Playground Festival/Stuk en Museum M
Peepholes, koeienbellen en een speelse stoelendans
Helen D’Haenens
© Koen Broos
Alkibiades, de mooiste man van het oude Athene, waant zichzelf de laatste hoop van de democratie. De gelijknamige roman van Ilja Leonard Pfeijffer maar ook de theaterbewerking van Zuidpool biedt een treffende analyse van wat er allemaal mis is met die democratie. Geen vrees, verzekert Alkibiades ons, hij zal de democratie zuiveren.
Op het podium staat een neerslachtige figuur (Sofie Decleir). De rimpels op zijn voorhoofd verraden het gewicht van een bewogen politieke carrière. Zijn gelaat wordt uitvergroot door twee gigantische schermen aan beide uitersten van het podium. Veldslagen, verraad, vergane glorie. Het vat wel zo’n beetje het traject samen van de oude Alkibiades. In een allerlaatste redevoering probeert hij zijn publiek ervan te overtuigen dat zijn weg de juiste was. Alles wat hij deed stond in het teken van de Atheense democratie. Ook zijn waanzinnige voorstel om te midden van een oorlog met Sparta een scheepsmacht te sturen naar Sicilië. Of zijn verraderlijke oorlogsadviezen aan de Spartanen. Zelfs zijn laatste poging de democratie te zuiveren door middel van een oligarchische coup. Gelooft u Alkibiades?
Alkibiades’ redevoering is opgevat als een reflectie op de hedendaagse staat van de westerse democratie. In een anachronistische j’accuse vraagt Alkibiades het publiek wat onze huidige democratie nog waard is. Hij wijst op het gemak waarmee zijn eigen democratie zichzelf ontmantelde. Moeilijke tijden en een aantal charismatische demagogen bleken voldoende om het systeem op te doeken. Alkibiades is echter een ongemakkelijke aanklager, net omdat hij zelf zo’n charismatische demagoog is. Alsof Trump op het podium zou staan en aan ons vraagt wat onze democratie nog waard is. De spiegel die Alkibiades ons voorhoudt is niet louter die waarin we het heden herkennen in het verleden. Het is een spiegel waarin wij de saboteur van de democratie in onszelf herkennen.
“In een anachronistische j’accuse vraagt Alkibiades het publiek wat onze huidige democratie nog waard is.”
De tekstbewerking die Koen van Kaam maakte van Pfeijffers roman staat bol van dat soort ongemakkelijke ambivalenties. Zoals ook Alkibiades’ leuze – ‘Geen man zal ooit een groot man zijn als hij niet ook een vrouw durft te zijn’– die letterlijk wordt waargemaakt door te kiezen voor Sofie Decleir als vertolker van Alkibiades. Voor Alkibiades betekent dit een voltooiing van zijn karakter. Een andere ambivalentie duikt op in het spel tussen Alkibiades en het intrigerende personage van Mona Lahousse. Is ze een jongere versie van Alkibiades, opnieuw een spiegel? Is ze zijn dochter Laïs, die hij eigenlijk nooit heeft gekend? Of zijn geweten die hem tot reflectie dwingt? Zij is een gefragmenteerde weergave van de persoonlijkheid van Alkibiades, waardoor de voorstelling de eenvoudige tweedeling tussen betrouwbaar en onbetrouwbaar kan overstijgen.
Een maximalistische roman zoals Alkibiades van Ilja Leonard Pfeijffer laat zich niet makkelijk omzetten tot een voorstelling. Onvermijdelijk mis je belangrijke stukken uit Alkibiades’ levensverhaal. Geen erg, belangrijker is dat Pfeijffers roman dankbaar materiaal is op het vlak van retorische inbedding. De soms ellenlange speeches in de roman vormen op het podium net een bron van kracht. Cruciaal is daarbij de manier waarop die speeches worden gebracht, zeker in een stuk dat draait om het karakter van één persoonlijkheid. Het is bijzonder hoe Sofie Decleir de complexiteit van Alkibiades vat in haar emotionele invulling van zowel zijn woorden als zijn karakter. Schaamte ontmoet rechtschapenheid, kwaadaardigheid ontmoet trots. Logos en ethos liggen aan de voeten van pathos.
“De spiegel die Alkibiades ons voorhoudt is niet louter die waarin we het heden herkennen in het verleden. Het is een spiegel waarin wij de saboteur van de democratie in onszelf herkennen.”
Antieke theoretici van de retorica, zoals Quintillianus, vonden niet voor niets dat de opvoering het belangrijkste deel is van de redevoering. Zonder opvoering is de redevoering onvoltooid, wat ook het geval is bij de Alkibiades van de roman. Deze performance brengt de verdediging van het romanpersonage eindelijk tot zijn recht. Die vaststelling maakt van de voorstelling een complementair gegeven, dat blijft hangen in de schaduw van de roman. De vragen die het stuk stelt zijn een herkauwing van de roman en de roman zelf was al een herkauwing van het topos van de demagoog. Verdere reflecties over waarheid of geschiedenis voegen eigenlijk weinig toe aan het begrip van onze huidige democratische crisis.
ALKIBIADES van Zuidpool toont ons vooral hoe onweerstaanbaar charisma is. Laat me daarom de vraag opnieuw stellen: Mannen van Athene, gelooft u Alkibiades? Wat verzekert ons dat wij zelf geen slachtoffer zijn van zijn manipulatieve woorden? Achter de pathos van zijn redevoering, de prachtige livemuziek (Jorgen Cassier) die hem begeleidt en de effecten waarmee hij zichzelf opblaast, schuilt een onbetrouwbare figuur. Dat weet ik. Toch voel ik sympathie voor zijn persoon en zijn woorden wanneer hij voor mij staat. De theaterzaal wijst mij op het spel dat hij speelt, maar de vraag is altijd: zou ik hem ook herkennen als hij niét op dat podium stond?
KRIJG JE GRAAG ONS PAPIEREN MAGAZINE IN JOUW BRIEVENBUS? NEEM DAN EEN ABONNEMENT.
REGELMATIG ONZE NIEUWSTE ARTIKELS IN JOUW INBOX?
SCHRIJF JE IN OP ONZE NIEUWSBRIEF.
JE LEEST ONZE ARTIKELS GRATIS OMDAT WE GELOVEN IN VRIJE, KWALITATIEVE, INCLUSIEVE KUNSTKRITIEK. ALS WE DAT WILLEN BLIJVEN BIEDEN IN DE TOEKOMST, HEBBEN WE OOK JOUW STEUN NODIG! Steun Etcetera.