© Luc Schaltin

Leestijd 5 — 8 minuten

ONCE – Kika & Herwig Ilegems / Dirk Hendrikx / Comp. Marius

In vogelvlucht

ONCE, gecreëerd door vader-dochterduo Herwig en Kika Ilegems, is een vierluik waarin objecten van beeldend kunstenaar Dirk Hendrikx het hart van de scenografie vormen en dienen als katalysator voor de verbeelding van de performers. We zijn getuige van een poging om een speelse kwetsbaarheid te vangen in een non-verbaal idioom, maar tussen de vorm en de inhoud kan een kloof ontstaan. De vraag is of ONCE erin slaagt om deze te overbruggen, of blijft de voorstelling gevangen in haar eigen abstractie?

Het begint met een knal: een slag op een hangende pijp klinkt als een gong, de echo vult de zaal. Herwig Ilegems’ blik zoekt het publiek, dat onverbloemd in het licht zit. Dochter Kika komt naast hem te staan, maar haar blik mijdt ons. We zijn de ongenode gast, het ongemakkelijke aanhangsel, de ongenaakbare blik van de buitenwereld. Dit is geen uitnodiging tot comfortabel toekijken, maar een directe confrontatie.

In ONCE presenteren Herwig en Kika Ilegems een reeks woordeloze vignetten. In plaats van een traditioneel narratief ontvouwt de voorstelling zich als een opeenvolging van associatieve beelden en fysieke interacties. Het speelvlak is volledig ontdaan van alle franje: een witte vloer, witte muren, en slechts een handvol elementen die de leegte doorbreken. Aan de zijkant twee hangende stalen pijpen, en achteraan een matras met een spleet in het midden, rustend op krukjes. 

In het eerste luik slaat Ilegems zijn twee meter lange vleugels om zijn dochter. Samen verkennen ze aanvankelijk eendrachtig de wereld, totdat deze harmonie omslaat in een krachtmeting. Het wordt een spel van duwen en trekken, waarin Kika zich losmaakt en de vleugels met zich meevoert. Herwig blijft roerloos achter, gebogen en versteend, terwijl zij haar nieuwe vrijheid aftast. Van onzekere, stuntelige bewegingen evolueert ze tot een wervelwind. Het beeld van de vleugelloze Herwig Ilegems, starend naar zijn lege handen, raakt wat het moet raken: het besef van het onvermijdelijke loslaten.

“Kika en Herwig Ilegems tonen geen statisch portret van een vader-dochterband, maar een proces van groei, loslaten en herdefiniëren.”

Waar de metafoor met de vleugels in het eerste luik zo helder en direct was (de beschermende vader, de zich ontworstelende dochter), laat het tweede luik het handje van het publiek los. Het begint met Kika Ilegems, tot aan haar kuiten in de spleet van de matras verzakt. Ze deint zacht heen en weer, maar naarmate de tijd vordert, verharden haar bewegingen. De matras wordt een blok aan haar been. Ze probeert zich los te worstelen, valt achterover en wordt herboren door de scheur in het materiaal. Ze danst ermee alsof het een volumineuze hoepelrok is. Later hangt de matras rond haar nek, nog steeds draaiend. Vader kijkt toe vanop een krukje aan de zijkant, een passieve getuige. 

Het derde luik bouwt op naar een fysiek crescendo: Herwig Ilegems slaat met een grote bamboebuis een dreunend ritme op de grond. Het geluid wordt versterkt door een elektronische beat die links en rechts door de ruimte schalt en steeds sneller wordt. Kika Ilegems wordt als een marionet aan dit ritme gehangen. Heen en weer gesleurd door de cadans, herhaalt ze bewegingen, laat zich vallen en draait onophoudelijk rond haar as. De choreografie is trefzeker en rauw, haar fysieke uitputting is voelbaar. De herhalingen zijn niet vloeiend in elkaar overgaand, ze slaat zichzelf letterlijk naar een andere beweging, onderbreekt daarmee haar eigen bewegingsstroom. Het is in deze de toenemende chaos van haar bewegingen, die aanvankelijk strak omlijnd waren, dat ze haar kracht als danseres toont. De bewegingen worden niet langer beheerst, maar lijken rechtstreeks vanuit een innerlijke noodzaak te ontspringen. Uiteindelijk weet ze zich los te rukken en vindt ze haar eigen beweging, een moment van bevrijding. Haar vader biedt haar een glas water aan. Ze wisselen woorden, maar deze blijven ons onthouden. 

In het vierde en laatste luik lijkt de verbinding tussen de twee spelers vrijwel volledig verbroken. Herwig Ilegems herhaalt obsessief handelingen met alledaagse objecten: een mes waarmee hij eerst ons, en dan zichzelf, bedreigt, een schaar waarmee hij de lucht lijkt te willen doorknippen, een das die hij wanhopig probeert vast te houden terwijl deze van hem probeert te ontsnappen. Kika daarentegen transformeert zich in een menselijk instrument. Met een rok vol cymbalen draait ze in een hypnotiserende dans. De geluiden vermengen zich met de doffe klappen van Herwigs lichaam dat zich ondertussen heen en weer tegen de metalen pijpen aan het gooien is. De climax is oorverdovend. Het geluid resoneert nog even na, dan valt de stilte. Ze liggen beiden roerloos op de grond.

Ilegems en Ilegems tonen geen statisch portret van een vader-dochterband, maar een proces van groei, loslaten en herdefiniëren. Waar het eerste vignet nog een emotionele resonantie heeft die voortkomt uit de herkenbare dynamiek tussen ouder en kind, vervagen deze contouren in de rest van de voorstelling. De aandacht verschuift van de relationele dynamiek naar een meer formele en abstracte verkenning van beweging, geluid en objectmanipulatie.

Hier wringt de schoen enigszins. Hoewel er sporadisch eenvoudig te doorgronden slapstick wordt ingezet, zoals de komische scène waarin de vader aan het einde van episode twee in een matrashoes kruipt om dichter bij zijn dochter te komen, ontstaat er een stilistische breuk. De duidelijke, bijna didactische metafoor van de vleugels in het eerste luik staat in schril contrast met de meer abstracte en minder eenduidige symboliek van de daaropvolgende scènes. Deze verschuiving kan de emotionele betrokkenheid van het publiek verstoren, doordat de rechttoe rechtaan beeldtaal van het begin naar de achtergrond verschuift.

Toch wordt juist in deze abstractie de kracht van ONCE voelbaar. Het is een uitnodiging om de eigen emoties en gedachten los te koppelen van de voorstelling, zodat ze ruimte krijgen om te resoneren zonder vastgepind te worden op een eenduidige interpretatie. De fysieke expressie, het spel met objecten en de ritmes van beweging creëren een atmosferische gelaagdheid die, ondanks de afstand die soms ontstaat, een blijvende indruk achterlaat. ONCE wordt daardoor een ervaring die niet alleen visueel boeit, maar ook uitdaagt om het persoonlijke en het universele in balans te brengen.

De speeldata van ONCE vind je hier.

JE LEEST ONZE ARTIKELS GRATIS OMDAT WE GELOVEN IN VRIJE, KWALITATIEVE, INCLUSIEVE KUNSTKRITIEK. ALS WE DAT WILLEN BLIJVEN BIEDEN IN DE TOEKOMST, HEBBEN WE OOK JOUW STEUN NODIG! Steun Etcetera.

recensie
Leestijd 5 — 8 minuten

#178

15.12.2024

28.02.2025

Margot De Clercq

Margot De Clercq is een sociaal-cultureel factotum met vele ijzers in het vuur. Ze beweegt zich vanuit een diepgaande interesse in het onderzoeken van de relatie tussen kunst en samenleving, en hoe educatie en emancipatie daarin verweven zijn.

NIEUWSBRIEF

Elke dag geven wij het beste van onszelf voor steengoede podiumkunstkritiek.

Wil jij die rechtstreeks in je mailbox ontvangen? Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief!

Luister naar onze nieuwe podcast: Radio Etcetera!