#162
01.12.2020
—
14.03.2021
download pdf
bekijk op issuu
Kan kunstkritiek meer zijn dan de mening van een professioneel recensent? In een nieuwe maandelijkse column laten theatermaker Freek Vielen (De Nwe Tijd) en curator/schrijver Lara Staal afwisselend hun licht schijnen op een topic dat hen bezighoudt.
Om de paar jaar duikt de vraag op of we in Vlaanderen niet terug vaste ensembles moeten invoeren. Een groep pas afgestudeerde alumni van het Kask, Conservatorium Antwerpen, LUCA drama en Toneelacademie Maastricht namen het heft in eigen handen en richtten samen het Ensembletheater Antwerpen op. Hun artistiek leider Simon Lemmens reageert op de oproep van Tom Van Dyck in De Morgen (8 augustus 2020) om van de stadstheaters terug een plek te maken waar de acteur het voor het zeggen heeft. Wat denkt de jonge generatie?
In 2016 gaf theatermaker Lucas Vandervost (°1957) na dertig jaar artistiek leiderschap zijn gezelschap De Tijd over aan een jonge generatie die de Nwe Tijd oprichtte. In de jaren daarna werkte hij aan een doctoraat in de kunsten aan het Antwerpse Conservatorium, waar hij in 1979 afstudeerde en tot dit jaar lesgever was. Het is vrij uitzonderlijk dat een acteur zijn inzichten over het acteren systematisch in kaart brengt. Acteren is geen makkelijk objectief te beschrijven materie en de valkuilen van biografische anekdotiek en al te subjectieve verwoording liggen steeds op de loer. Bij Lucas Vandervost hangen zijn inzichten over acteren nauw samen met zijn visie op theater in het algemeen en met zijn manier om in het leven te staan. In die zin is zijn doctoraat in de kunsten – dat zijn neerslag heeft gevonden in twee boekpublicaties De kunst van het thuiskomen (2017) en De hiel van Kuifje (2019) – veel meer dan de beschrijving van een technisch kunnen. Het is het resultaat van vier decennia nadenken over theater en over wat het betekent op de scène te staan en te spreken.
In 1998 werd econoom Rick van der Ploeg voor de Nederlandse PvdA – verwant aan de Vlaamse sp.a – staatssecretaris voor cultuur en media. Ik was net afgestudeerd aan de academie van Den Bosch en begonnen aan mijn master’s voor beeldende kunst aan het Sandberg Instituut in Amsterdam. Van der Ploeg bedacht het ‘cultureel ondernemerschap’, een term die meer dan twintig jaar later nog steeds resoneert in de politiek en de cultuursector. Kunstenaars en culturele instellingen kregen als het ware de opdracht om te streven naar meer zelfredzaamheid door de ontplooiing van allerlei activiteiten naast het daadwerkelijk ontwikkelen en tonen van hun werk.
Actrice Tania Van der Sanden (Wilrijk, 1962) is een vertrouwd gezicht voor het Vlaamse publiek. Sinds haar afstuderen in 1984 aan het Antwerps Conservatorium werkte ze met een indrukwekkende en diverse rij theatergezelschappen zoals NTGent en KVS maar ook Theater Malpertuis, De Roovers en Abattoir Fermé. Wie haar niet kent uit het theater, heeft haar gezien in films of in televisieprogramma’s zoals Man bijt hond, In de Gloria of Het Eiland. Daarnaast is ze ook nog Vakhoofd Spel aan het RITCS in Brussel. Recent creëerde ze bij Theater Malpertuis haar eerste onewomanshow en van zodra het coronavirus het toelaat, speelt ze in Het Pentaccordeon van Studio Orka.
Momenten van crisis worden gebruikt om alternatieve agenda’s door te drukken. Het zijn momenten waarop de ‘normale’ gang van zaken door omstandigheden wordt onderbroken of verzwakt en er zich dus mogelijkheden voordoen voor een verandering. Vernieuwingen gebeuren dan niet meer langs lijnen van geleidelijkheid, maar worden met een schok geïmplementeerd. Er valt veel te zeggen voor deze shock strategie. Geleidelijke verandering heeft immers al te vaak synoniem gestaan voor geen of nauwelijks verandering. De status quo krijg je waarschijnlijk alleen maar echt in beweging door een onverwachte en stevige duw.
Jetse Batelaan (Leiden, 1978) is sinds 2013 artistiek leider van Theater Artemis, het spannendste jeugdtheater van de lage landen. Hij studeerde in 2003 af aan de regieopleiding aan de Academie voor Theater en Dans in Amsterdam. Al tijdens deze studie maakte hij opvallende, bijna woordeloze voorstellingen met behoorlijk lange titels. Jetse Batelaan ontving in 2019 de Zilveren Leeuw op de Biënnale van Venetië en in 2020 de ITI-award in Düsseldorf.
Alexander Vantournhout is choreograaf en circograaf van de compagnie not standing. Hij studeerde hedendaagse dans aan P.A.R.T.S. en enkel rad, jongleren en dansacrobatiek aan ESAC (Ecole Supérieure des Arts du Cirque in Brussel). Twee constanten in zijn artistieke werk zijn de zoektocht naar het creatief en kinetisch potentieel van het lichaam en een onderzoek naar de relatie tussen performer en object.
Genoeg van gesloten theaterdeuren en een overdosis schermtijd? Uitzonderlijke corona-actie: ons lentenummer in jouw brievenbus voor slechts 3 €.
We staan allemaal paraat om er weer in te vliegen. Na enkele weken van totale stilstand komt de economie stilaan weer op gang, dus moet ook de kunstensector volgen. Musea zijn weer open, en na de zomer (in Nederland al vanaf juni) kunnen we hopelijk terug naar voorstellingen en concerten. Velen van ons zijn nog harder aan het ‘flexwerken’ dan voordien, het is fijn om bezig te zijn en het begint weer te kriebelen om ons te laten zien. De plaatsen in de zaal zijn beperkter dan ooit, maar wij zijn blij met elk publiek, hoe klein ook.
De theaters blijven gesloten, dus vroeg Etcetera enkele kunstenaars om een artistieke bijdrage: een blik in hun studio, een inkijk in hun onderzoek of work in progress.
Tijdens deze coronacrisis moeten we uit noodzaak onze levens deels digitaal leiden. Ook de podiumkunsten zijn niet immuun voor deze ontwikkelingen. Maar waarom blijven we zo toch vaak onbevredigd achter na al die nieuwe, virtuele theaterervaringen, vragen makers Anna Franziska Jäger en Nathan Ooms zich af. Cyberpessimisme in z’n best mogelijke vorm!
Alida Dors (1977, Amsterdam) ontwikkelde zich als danser in de hiphop- en breakdancescene. Zij danste bij verschillende gezelschappen, waaronder ISH Dance Collective, en richtte in 2004 samen met Bryan Druiventak de hiphopschool Solid Ground Movement op. In de jaren daarna ontwikkelde Alida Dors zich tot choreografe en startte zij haar eigen dansgezelschap BackBone. Sinds april 2020 is ze de nieuwe artistiek leider van Theater Rotterdam.
Kots in je bakkie. Elke recensent krijgt om de zoveel tijd te maken met een kwade mail van een misnoegde theatermaker of toeschouwer. Critici Charlotte De Somviele en Ciska Hoet stellen echter vast dat daarbij steeds vaker ook de kunstkritiek zelf in vraag wordt gesteld. Dat is niet alleen betreurenswaardig, de kunstensector schiet er mee in z’n eigen voet. Kunstenaars en critici voeren immers dezelfde strijd.
Begin mei hadden we, in andere tijden, ‘Pieces of a Woman’ kunnen zien tijdens Kunstenfestivaldesarts. De voorstelling is een creatie van de Hongaarse kunstenaars Kornél Mundruczó & Kata Wéber, vertolkt door het Poolse ensemble TR Warszawa. Na de première in Warschau (2018) stal het stuk tal van prijzen weg. In samenwerking met het Pools Instituut Brussel en Kunstenfestivaldesarts publiceert Etcetera twee essays: Jonas Vanderschueren en Zofia Smolarska analyseren waarom het stuk zo representatief is voor het hedendaagse Poolse theater.
Kan kunstkritiek meer zijn dan de mening van een professioneel recensent? In een nieuwe maandelijkse column laten theatermaker Freek Vielen (De Nwe Tijd) en curator/schrijver Lara Staal afwisselend hun licht schijnen op een topic dat hen bezighoudt. Vandaag: Freek over ‘Dier’ van Tom Struyf, de laatste voorstelling die hij live zag.
Etcetera presenteert een gloednieuwe theatertekst van Tom Lanoye. Op vraag van het Düsseldorfer Schauspielhaus herwerkte de schrijver het tweede deel van zijn iconische marathonbewerking Ten oorlog (1997). Hendrik VI & Margaretha di Napoli ging op 14 december vorig jaar in première in Duitsland. De veelgeprezen voorstelling kon echter door de coronamaatregelen niet meer opgevoerd worden. Daarom bieden we nu de Nederlandse vertaling van dit koningsdrama aan. Lanoye schrapte duchtig in de oorspronkelijke tekst, maar schreef ook tal van nieuwe scènes – met name de monsterlijke Richard III werd een stuk deerniswekkender.
Joachim Robbrecht is schrijver, performer en regisseur. Hij schrijft teksten voor Sarah Moeremans en Timothy de Gilde, werkt daarnaast met collectieven als Dood Paard en de Warme Winkel en maakt regelmatig voorstellingen onder eigen vlag. Momenteel werkt hij aan een libretto voor muziektheaterhuis Silbersee.
Kan kunstkritiek meer zijn dan de mening van een professioneel recensent? In een nieuwe maandelijkse column laten curator/schrijver Lara Staal en theatermaker Freek Vielen (De Nwe Tijd) afwisselend hun licht schijnen op een topic dat hen bezighoudt.
Het coronavirus doet niet alleen de straten, maar ook de theaterzalen leeglopen. Onder het mom ‘beter virtueel theater dan geen theater’ laten we enkele gedupeerde podiumkunstenaars aan het woord over hun afgelaste premières en de impact van corona op hun werk en leven.
Milo Rau zou deze week een eredoctoraat van de Ugent krijgen. Corona besliste daar anders over, maar Etcetera publiceert het essay dat Rau schreef voor deze gelegenheid.
Nu de theaterzalen leeg zijn omwille van het coronavirus en theatermakers op zoek gaan naar andere manieren om hun werk te delen, halen we dit artikel over theater en holografie opnieuw vanonder het stof. Het werd in 2014 geschreven voor het 110e nummer van Courant, het tijdschrift van het Vlaams Theater instituut dat sindsdien opging in Kunstenpunt. Courant verzamelde toen ‘out of the box’ ideeën voor het podiumlandschap van de toekomst.
Wat betekent spelen in een tijdsgewricht waarin vloggers maar evengoed fake news de grens tussen feit en fictie oprekken? Onze redactie boog zich over deze vraag en komt tot de conclusie dat het podium meer dan ooit een strijdtoneel is.
Etcetera vroeg aan acteur en dramadocent Jan Steen (KASK) om zijn lesmethode in kaart te brengen. Onze centrale vraag aan hem was: wat is het verschil tussen een acteur en een hond? Onderstaande fictieve dialoog is het resultaat van deze denkoefening.
‘Schrijf een ode aan een van je favoriete spelers.’ Met die opdracht trokken we naar vier mensen uit het podiumveld. We vroegen hun om er geen emotionele uitbarsting van te maken, maar wel om precies te beschrijven welke kwaliteiten ze zo bijzonder vinden aan de speler in kwestie. Carolina Maciel de França, Milo Rau, Joachim Robbrecht en Greet Jacobs gingen de uitdaging aan en schreven over onder anderen Aldith Hunkar, Johan Leysen, Louis van der Waal en Gorges Ocloo. Samen vormen hun bijdrages niet alleen een ode aan deze spelers, maar ook aan podiumprésence, ontroering, het dansante lichaam, taalgevoel, overgave en vooral heel veel spelplezier.
‘Maar ik ben helemaal geen speler!’ Je hoort het Gorges Ocloo wel eens roepen halverwege het repetitieproces. Idem dito wanneer hij de tekst van een 1,5 uur durende monoloog in zijn nu al overvolle hoofd moet krijgen. Gorges is een speler die zichzelf niet als dusdanig ziet. Maar tegelijkertijd is hij onmiskenbaar een van de boeiendste acteurs die je vandaag bij ons op de scène kunt tegenkomen.
De lezer weze gewaarschuwd: ik schrijf dit portret over Louis van der Waal met complete vooringenomenheid. We werkten niet alleen samen in een ondertussen indrukwekkende rij producties van Sarah Moeremans en mezelf, we vieren ook samen huwelijken en vakanties, delen regelmatig lief en leed.
Er werd me gevraagd een acteur uit te zoeken die voor mij bijzonder veel betekent. Eerlijk gezegd ben ik met veel van de acteurs met wie ik tot nu toe heb samengewerkt goed bevriend geraakt, en kan ik het hier over wel meerdere kunstenaars hebben. Sinds Hate Radio (2011) reken ik Sébastien Foucault tot mijn naaste vrienden, sinds The Civil Wars (2014) Sara De Bosschere, sinds Mitleid (2015) Ursina Lardi en sinds Das Neue Evangelium (2019) Yvan Sagnet. Ik wil het vandaag echter hebben over Johan Leysen, met wie ik in 2014 voor het eerst samenwerkte.
België is mijn derde land en op basis van mijn ervaringen tot dusver heeft Goed Spel in elk land een andere definitie. Toch denk ik dat er ook iets universeels is. Mijn definitie van Goed Spel is als een rode draad die ik kan spannen tussen de drie landen, en die zich vertakt over de rest van de wereld als het web van een spin. Mijn toetsen steigeren. Mijn vingers steken hun toppen bijeen als in een overleg, maar mijn duim wrijft ze allemaal twijfel in. ‘Het is een gevoel’, klinkt het in mijn hoofd. En dan echoot het woord vluchtigheid.
Op de negentigerscollectieven zoals tg STAN, de Roovers en de KOE na leek het spelerstheater in Vlaanderen een beetje dood. Geïnspireerd door het pleidooi van Sara De Roo dat je toneelspelen alleen maar leert door het samen zoveel mogelijk te doen, blaast een nieuwe generatie acteurs de traditie nieuw leven in. Als er geen speelkansen, geld voor ontwikkeling of ensembles meer zijn, dan creëren ze zelf wel de juiste omstandigheden. Dat zagen we vorige zomer tijdens Camping Sunset en Who’s Afraid of Virginia Woolf?, twee spannende initiatieven van enkele alumni en masterstudenten van het KASK. Enkelen onder hen vertellen over hun ervaringen als ‘spelende makers’.
YouTube is big business. Met hun video’s scheppen influencers zoals Shane Dawson en Jeffree Star grof geld. Steeds zie je hetzelfde ‘theatrale’ procedé opduiken: hoe authentieker hun persona, hoe groter de kans dat hun sluikreclame werkt. Simon Baetens analyseert de performatieve strategieën van de hedendaagse vlogger. ‘Ik ben, dus ik verkoop.’
Wat is acteursmetier en hoe maak je je dat eigen? Als antwoord op die vraag incorporeerde acteur Tony De Maeyer in de jaren 1990 de Biomechanica van de Russische regisseur-acteur Vsevolod Meyerhold (1874-1940). Sindsdien doceert de in Berlijn wonende Belg deze methode aan theaterscholen in heel Europa en begeleidt hij theaterproducties aan vele staatstheaters. ‘In plaats van te werken met emoties en inleving, leer je om het lichaam als instrument te beheersen.’ Hoog tijd dus dat de Biomechanica ook in België ingang vindt, aldus De Maeyer.
Tussen het Nederlandstalige en het Franstalige theatercircuit in België staat een dikke muur. Er zijn maar een paar Vlamingen kind aan huis in de Franstalige scene, zoals regisseur-acteur Raven Ruëll en docent Karel Vanhaesebrouck. Via tien thema’s laten zij hun licht schijnen op de verschillende visies op acteren en hoe anders de spelerspraktijk eruitziet aan beide zijden van de taalgrens.
Identiteitspolitiek is de laatste tien jaar alomtegenwoordig in het maatschappelijke debat. Ook in de theater- en filmwereld staat de status van de acteur als identitaire goochelaar onder druk. Welke rollen kan en mag een acteur nog spelen in een tijd waarin iedereen alleen zichzelf representeert? Niet zelden leidt die vraag tot een politieke kramp of moralistische reflex die de artistieke praktijk verlamt. Maar op z’n best biedt het debat ook een kans om ons denken over acteren te verruimen.
Terwijl in de Lage Landen de discussie rond blackfacing het debat over fictionele representatie op scherp stelt, geldt aan de overkant van het Kanaal een minstens even scherpe opvolging van disability in de podiumkunsten. Dat ondervond Studio Orka toen het Manchester International Festival zijn stuk Tuesday ei zo na van de affiche haalde. In hoeverre moet de artistieke ruimte zich ten dienste stellen van een maatschappelijke of politieke strijd? En wat is het artistieke verlies als verbeelding en metafoor baan moeten ruimen voor (h)erkenning en één-op-één-identificatie?
Emma Lesuis studeerde woordkunst aan het Conservatorium in Antwerpen. Ze onderzoekt, schrijft, filmt en presenteert. Ze maakte documentaires voor Rudi Vranckx en tourt met haar documentaire voorstelling Aardappelbloed door Nederland en Vlaanderen. Op dit moment werkt ze aan haar eerste langspeeldocumentaire.
Wat is spelen en hoe verhoudt het zich tot onze authenticiteit als mens? Een spel veronderstelt immers een zekere rol die je speelt binnen een set van regels. Toneelspelen gaat nog een stapje verder omdat de blik van de kijker zich inschrijft in deze context, hem uit balans brengt, en zo een nieuwe ‘taal’ creëert. Dat spelen-in-de-blik geeft acteur Geert Belpaeme hier vorm, vanuit zijn eigen praktijk als docent aan het KASK.
Wie kan wat spelen? Wie mag wat spelen? De debatten woeden hevig, zowel in film en theater als in acteeropleidingen en de bredere populaire cultuur. Machtsverhoudingen werpen ethische grenzen op aan wat fictie vermag. Maar waar liggen die grenzen precies? Musia Mwankumi (M) en Sébastien Hendrickx (S), respectievelijk niet-witte* theaterstudente en een witte toneeldocent, buigen zich over de vraag, met huidskleur als invalshoek.
Theatres remain closed, so instead of publishing reviews of new pieces, Etcetera asked artists to share a virtual contribution: a peek inside their studio, an insight in their research or work in progress.
Milo Rau was to receive an honorary doctorate from the Ugent in March. Corona decided differently, but Etcetera decided to go ahead and publish the essay Rau wrote for this occasion.
In times of crisis we see just how closely reality and fiction really are. What seemed like a world dominated by a single scenario of endless growth and movement, turns out to be capable of drastic change from one day to the next. Lara Staal analyzes the COVID-19 crisis and gives words to the script that is unfolding around us.
The coronavirus empties streets and theatres. Because we prefer virtual theatre to none at all, we give the stage to some of the artists whose premieres got cancelled. How does corona impact their practices and lives?
Weinig voorstellingen zijn wild én secuur tegelijk. Vaak bestaat de ervaring van rock-’n-roll in het theater uit een energie die onbeheerst en ongericht op de toeschouwer wordt losgelaten – dat levert slordigheden op, die we omwille van het kijkplezier liefdevol toedekken. Maar Happiness, de tweede productie van het spelerscollectief Camping Sunset, combineert de opwindende openheid van een onaf werkstuk met een solide structuur. De hertaling van Todd Solondz film uit 1998 naar de bühne is namelijk ook gewoon keigoed geregisseerd.
Het luisterspel Leviathan, gebaseerd op een verhaal van P.F. Thomése, brengt een topcast samen: Josse De Pauw neemt de stempartituur voor zijn rekening, Kris Defoort begeleidt op piano en bruiteuze Céline Bernard creëert het geluidsdecor. Als toeschouwer word je overweldigd door de apocalyptische taferelen en raadselachtige gebeurtenissen, maar het is puzzelen om tot een steekhoudende interpretatie te komen.
Wifi, speakers en een smartphone of laptop: meer heb je deze zomer niet nodig om het jaarlijkse festival van kunstenwerkplaats workspacebrussels te ervaren. A room with a view vindt plaats in de eigen woonkamer en biedt zo in coronatijden een venster op een aantal artistieke praktijken. Het hele programma staat twee maanden lang online.
Samen met een groep vluchtelingen vormt regisseur Stefan Perceval een tekst die dateert van tussen de twee Wereldoorlogen om tot een hedendaagse spiegel van menselijke ellende en treurnis. De moeder en de drie soldaten, naar Ernest Claes, is een eeuwige ballade van dingen die niet overgaan. En sourdine klinkt nog steeds het refrein: ‘ ‘t En is niet rechtveerdig.’
Hij vertrok uit Nigeria om een voetbaltopper te worden, maar in België moest hij vrede nemen met de cafésport. Het sterrendom is een medaille met twee kanten, vertelt Junior Bright Etuwe in Look on the Bright Side. Maar de schijnbeweging is hij niet verleerd: wat begint als een biografische solo, blijkt een slinks theatraal spel over authenticiteit en aanvaarding te zijn. En aan het eind wint Etuwe.
Compagnie Marius katapulteert Thomas Bernhards roman Oude Meesters (1985) recht de 21e eeuw in, met het prachtige Middelheimpark als decor.
‘Fragile, handle with care’: het is maar een klein wit stickertje op één van de vele grote houten kisten die de ruimte schakeren in The House of Our Fathers/Mothers of Inventions. Er zijn zoveel opvallender dingen te zien in Needcompany’s levende postcorona-installatie van acht uur lang. Maar dat stickertje, dat is wat blijft kleven. Het vertelt zoveel meer dan wat het zegt.
Hoe bouw je vandaag in godsnaam aan een voorstelling? En hoe toon je die aan een publiek? De theaters zijn dicht, voorlopig ook nog voor podiumkunstenaars die hongeren naar repetitietijd. Irina Lavrinovic en Asher Lev maakten van de nood een deugd en werkten van thuis uit aan een bizarre Zoom-performance.
Vertellers zijn zo oud als het theater, en toch doet Maja Westerveld bij Abattoir Fermé iets nieuws. Ze speelt een personage dat een boek vertelt over nog een ander boek met daarin het personage dat zij speelt. Kan u nog volgen? De titel van haar solo is Herrie.