#168
15.05.2022
—
14.09.2022
Welk onderwijs willen jongeren eigenlijk zelf? Naar aanleiding van het nummer School maken stelde Etcetera x NTGent deze vraag aan studenten van de vier Vlaamse theaterscholen.
De redactie van Etcetera vroeg me een tekst te schrijven over leren en omleren in niet-geïnstitutionaliseerde kennisomgevingen zoals WIPCOOP, de Work In Progress Coöperatie van Mestizo Arts Platform (MAP), waarvoor ik sinds 2019 werk. Voordien werkte ik voor kunstZ, een partnerorganisatie van MAP en in een nog verder verleden was ik actief in het jeugdwerk. Ik zie de praktijk van WIPCOOP als een vruchtbare context om al doende en door samenwerking te leren. Ongetwijfeld dekt deze tekst de lading onvoldoende, maar laat ik toch proberen de kracht van dit project in de verf te zetten en uit te leggen hoe dit lerend netwerk werkt.
Vorige zomer gingen The Honey House en Bartlebabe in première, de tweede en derde creatie van Anna Franziska Jäger en Nathan Ooms na hun debuut ‘Some Things Last A Long Time’ uit 2019. Zowel performatief als dramaturgisch zijn het ronduit verbluffende voorstellingen. Welk wereldbeeld spreekt er uit hun werk?
Dat belerend theater enorm irriteert, is al (tenminste) sinds de jaren 1980 gemeenzaam bekend. Maar theater dat alleen maar vragen stelt, verwarring zaait en om de zaken heen draait, is net zo lui en laf. Is het misschien in de spanning tussen kennis en kunst, tussen ethiek en esthetiek, tussen mededeling en ironische afstand, in de (innerlijke) tweestrijd, dat échte waarheid ontstaat?
‘Hoe blijf je je praktijk voeden als kunstenaar? Wanneer verwierf je nieuwe inzichten en sloeg je een andere richting in?’ Die vragen legden we voor aan vier podiumkunstenaars. Sara De Roo, Mokhallad Rasem, Tom Struyf en Jonathan Burrows beantwoordden ze elk vanuit een heel eigen perspectief. Hun bijdrages getuigen er vooral van hoe leerrijk omwegen kunnen zijn.
De aan NTGent verbonden onderzoeker en theatermaker Lara Staal deed het afgelopen jaar mensen raar opkijken toen hen ter ore kwam dat ze de voorstelling DISSIDENT maakte met klasrebellen en schooluitvallers. Hier vertelt ze wat zij en haar mede(makers) voor ogen hadden en hoe de traditionele machtsbastionnen, zo overtuigd van hun eigen gelijk, het toch nog niet helemaal begrepen.
Leren kan op vele manieren. Net zoals in het onderwijs wordt gedebatteerd over niet-hiërarchische lesmethoden en zelfsturend leren, zoeken theatermakers naar manieren om de inhoud van het werk vanuit het publiek te laten ontstaan, of de toeschouwers/deelnemers ten minste mee aan het roer te laten. In het geval van Emke Idema, Building Conversation en Jonas Staal leidt dat tot omgevingen waarin de aanwezigen samen op zoek gaan naar alternatieve realiteiten, waarbij impliciet of expliciet op een hernieuwd politiek-maatschappelijk bewustzijn wordt ingezet.
Naomi Velissariou (Bilzen, 1984) is een Grieks-Belgische regisseur, schrijver, acteur en performancekunstenaar met een fascinatie voor de vloeibaarheid van de hedendaagse identiteit en de manier waarop deze wordt ingezet in de huidige beeldcultuur. Onlangs won ze de Theo d’Or, de Nederlandse prijs voor beste vrouwelijke hoofdrol, voor haar voorstelling Pain Against Fear.
Iedereen terug naar school? Zo lijkt het wel als je rondkijkt in de hedendaagse kunsten, waar de afgelopen jaren verschillende kunstenaars projecten opzetten die de vorm van een school aannamen. Volgens Silvia Bottiroli wijzen al deze initiatieven op een toenemende belangstelling voor de school als een model dat betekenisvolle ontmoetingen kan genereren. Bovendien dagen ze het formele kunstonderwijs uit om zichzelf opnieuw uit te vinden. Waar ligt de kracht van zulke initiatieven? En wat betekenen deze atypische praktijken en ervaringen voor het model van de school?
In juni 2022 eindigt het Project for Upcoming artists on the Large Stage, aka P.U.L.S.. Vijf jaar lang mochten vier jonge podiumkunstenaars onder de vleugels van het Antwerpse Toneelhuis leren wat de beperkingen en de mogelijkheden zijn van een grote bühne, maar ook: van een symbolisch geladen plek als de schouwburg. Lisaboa Houbrechts, Timeau De Keyser, Bosse Provoost en Hannah De Meyer gaan in gesprek met Evelyne Coussens over wat ze de afgelopen vijf jaar leerden – en níét leerden.
Naar aanleiding van het decembernummer over School Maken nodigen Etcetera en RITCS je uit om deel te nemen aan een gesprek (in het Engels) over betekenisvolle leerervaringen. Samen met jou, en onder andere makers Hans Bryssinck en Sarah Vanhee, buigen we ons over de vraag: wat, hoe en waar willen we leren?
Every month, Etcetera gazes into the soul of a performing artist. We choose artistic interest over human interest. This time, we are happy to give the word to Moya Michael, a dancer, performer and choreographer born and raised in Johannesburg, South Africa. She has danced with the likes of Akram Khan, Gregory Maqoma, Rosas, Eastman, Faustin Linyekula, David Hernandez, Mårten Spångberg and Jin Xing. Moya has worked on commissions various parts of the world including in China, India, South Africa. Furthermore, Moya has spearheaded an open-ended collaboration in Pondicherry, India, with a group of multidisciplinary artists from across the globe. Moya continues to evolve as a creative maker of live performance. It is in this manner that she has established a working relationship with KVS, where her latest work, Outwalkers, can be seen this week.
Every month, Etcetera gazes into the soul of a performing artist. We choose artistic interest over human interest. This time, we are happy to give the word to Kelly Copper (1971). Together with Pavol Liska, she founded the collective Nature Theatre of Oklahoma in 2004. Using readymade material, found space, gifted properties, cosmic accident, extreme formal manipulation and plain hard work, Nature Theater of Oklahoma makes art to affect a shift in the perception of everyday reality that extends beyond the site of performance and into the world in which we live.
Every three years 1000 young dancers from all over the world audition for PARTS, the renowned school for contemporary dance in Brussels, directed by choreographer Anne Teresa De Keersmaeker. Every three years, only 40 are chosen to enter the Training Cycle. The documentary podcast Generation XIII drafts a portrait of the generation that has been studying at PARTS since September 2019, through the experiences and voices of five students. Through interviews and audio-diary entries, we follow Eleni from Greece, Marllon from Brazil, Zoé from France, Renátó from Hungary and Kia from New Zealand, all through their training.
On the occasion of our December issue on Making School, Etcetera and RITCS invite you to participate in a conversation (in Dutch and English) about meaningful learning experiences. Together with you, and amongst others creators Hans Bryssinck and Sarah Vanhee, we will explore the question: what, how and where do we want to learn?
In een afgesloten tent zitten 7 zwarte meisjes te babbelen, spelletjes te spelen en te zingen. 1 meisje zit buiten naar de sterren te kijken en na te denken. In Us, (k)now wordt er afwisselend een verhaal verteld, gezongen en gekeken naar een videomontage van het werkproces dat aan de voorstelling vooraf ging. Het resultaat is een expliciete presentatie van de emoties, gevoelens en experiences van de 8 meisjes. De voorstelling toont hiermee een duidelijke boodschap, op een afwisselend intieme en grappige manier, en af en toe misschien iets te expliciet of niet theatraal genoeg. En die boodschap is simpelweg: de kracht en vreugde van black sisterhood.
Sometimes, a performance, a work of art, reveals its timeliness in a time that does not favor its public appearance. Circumstances happen, and they hinder its reception, and while the work of mounting a performance for few occasions for too few spectators might seem disappointingly vain to its makers, the performance still finds other ways of working through to us, reaching the spectators who couldn’t experience the full event. Like sprouting new tentacles that will extend it into other modes of existence –a map, a conversation, a rehearsal, a rumor – the work begins to live in the mythical glow of incompleteness. This condition is not unusual for those artworks of which we cherish the most vivid memories even if we only saw a glimpse of them.
Drie amforen, een vierkante grasmat, eenenveertig eieren, het schild van een schildpad en een collectie synthesizers maken allen deel uit van een statisch decor. Niets voelt levend aan, behalve misschien een murmelende rookmachine. Zonder muziek en met de zaallichten aan (deze zullen lange tijd ook aanblijven) heerst er een koele, gespannen, bijna klamme sfeer. Hoe langer we het vooralsnog onbemande podium bekijken, hoe meer alledaagse en vreemde objecten we ontdekken. Pijl en boog. Een plant. Een snaredrum.
Tachtig minuten lang beklijvende poëzie op de scène brengen die urgent en actueel is: Zuidpool slaagt erin. Vijf actrices en een dj belichamen en verklanken drie lyrische gedichten van de Russische Maria Stepanova, waarin de taal evenveel op het spel probeert te zetten als het leven. Hoe verhoud je je als dichter tot een onzinnige oorlog die je eigen land uitlokte? En hoe breng je die (taal)strijd op de scène?
Romeo Castellucci’s installatieperformance The Third Reich duurt niet meer dan veertig minuten, maar die volstaan voor een overdonderende ervaring. Niet iedereen kan de volledige rit uitzitten – best wat toeschouwers verlaten vroegtijdig de zaal. Het werk is dan ook een regelrechte aanslag op je zintuigen.
Een abstract totaalspektakel waar geen einde aan lijkt te komen, zo kan ik Magical and Elastic van Cuqui Jerez het beste samenvatten. Ruim twee uur en een half dompelt Jerez ons onder in haar felgekleurde wereld waar pluimpjes en pingpongballen uit de lucht vallen en de muziek klinkt als een langgerekte intro van een nummer dat nooit echt begint. Het is een radicaal, zelfs provocatief theatraal voorstel dat de helft van de aanwezige toeschouwers gaandeweg de zaal uit jaagt. Wat hebben de zittenblijvers aan deze vervreemdende combinatie van te veel en te weinig?
In 21.02.2021 doorlopen drie spelers en een muzikant een hele reeks gebeurtenissen die zich wereldwijd afspeelden op 21 februari 2021. De collage aan verhalen combineert banale met ingrijpende momenten, gebracht met een overwegend speelse acteerstijl, die af en toe plaats maakt voor serieuzere observaties. Nico Boon en Arsenaal tonen hiermee een veelstemmig overzicht van een dag, met de nodige humor en een poëtisch einde.
Negen jongeren tussen 16 en 20 jaar dansen Stravinsky’s ‘Petrouchka’. Het originele ballet uit 1911 over een pop die tot leven komt, laten ze los. Onder begeleiding van choreografen Elisabeth Borgermans en Thomas Vantuycom ontstond een nieuwe creatie die gedreven wordt door een elektriserend samenspel tussen lichaam en muziek. ‘Electric Life’ plaatst Stravinsky’s muziek zo in het hart van de moderniteit en bevraagt tegelijkertijd het statuut van het lichaam binnen de (hedendaagse) technologische conditie.
Zoals je je droom overdag aan iemand probeert te vertellen, een droom waarin alle gebeurtenissen zeer logisch op elkaar leken te volgen – al is dat volgens een heel andere logica dan in onze dagdagelijkse realiteit. Zo pogen Eva Binon en Jason Dousselaere in ‘Catharsis’ ons tot loutering te leiden aan de hand van een resem verhalen.
In ‘De bevrijding van het edelhert’ brengen regisseurs Thomas Bellinck en Khalid Koujili El Yakoubi twee van hun inhoudelijke dada’s samen: El Yakoubi’s onderzoek naar de representatie van ‘de ander’ in het Westers theater en Bellincks aanhoudende ontleding van het Europese migratiemanagement. Twee toch wel verschillende onderwerpen, die op de grote bühne in een kader worden geplaatst van grote(ske) theatrale vormen. Een vierde element komt binnen via producent HETPALEIS: een publiek van negenplussers. Met die zo verschillende ballen (inhoud, vorm, publiek) is het soms lastig jongleren, en in ‘De bevrijding van het edelhert’ vallen af en toe wat balletjes op de grond. Maar voor dat verlies aan virtuositeit komt aan het eind iets kostbaars in de plaats.
Met het woordeloze ‘HOM(M)E’ dagen Tina Heylen en Eva Binon zichzelf andermaal uit om een beeldende voorstelling voor de allerkleinsten te maken. Dat ze jong en oud kunnen boeien, bewezen ze met hun vorige productie, ‘TATTARRATTAT!’. Net als die in de voorstelling, ontstaat er in ‘HOM(M)E’ een associatieve aaneenschakeling van objecten die vervormen, schuiven en omvallen. Zelf benoemt het duo ‘HOM(M)E’ als ‘een bewegend beeldend werk voor kleuters én volwassenen’.
Wie van de ‘Medea’ van Malpertuis verwacht nog eens het verhaal te zien van hoe een moeder ertoe komt haar eigen zonen te vermoorden, komt bedrogen uit. Ze blijken al dood. Én ze komen steeds weer tot leven. Moorden zonder woorden krijgen we, troost zonder toekomst. Piet Arfeuille en Fabián Santarciel de la Quintana schilderen op scène een psychologische ruimte, maar dan uiterst fysiek.
Het theaterdispositief is een onwaarschijnlijk krachtige kijkmachine. Het samenspel van een donkere zaal met een collectieve blik die focust op wat zichtbaar is op de scene, laadt iedere handeling van de performers op met de suggestiviteit van mogelijke betekenissen, mogelijke personages, mogelijke communicatie. Zien doen (in de zaal) en doen zien (op de scene) kruisen elkaar: dat is de essentie van het theaterdispositief. Die kwintessens ensceneren Heine Avdal en Ingrid Haakstad met een lichtjes provocerend minimalisme voor een zwart doek bij de start van gone here (yet) to come op het proscenium.
‘Solipsists’ is een goedgevormde triptiek van drie personages. In drie solo’s verkennen ze het geloof dat je alleen zeker kan zijn van je eigen bewustzijn. Hun relaas lokt herkenning uit, maar is abstract genoeg om de toeschouwer mee te nemen in een gedachtegang die los staat van de rest van de wereld. Deze eenzaamheid wordt met bijzondere beheersing gespeeld en er wordt telkens een andere visuele verbeelding opgeroepen, waardoor de thematiek zich volledig kan ontplooien. Daardoor is er in ‘Solipsists’ misschien (te) weinig plaats voor wat zich daarbuiten bevindt.
“Ignite the spark”, piept een naakte Lucie Plasschaert in een schriel hoog stemmetje, terwijl ze ter plaatse marcheert voor een spleet in het toneeldoek. Het is de opening van een voorstelling die zoekt naar het vuur van de liefde: naar de geborgenheid, het verlangen en het gevaar die ermee gepaard gaan. Maar dat vuur gaat niet zomaar aan het branden. Wanneer het doek op gaat, liggen, rollen, springen, dartelen een groep performers ongedwongen over een lege scène bedekt met zilverkleurige matten. Mijmeringen over seksualiteit en andere intieme gevoelens weerklinken in deze sci-fi Tuin van Eden waarin naaktheid en intimiteit de grondtonen zijn. Als dan één van hen een lied aanvat, live begeleid door een luit en twee violen, zijn we bij de titel van de voorstelling aanbeland: Madrigalen.
Na Scènes de la vie conjugale en Après la répétition keert TG STAN, nu samen met de Roovers, terug naar het oeuvre van Ingmar Bergman. Deze keer baseren ze zich op het gelijknamige scenario en diens autobiografie Laterna Magica. Een faliekant aflopende driehoekverhouding is het beginpunt. Maar wat zich ontplooit is vooral een adembenemend acteerspel, dat terloops de grenzen tussen acteur en personage volledig doet vervagen.
Met Operette rondt collectief tibaldus zijn trilogie af rond de Poolse schrijver Witold Gombrowicz, voor regisseur Timeau De Keyser is het de afronding van zijn P.U.L.S.-traject bij het Antwerpse Toneelhuis. Het duurt even voor de voorstelling haar geheimen blootgeeft, maar aan het eind doet tibaldus’ werk Gombrowicz’ uitdaging alle eer aan. Die uitdaging bestaat erin dat we, al was het maar voor de duur van een korte entr’acte, manmoedig standhouden in een wereld zonder vaste vormen of identiteiten. En dat we de existentiële chaos die dat impliceert heel even in de ogen kijken.
Op dezelfde dag waarop ik lees over hoe een gletsjer van onbevattelijke omvang dreigt los te komen van het Antarctische ijs, en over een album met geluiden van bedreigde en bijna uitgestorven vogelsoorten dat de hitlijsten haalt in Australië, kom ik aan in Listen Here: This Cavern van Daniel Linehan en zijn gezelschap Hiatus. Listen Here: This Cavern is het tweede luik van een diptiek met als focus ‘deep listening’ als manier om onszelf als mensen meer af te stemmen op het ecologische geheel waar we deel van uitmaken.
Politiegeweld, femicide, rape-cultuur en precarisering, het zijn maar enkele van de thema’s die de revue passeren op Próximamente, het festival van de KVS dat als doel heeft Latijns-Amerikaanse podiumkunst met Vlaanderen en Brussel te delen. Het wil werk tonen dat grenzen overstijgt en de relevantie van de Latijnse-Amerikaanse blik op podiumkunsten aantoont. Een opzet mooi in zijn eenvoud, maar echt overtuigen doet het niet.