
Ook slakken hebben wel eens haast (6+) – Theater Artemis
Tussen humor en frustratie
Amber Maes
©Tristan Perez-Martin
Pablo Lilienfeld en Federico Vladimir delen hun levens als liefdes- en artistieke partners. Ze delen ook het feit dat hun beider moeders Monica heten. In Monica verweven ze hun levens met die van hun moeders, grootouders en overgrootouders, en ook, met hun eigen, komende nageslacht. In dit tedere epos komen performance, drag-elementen en storytelling samen in een interdisciplinair, goed gemaakt werk. Ze ontwikkelen daarin hun eigen idee over wat het betekent om ‘te representeren’: hoe toon je jezelf, wat is de rol van belichaming in een wereld verzadigd door beelden?
Bij het binnenkomen, zie je verschillende (afbeeldingen van) schilderijen hangen, geschikt rond een geel uitgelicht projectiedoek. Achter dit doek staan twee silhouetten, in tegenlicht. Welkom in de Wunderkammer van Pablo en Fede, en van de vele Monica’s die doorheen de voorstelling de revue zullen passeren. Op zachte toon zetten Lilienfeld en Vladimir al vertellend de voorstelling in, die naast over het leven van hun moeders ook over hun ‘kind’ Monica belooft te gaan.
De levensverhalen van de verschillende moeder-Monica’s worden verweven met de grotere historische gebeurtenissen en kaders waarbinnen deze zich afspeelden. Beide groeiden ze op in Argentinië en emirgreerden ze later naar Spanje. Hun wegen naar Argentinië en terug naar Spanje verschillen echter, en omvatten samen een aanzienlijk deel Europese geschiedenis: van de opkomst van het fascisme dat velen deed vluchten uit Europa, tot collaboratie, waarna mensen ook moesten verhuizen, tot de opkomst van de Sovjet-Unie, tot joodse gemeenschappen in Zuid-Amerika, en hoe sommigen een weg terug naar Europa vonden. Monica Lilienfeld, de moeder van Pablo, stierf al in 1986, en liet een groot aantal schilderijen achter. Deze beelden worden geplaatst naast de naaktfoto’s van Federico’s moeder, gemaakt door haar man. Terwijl de ene Monica vereeuwigd blijft in haar schilderijen, wordt de ander Monica ouder in de foto’s. Zowel Pablo als Federico nemen houdingen en poses uit de beelden van hun moeders aan. Ze doen dat grotendeels naakt, met make-up die met enkele kleine vlekken en lijnen verrassend efficiënt een drag-laag legt. De levensverhalen en poses van de Monica’s worden afgewisseld met gedichten van Monica Lilienfeld die op muziek gezet zijn, meer theoretische gedachten over representatie, en liedjes in lipsync (nog een drag-element) van onder meer Janis Ian.
“De zachte, prikkelende frictie tussen hun lichamen en die van hun moeders en tussen de verschillende media, opent een andere manier van aanwezig zijn. Open, meervoudig, minder gedefinieerd.”
De foto, of het schilderij, zijn op zich al afbeeldingen, representaties, van de ‘echte’, fysieke Monica’s, en op hun beurt nemen Pablo en Federico deze representaties over met hun lichamen. Het overnemen van houdingen is echter niet zomaar het (weer) aanwezig stellen van iets afwezigs of het vertegenwoordigen ervan – de letterlijke betekenis van representatie. Het gaat hier volgens beide makers-performers over to represent: er zijn, er staan, niet enkel in functie van dat wat je weer aanwezig brengt (re-present), maar vooral voor jezelf. De zachte, prikkelende frictie tussen hun lichamen en die van hun moeders en tussen de verschillende media, opent inderdaad een andere manier van aanwezig zijn. Open, meervoudig, minder gedefinieerd. Zoals ze zelf vertellen: representatie gaat niet louter over gelijkenis, over het belichamen van een vooraf bepaalde betekenis. In tegendeel: to represent opent mogelijkheden die ontstaan wanneer eerdere codes en systemen, of het nu gaat over gender, gezinsstructuren of identiteit, afwezig zijn of losgelaten worden. Hier komt het drag aspect dat eerder subtiel aanwezig is (in vergelijking althans met de vaak meer uitvergrootte of explicietere gender bending van drag performance), mooi tot zijn recht. Dankzij hun opvatting over representatie zijn ze autonoom, niet afhankelijk van de blik (ook al worden ze misschien wel graag gezien). ‘We don’t need to be looked at. We are going to continue to be here,’ zo zeggen ze het zelf. Het gaat niet om een externe aanwezigheid die jouw aanwezigheid bevestigt. Het gaat over jouw eigen open, veelvormige aanwezigheid. De combinatie van beelden, lichamen (zowel mentaal opgeroepen door de verhalen, als die in de foto’s en schilderijen, als die van de performers) en gedeelde ideeën creëert een andere aanwezigheid-in-potentialiteit. Zo’n aanwezigheid is tegelijk speculatief (want nog niet vastgelegd of ingevuld), en gegrond (in onder andere de geschiedenissen). Ze is een voorbeeld van emancipatie in verwevenheid. Het is intrigerend hoe deze voorstelling vanuit de persoonlijke en maatschappelijke geschiedenis een boog spant die een meervoudige toekomst opent.
Dat gebeurt ook haast letterlijk wanneer Pablo en Federico zich (fysiek) terugtrekken van de scène om een geprojecteerde video te laten spreken. Daarin worden beelden van een fictieve, cliché-oubollige kunstdocumentaire – inclusief de typische ‘semi-bevlogen’ intonatie van de presentator of presentatrice hier gespeeld door Pablo en Federico, opnieuw met voice over – vermengd met beelden van beiden terwijl ze met een groepje kinderen collage’s maken, drag make-up aanbrengen, performen, verhalen vertellen. Op het strand, in een theaterzaal, in een slaapkamer, of in een atelier: het rollenspel gaat verder in dit videowerk, dat opnieuw verschillende media combineert. De kinderen, de neven en nichtjes van Pablo en Fede, zijn ook de oudere neven en nichten van Monica – het aangekondigde kind van beide performers. In een groeiend aantal landen zou drag met en voor kinderen opnieuw tot morele relletjes leiden, maar hier wordt op een ontwapenende manier getoond dat het in essentie gaat om een spel, om een contact houden met de potentialiteit – de reeks aan mogelijkheden – en verbeelding die onze vrijheid is. Het ons eigen maken van die potentialiteit in hoe we zijn en ons tonen: dat is representatie. Daar zit naast een kracht ook een zeker onschuld en naïviteit in. De kinderen dragen, net als Pablo en Federico, een soort nachtjapons, en de tedere toon van sommige verhalen, heeft ook iets van een verhaaltje voor het slapen gaan.
“Monica heeft iets episch, doordat het verhaal zich over minstens vier generaties uitstrekt en door de lange duur. Episch, maar zonder pretentie.”
Monica heeft iets episch, doordat het verhaal zich over minstens vier generaties uitstrekt (en wie weet hoeveel er nog komen), en door de (niet storende, want steeds kwalitatieve) lange duur. Episch, maar zonder pretentie. Pablo en Federico kiezen voor humor, tederheid en ambacht in het construeren van het geheel. Grappig, ontwapenend, ontspannen verhalen ze over de grote dingen des levens: liefde, verlies, relaties, ouder worden (zowel in de betekenis van kinderen krijgen als verouderen), verbeelding.
Alle grootse thema’s ten spijt, keert Monica uiteindelijk telkens weer terug naar de liefde tussen deze twee performers. Hun liefde uit zich in hun artistieke verwantschap en in hun manier van de scène te delen met elkaar, met hun moeders, hun grootmoeders, hun neven en nichtjes, en hun eigen creatie: hun dochter Monica.
Wanneer we dan eindelijk bij hun eigen kind aanbeland zijn, treden we het rijk van artificieel gegenereerde beelden binnen en krijgen Monica-het-kind te zien als een virtuele creatie. Dit virtuele kind is misschien wel ‘het potentieel’ bij uitstek; steeds in een digitaal medium, nooit te grijpen, gegenereerd door haar makers én een glibberig algoritme. Ze verschijnt nog maar net, of ze verdwijnt alweer. Ze gaat op in het beeld, trekt de digitale wereld in, op naar nog meervoudiger vormen en vervormingen die daar mogelijk zijn en zullen worden. Geruime tijd wuiven ze hun dochter uit, op weg naar haar eigen aanwezigheid. Deze scène zegt iets over ouderschap, maar ook over kunstenaarschap en het eigen werk loslaten wanneer het de wereld ontmoet en in die ontmoeting haar aanwezigheid ontdekt en ontwikkelt.
Zo is de cirkel rond: of het nu over Pablo en Fede als performers, hun moeders-Monica’s, kind-Monica of hun voorstelling gaat: de (zelf-)creatie blijft open. Als toeschouwer heb je iets bijzonder meegemaakt: deze voorstelling bouwt als het ware haar eigen potentialiteit op: ze wordt meervoudiger naarmate ze vordert. Daarin emancipeert ze zich van onze blik, maar dat betekent niet dat ze niet ‘bij ons’ wil zijn. Integendeel, samen tijd doorbrengen zonder iets van elkaar te moeten, samen mogelijkheden voelen: is dat niet de fundamentele betekenis van vrijheid?
KRIJG JE GRAAG ONS PAPIEREN MAGAZINE IN JOUW BRIEVENBUS? NEEM DAN EEN ABONNEMENT.
REGELMATIG ONZE NIEUWSTE ARTIKELS IN JOUW INBOX?
SCHRIJF JE IN OP ONZE NIEUWSBRIEF.
JE LEEST ONZE ARTIKELS GRATIS OMDAT WE GELOVEN IN VRIJE, KWALITATIEVE, INCLUSIEVE KUNSTKRITIEK. ALS WE DAT WILLEN BLIJVEN BIEDEN IN DE TOEKOMST, HEBBEN WE OOK JOUW STEUN NODIG! Steun Etcetera.