© Nathan Pramudiya Ishar

Leestijd 7 — 10 minuten

Stef Van Looveren – CONFESSIONS

Ogen van kwik en glas als honing in een zilveren universum

Een zilveren figuur zit op een voetstuk op handen en knieën. Als een metalen standbeeld, een ijzeren sculptuur, een lichaam van tin. De positie is onderdanig, hoofd omlaag, de rug gekromd, kont omhoog. Dit lichaam zit vast in een metalen werktuig, dat aan een ijzeren BDSM-kooi doet denken, versierd met zilveren bollen. Kijken we naar een beeldhouwwerk of een geësthetiseerde martelwerktuig-constructie, inclusief een levende maar gevangen mens?

Achter op de scène staat intussen een glasoven te branden, die een voelbare hitte op de zaal afstraalt. Door een gat zien we het vuur branden. Het is een spannend en hels tafereel, dat verschillende associaties naar boven brengt: een science fiction-universum, een Hellraiser-achtig figuur en een ijzersmederij. Wat gaat hier zich straks afspelen?

Het licht op het metalen lichaam wordt feller en de zilveren huid weerkaatst het koude licht. Dan wordt de kooi de lucht in getakeld. Het lichaam is plotseling vrij, het figuur ontdekt dit en begint diens lichaam langzaam te bewegen, te onderzoeken hoé het kan bewegen. Het is een ontzettend spannend begin: een sculptuur die ineens tot leven komt, met diens oogbollen al even zilver als de rest van het lijf. Is dit een tot leven gekomen museumstuk, een alien, of een post-human being met ogen van kwik? Dit lichaam is niet alleen ontdaan van gender, maar ook van huid, van vlees, van mens-zijn. Uit de holtes van dit lichaam steken metalen blaadjes. Hen trekt deze blaadjes uit diens mond en anus, en er verschijnen twee zware metalen bloemen, met als wortel een buttplug.

Het is beangstigend en wekt tegelijkertijd een ontzettende nieuwsgierigheid. Wat is deze figuur van plan?

Het figuur stapt van het voetstuk af op de grond. Maar het moment dat hun voet de vloer raakt, zien we dat de vloer die massief leek, eigenlijk fluïde is. Het lichaam stapt door de vloer heen, die zo vloeibaar als een metaalkleurige poel vol zilver water is.

Dan gaat het figuur over tot handeling. Hen pakt een aantal metalen handtassen, waar penissen, vagina’s en konten op zijn gelast en begint die uit te laden. Hen haalt een brander tevoorschijn en steekt wierook blokken aan. Terwijl de ruimte zich vult met een bezwerende geur, besmeert hen hun lichaam ceremonieel verder met zilveren verf. Uit een andere tas pakt hen metalen gereedschap: allerlei tangen en scharen van verschillende maten. Alles wordt secuur klaargelegd. Het brengt associaties met de steriele karakter van een operatiekamer.

Er verschijnt een videoprojectie met daarop een grote dubbeling van het zilveren wezen, maar nog grotesker en vervormder. Als een anti-godheid met zes koppen en nog meer armen en benen, danst het wezen op een intergalactisch opzwepend popnummer. Het wezen draagt een mooie dualiteit in zich. Het is iets nieuws, dat ons onbekend is, het is aantrekkelijk en eng, kil maar ook opzwepend. Ik weet niet of ik er bang voor ben of er verwondering voor voel. Verbeeldt dit opperwezen het kwaad, of representeert het juist iets dat ons hoop en zingeving kan bieden?

Dan loopt het kleinere zilveren wezen door het water naar de oven en schuift hem open. Op de opzwepende muziek begint hen te dansen, de bewegingen worden steeds groter en ruwer in het opspattende water. Het doet me denken aan de beelden uit de videoclip-cultuur van de jaren ’00, waarin veel popsterren hun liedjes visueel aanvulden met danschoreografieën in bakken water. Het heeft het karakter van een extravagante show, als een vuurspuwer die op het punt staan om zijn kunsten aan ons te tonen.

“Als materie onder bepaalde omstandigheden transformatief is, wat zegt dat dan over de veranderlijkheid van een lichaam, een overtuiging, een gedachtegoed?”

En inderdaad: hen steekt een lange stok met een kom eraan in de oven en schept er gloeiend heet gesmolten glas uit. Als kolkende massa glijdt het glas op een plaat, het figuur begint het glas te bewerken door het met werktuigstenen te vormen tot een vormloze plakkaat. Dat is ronduit spectaculair om te zien, omdat het visueel een spektakel is, maar ook een element van spanning en gevaar met zich meebrengt.

Hier komt post-human-ness samen met een eeuwenoude traditie: glasblazen. Glas dat onbuigbaar en breekbaar is, wordt ineens zo vloeibaar als honing. Onder bepaalde omstandigheden kan iets wat altijd hard is toch veranderlijk worden, buigen, een andere vorm krijgen. Stef Van Looveren lijkt deze versmelting van werelden te gebruiken als een metafoor voor hoe beweging en vuur voor fluïditeit, veranderlijkheid en transformatie kunnen zorgen. Als deze materie onder bepaalde omstandigheden transformatief is, wat zegt dat dan over de veranderlijkheid van een lichaam, een overtuiging, een gedachtegoed? De dingen die we voor zeker nemen, nemen we voor zeker aan in déze levensomstandigheden. Maar wat als die omstandigheden veranderen? Veranderen wij mensen dan met ze mee, of proberen we halsstarrig ons vast te houden aan hoe het vroeger was?

En dan breekt een volgend creatieproces aan. Het figuur schept vloeibaar glas op een ijzeren staaf en begint dat met diens gereedschap te bewerken. De handelingen worden praktisch en met zorg gedaan. Ze zijn ambachtelijk, en worden herhaald, herhaald, herhaald. Bewerken, terug naar de oven, heet maken, boetseren, hervormen, terug naar de oven. We zijn ineens in het atelier van een glas- of ijzersmid. De spanningsboog van de voorstelling verandert: waar de spanning in het onbekende en het niet weten zat, zitten we nu naar een real time, concrete handeling te kijken.

Maar wat maakt dit figuur nu eigenlijk? Het lijkt in eerste instantie een fallusvormig object te worden, waar hen later twee kleine sprieten aan vast smeedt. Uiteindelijk besluit hen dat dit de eindvorm is. Het blijft iets onleesbaars, iets tussen geslachtsorgaan, bloem en vormeloos ornament in. Het valt op dat er in een wereld en theatertaal die zó geconstrueerd is, zó tot in de puntjes uitgewerkt, er een object wordt gecreëerd dat zo vormeloos en onleesbaar is. Misschien wil de maker laten zien dat de tijd is aangebroken voor meer vormeloze en breekbaardere vormen van leven?

Het object gaat niet meer terug de oven in, maar hen draagt het object ceremonieel langs het publiek, waar we het voor onze ogen zien verharden, en glas zien worden. Het wordt doorzichtig, het licht valt door het object. Het is een magisch moment. Heel even is zien we hier iets fonkelends, een nieuwe relikwie. Hen legt het object naar het voetstuk waar hen zelf in het begin lag en knielt ervoor.

En dan, plotseling, springt een stuk van het glas kapot. Er breekt nog een stuk af. En nog een. En nog een. Stuk voor stuk spat het hele relikwie uit elkaar. Het object waar zo hard aan is gewerkt valt aan diggelen in het water. Het zilveren figuur blijft ongeroerd geknield ervoor zitten. Ik ben er even in de war van – hebben we hier al die tijd naar opgebouwd? Het met tijd en aandacht creëren van iets, dat weer kapot gaat? De spanningsopbouw van de performance wordt zo goed opgebouwd, mijn boog stond zo gespannen, dat ik uiteindelijk door het breken van het glas met een groot gevoel van teleurstelling achterblijf. Ik wil bijna niet geloven dat dit het is. Dat het is afgelopen, omdat ik een eindproduct verwachtte. Iets nieuws, iets dat we mee kunnen nemen de wereld in, een nieuwe boodschap, een stukje hoop.

Wil Van Looveren hiermee een ode geven aan het falen? Of wil hen benadrukken dat een maakproces en het zoeken naar nieuwe vormen belangrijker is dan een eindproduct? Het is jammer dat deze performance, die ontzettend sterk in zijn visuele aspect en spanningsopbouw is en met gedurfde en zintuigelijke elementen speelt, wat troebel is in zijn inhoudelijke en theatrale impact.

CONFESSIONS laat in ieder geval een visueel verbluffende wereld van een maker zien die op een innovatieve manier vormen en creaties maakt die gender, het menselijk lichaam, en de status quo overstijgen. Uit de vormgeving van deze zilveren wereld spreekt zoveel innovatie, eigenheid, stijl en visie, dat het alleen maar hopen is dat deze maker diens wereld blijft uitbouwen, innoveren en creëren. Wellicht is deze theatrale wereld nog wel belangrijker en bijzonderder dan het uiteindelijk brekende eindproduct.

JE LEEST ONZE ARTIKELS GRATIS OMDAT WE GELOVEN IN VRIJE, KWALITATIEVE, INCLUSIEVE KUNSTKRITIEK. ALS WE DAT WILLEN BLIJVEN BIEDEN IN DE TOEKOMST, HEBBEN WE OOK JOUW STEUN NODIG! Steun Etcetera.

recensie
Leestijd 7 — 10 minuten

#176

01.06.2024

04.09.2024

Lars Brinkman

Lars Brinkman beweegt zich op een fluïde manier door het theaterwerkveld; hij werkt de ene avond als performer en theatermaker, de andere als recensent of drag queen. Hij strijdt voor zachtheid, is allergisch voor haantjesgedrag en probeert op een liefdevolle manier kritisch naar de wereld om hem heen te kijken.

NIEUWSBRIEF

Elke dag geven wij het beste van onszelf voor steengoede podiumkunstkritiek.

Wil jij die rechtstreeks in je mailbox ontvangen? Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief!