grillige perspectief vanuit het kind mist – waar in juist deze context zoveel nood aan is.
Voyeur speelt dit najaar in verschillende Vlaamste steden.
KRIJG JE GRAAG ONS PAPIEREN MAGAZINE IN JOUW BRIEVENBUS? NEEM DAN EEN ABONNEMENT.
REGELMATIG ONZE NIEUWSTE ARTIKELS IN JOUW INBOX?
SCHRIJF JE IN OP ONZE NIEUWSBRIEF.
JE LEEST ONZE ARTIKELS GRATIS OMDAT WE GELOVEN IN VRIJE, KWALITATIEVE, INCLUSIEVE KUNSTKRITIEK. ALS WE DAT WILLEN BLIJVEN BIEDEN IN DE TOEKOMST, HEBBEN WE OOK JOUW STEUN NODIG! Steun Etcetera.