© Stef Stessel

Leestijd 8 — 11 minuten

Every-Body-Knows-What-Tomorrow-Brings-And-We-All-Know-What-Happened-Yesterday – Mohamed Toukabri

Wat we weten

Er lijkt de laatste tijd veel mist te hangen in onze podiumruimtes. Ook Every-Body-Knows-What-Tomorrow-Brings-And-We-All-Know-What-Happened-Yesterday van choreograaf Mohamed Toukabri begint in een ondoorzichtige, grijze wolk. Maar waar in andere voorstellingen het mistige eerder een stijlfiguur lijkt, neemt Toukabri de opaciteit ervan mee als kernthema.

Als eerste klinkt in de dichte mist van Every-Body een lichaamloze stem: ze heeft het over the void, de leegte waarin alles nog mogelijk is. Wanneer de rook wat diffuser wordt, doemt – haast onzichtbaar nog – een gebogen Toukabri op die gehuld in zwart over het podium zwerft. Het begin van een tot het einde van de voorstelling aangehouden driespraak tussen stemmen, performer en een tekst die verschijnt op het achterdoek. De stem en tekst in dit eerste deel zijn van schrijfster Essia Jaïbi, net als Toukabri afkomstig uit Tunesië. In een tweede deel volgen andere stemmen en tekstfragmenten.  

De wijsheid van lichamen

Algauw is duidelijk dat Toukabri de sfeer van homemade bricolage uit zijn vorige podiumvoorstellingen – eigengemaakt videowerk of een kleine cassettespeler aan de zijkant van het podium, hijzelf als verteller – inruilt voor een meer state-of-the-art samenwerking. Grafisch ontwerper Alyson Sillon en lichtontwerper Stef Stessels geven hier visueel vrij baan aan de tekst als volwaardig medespeler op het zachtglanzend grijs achterdoek. Enkele beelden blijven haken in mijn geheugen: Toukabri die met zijn voorhoofd tegen het achterdoek rust op de plek waar de tekst net samenvloeide tot een diffuus gloeiende lamp van licht; geprojecteerde reuzenletters die stroboscopische lichtstralen de zaal injagen; Toukabri die iets met mijn tijdsbeleving doet door mee van rechts naar links te wandelen met het traject van de woorden op een manshoge witte tekstband. Ook de dramaturgische cohesie tussen danser, stemmen en visuele tekst valt op.

In Every-Body maakt Toukabri zijn expliciet autobiografische verhalen en zijn nood om een laag van boosheid en verdriet over onrecht en onevenwicht te delen met het publiek een stuk universeler en abstracter – ik herinner me uit The Upside Down Man (son of the road) (2018) het verhaal over zijn ouders die geen visum kregen om zijn afstuderen bij P.A.R.T.S. bij te wonen. Die universele lading begint al met de titel. Tijdens het nagesprek vertelt de choreograaf dat die een citaat is van de Nigeriaanse schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie. Hoe zij het als Afrikaanse vrouw wil hebben over de wijsheid van het lichaam, van elk lichaam – every body. Met in elk van die lichamen een ingeschreven verleden dat het heden bepaalt. Dat plaatst ons ook voor een verantwoordelijkheid, want wat we met die lichamen in het heden doen is mee bepalend voor de toekomst, zowel voor de individuele als de collectieve. Je kan stellen dat Toukabri via deze inspiratie de notie van tijd verdiept in de tussenruimtes die de crux vormen van zijn choreografisch onderzoeksparcours. Maar de aanzet zat natuurlijk al in The Power (of) the Fragile (2021) waarin zijn moeder, live op het podium, het ancestrale en het spirituele vertegenwoordigde. 

Het lichaam als doorgeefluik

Toukabri legt lagen van tijd bloot met zijn lichaam als archief. Qua bewegingstaal mixt hij zijn roots als b-boy in de straten van Tunis met het sediment van balletvocabularium, moderne dans en hedendaagse taal uit zijn dansopleidingen in Tunis en in Brussel. Ergens in het tweede deel keert hij veel verder terug in de tijd terwijl hij weergaloos de gang van een primaat neerzet – evengoed te lezen vanuit de postkoloniaal-kritische hoek. Via de stem en teksten van Essia Jaïbi waaiert het thema uit naar de vraag wie bepaalt wat waarde heeft en wat tot de canon mag behoren, of waar al die vakjes toe dienen. Soms balanceert haar tekst in het eerste deel op de grens van het belerende, iets waar Toukabri in zijn eerdere voorstellingen zwierig omheen wist te fietsen, net door het hyperpersoonlijke van zijn autobiografische materiaal.

“Toukabri legt lagen van tijd bloot met zijn lichaam als archief.”

Twee keer draagt hij in de voorstelling een masker. De eerste keer drapeert hij in een hoek van het podium zijn T-shirt vernuftig tot een game-masker, compleet met plastic ogen; de tweede keer trekt hij een kap in Guantanamo-stijl over zijn hoofd, boven een grote jas waarin hij zich lijkt te verbergen. Wanneer hij die even later uitdoet verschijnt eronder een borstbescherming die doet denken aan een kogelvrij vest. Op de achtergrond klinkt een drum als een geweersalvo, een hartenklop doet mee in de soundscape van Analena Fröhlich. 

Boeiend is dat Toukabri in deze voorstelling, binnen dat idee van archief en geheugen, lijkt te refereren aan recent werk van collega-choreografen uit de diaspora van zijn geboorteregio en verder oostwaarts. Alsof hij daarmee de assimilatie van een ‘ander’ archief al naar een diepere laag wil voeren in de westerse blik op performance – zo lees ik het graag. In de tekst van Every-Body zit bijvoorbeeld een aanklacht over genegeerde realiteiten en geschiedenissen die gelijkaardig is aan wat Radouan Mriziga in zijn recente trilogie opvoerde. Er zijn ook de twee kleine staalplaten die Toukabri ergens driekwart in de voorstelling tegen zijn oren houdt, met op de ene Silence geschilderd, in witte letters. Eerst loopt hij er in complete stilte mee naar achteren, vervolgens haalt hij gaandeweg een indrukwekkende klank uit de platen door ze voor zich uit in zijn handen te laten trillen. Meteen zit ik terug in Everything brings us back to the body (2025) van Ehsan Hemat, waarin een zware koperplaat wordt opgevoerd als gelijkwaardige medespeler én symbool van de uitputting en uitbuiting van grondstoffen en menselijk kapitaal. Hier, in Every-Body, kunnen we niet anders dan de platen lezen als politieke boodschappers van oorverdovend zwijgen op het wereldtoneel.

Stamina

Wat Toukabri nog meeneemt uit zijn archief zijn de présence en ervaring die hij opbouwde op de grote podia met Sidi Larbi Cherkaoui en Needcompany, in zijn samenwerking met Luca Giacomo Schulte (artistiek medewerker van Raimund Hoghe) of met de Antwerpse modeontwerper Jan-Jan Van Essche. In Every-Body toont Toukabri zich een uitstekende performer, genereus en moeiteloos precies in zijn bewegingen. Gracieus is hij ook. Achter zijn masker, weg van de stoere hiphopmores, staat hij zich zelfs een vleugje vrouwelijke sierlijkheid toe. In een gesprek vertelde hij hoe hij in zijn bewegingsmateriaal de onderzoeksmatige ingesteldheid van hedendaagse dans toepast door te beproeven hoe hij de rechte lijnen uit ballet kan combineren met de ‘shapeshifters’ – het makkelijk veranderen van vorm uit breakdance – en welke plaats hij daarbij geeft aan het lichaam in de ruimte. De battles uit breakdance vertaalt hij naar subtiele fricties tussen die factoren. Tegelijk laat hij op het podium graag ruimte voor de improvisatie uit die discipline, voegde hij nog toe. Net dat houdt als toeschouwer de aandacht vast, ook bij Every-Body. Meer dan een uur lang stelt hij zijn stamina op de proef met een aanhoudend energieke bewegingstaal. Bovendien maakt hij het zich tegen het einde nog moeilijker door de dikke lagen kleding en de maskers die ook zijn mond en neus bedekken. 

“In Every-Body toont Toukabri zich een uitstekende performer, genereus en moeiteloos precies in zijn bewegingen.”

In het tweede deel van de voorstelling gebeurt iets anders. Een stem herhaalt repetitief een tekstlijn. Alleen is de bedoeling duidelijk niet om de betekenis beter te laten inzinken bij de toeschouwer: door ik weet niet welke mengtafeltechniek zweven twee cruciale woorden telkens opnieuw tussen verstaanbaar en onverstaanbaar. Dat creëert ongemak, want de woorden klinken als een belangwekkende quote die je wìl, moét hebben gehoord. Op de soundscape van het eerste deel had Essia Jaïbi het al over taal die je niet altijd kan of hoeft te begrijpen, terwijl er op de titelband een tekst liep in Arabisch schrift. De ingreep zet aan het denken over hoe we woorden nodig hebben om gesproken tekst te begrijpen, terwijl de fysieke danstaal van Toukabri zoveel meer ruimte biedt voor open associaties. 

Zonder hokjes

Dat is voor mij waar het in deze voorstelling om draait: ons terug te voeren – in woorden, projecties, stem en fysieke taal – naar een ruimte waarin ‘aanwezigheid’, onder welke vorm dan ook, weigert om afgebakende betekenis te genereren. Als vanzelf kom ik terug bij schrijver en filosoof Byung-Chul Han met zijn Eros als ‘de ander’: de energie die vrijkomt in het schuren met wat niet tot jezelf behoort en waarbij er fricties mogen zijn, gaten mogen vallen. Het soort dynamiek dat niet kan bestaan in een teveel van hetzelfde, waarin niks nog kan vonken, verwonderen, inspireren, of confronteren met je eigen beperkte grenzen.

In die zin kunnen we naar de koppeltekens uit Every-Body kijken als naar een ruimte voor verbinding zonder kant-en-klare betekenis, een ruimte tussen het weten van het lichaam en beredeneerde kennis, tussen bewegingsvormen, talen en culturen, tussen leegte en aanwezigheid.

Toukabri zelf verwijst in het nagesprek naar het begrip ‘opaciteit’ van schrijver en dichter Édouard Glissant (Martinique) als tweede nieuwe inspiratiebron voor zijn kijk op tussenruimtes. Achteraf lees ik dat Glissant zelf erop stond om opaciteit blijvend te mobiliseren, vanuit zijn ervaring dat als westerse instellingen en instituten proberen te begrijpen wat ‘anders’ is, het hen daarbij vooral te doen is om grip en controle. Glissant-onderzoeker Benjamin P. Davis breidt het idee verder uit, als ‘een recht op tijd om te lezen, te schrijven, te denken, om te worstelen en te vieren’, als tegenwicht tegen neoliberaal efficiëntiedenken.

In deze kleine zaal plant Mohamed Toukabri op eigen tempo een nieuw baken op zijn parcours. Hij laat zijn lichaam spreken, omringd door een getalenteerde ploeg. Wat een durf, wat een talent. 

Nog tot 13 mei 2026 op tournee. Klik hier voor de speellijst.

JE LEEST ONZE ARTIKELS GRATIS OMDAT WE GELOVEN IN VRIJE, KWALITATIEVE, INCLUSIEVE KUNSTKRITIEK. ALS WE DAT WILLEN BLIJVEN BIEDEN IN DE TOEKOMST, HEBBEN WE OOK JOUW STEUN NODIG! Steun Etcetera.

recensie
Leestijd 8 — 11 minuten

#179

01.03.2025

14.09.2025

Lieve Dierckx

Lieve Dierckx is vertaler en theaterwetenschapper. Ze schrijft freelance over dans en podiumkunsten voor verschillende magazines, huizen en choreografen.

NIEUWSBRIEF

Elke dag geven wij het beste van onszelf voor steengoede podiumkunstkritiek.

Wil jij die rechtstreeks in je mailbox ontvangen? Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief!