#168
15.05.2022
—
14.09.2022
download pdf
bekijk op issuu
Voor ons komende nummer, vroegen we aan een aantal mensen om de implicaties van een woord uit de sfeer van de ecologie voor de podiumkunsten uit te denken. Naar aanleiding van de COP21 in Parijs posten we er al drie online. Nummer 3: ‘Risk assessment’ door Jo Roets & Mieke Versyp (Laika).
Voor ons komende nummer, vroegen we aan een aantal mensen om de implicaties van een woord uit de sfeer van de ecologie voor de podiumkunsten uit te denken. Naar aanleiding van de COP21 in Parijs posten we er al drie online. Nummer 2: ‘Symbiose’ door Barbara Van Dyck.
Voor ons komende nummer, vroegen we aan een aantal mensen om de implicaties van een woord uit de sfeer van de ecologie voor de podiumkunsten uit te denken. Naar aanleiding van de COP21 in Parijs posten we er al drie online. Nummer 1: ‘Ecosysteem’ door Nikol Wellens.
Naar aanleiding van Robrecht Vanderbeekens nieuwe boek Buy Buy Art. Over de vermarkting van kunst en cultuur (uitgeverij EPO) publiceren we nog een keer zijn bijdrage aan Etcetera’s onderzoek naar het vocabularium waarmee de (podium)kunsten vandaag worden gewikt en gewogen. Deze bijdrage werd gedrukt in Etcetera nummer 141.
Onze leefwereld heeft steeds meer weg van een museum. Intieme zaken worden van ons gescheiden en vervolgens uitgestald als koopwaar: onze slaapkamer wordt eigendom van Airbnb, onze glimlach van Facebook, en ook de steden waarin we wonen volgen niet langer de norm van leefbaarheid, maar van citymarketing. Door zichzelf te ‘musealiseren’ kan het theater zowel een kritiek formuleren op die vervreemdende conditie als de ervaring van verlies ombuigen tot iets positief, menen Kristof van Baarle en Charlotte De Somviele. Drie keer bleven ze aan dezelfde theatrale museumbeelden haperen, drie keer werden ze erdoor in beweging gebracht.
Zopas verscheen een online anthologie van het werk van Marianne Van Kerkhoven op sarma.be. Het is de eerste stap in een archief- en onderzoeksproject van Sarma en Kaaitheater dat Van Kerkhovens nalatenschap ontsluit. Dramaturg Erwin Jans waagt een bescheiden poging tot synthese.
Hoe staat de Atheense podiumkunstscene ervoor na ruim vijf jaar schuldencrisis? Hoe gaan kunstenaars en organisaties om met de precaire werkomstandigheden? In april trok Peeter Aernouts voor een drietal weken naar de Griekse hoofdstad. Hij monteerde een aantal observaties, gespreksfragmenten en beelden.
Het was februari 2015 en we waren met Heimat aan het toeren, toen ik van Lucas Vandervost een sms kreeg. Hij vroeg of ik, Suzanne Grotenhuis en Rebekka de Wit eens konden afspreken. Hij wilde over de toekomst spreken, over hoe hij die zag en over hoe wij die zagen.
Eind juni ging op de mijnsite van Heusden-Zolder vuur in première, een theatraal-documentair verhaal rond de internaatsbrand die daar in 1974 het leven kostte aan 23 jongens tussen 13 en 16 jaar. vuur, een tekst en regie van Christophe Aussems, is de eersteling van het nieuwe gezelschap Het nieuwstedelijk, een fusie tussen het Leuvense muziektheatergezelschap Braakland/ZheBilding en het Hasseltse theatermakershuis de Queeste. Het kind lijkt in schriftuur en regie nog sterk op zijn biologische vader – VUUR was oorspronkelijk een ‘zuiver’ Queeste-project – maar de invloed van Braakland manifesteert zich al, onder meer in de intensere interactie met de twee jonge muzikanten op scène. Voormalig artistiek leiders Christophe Aussems en Stijn Devillé zijn tevreden, met de voorstelling én met de fusie, al ervaren ze dat sommige mensen de waarachtigheid van hun samengaan in twijfel trekken. ‘Er zijn twee manieren waarop mensen ons feliciteren’, zegt Devillé. ‘Zij die de beide gezelschappen kenden wensen ons geluk met deze inhoudelijke stap. De anderen knipogen en zeggen: Slim gedaan!’
In het vorige nummer analyseerde filosoof Robrecht Vanderbeeken de economische ‘red herrings’ uit de visienota Kunsten van minister Gatz. Voor het tweede deel van onze reeks vroegen we onderzoeker Joachim Ben Yakoub en choreograaf Fabián Barba om enkele prominente termen uit het discours rond de podiumkunsten te ‘dekoloniseren’.
Eind september verschijnt bij uitgeverij Valiz het langverwachte nieuwe boek van socioloog en danstheoreticus Rudi Laermans: Moving Together, Theorizing and Making Contemporary Dance. Het is een opmerkelijke combinatie van een theoretisch essay over dans en een onderzoek naar de dagelijkse praktijk van dansartiesten. Opeens oogt het veld van de hedendaagse dans zoveel omvattender en rijker.
Deze zomer vond tijdens het 41ste Santarcangelo-festival in Italië een School of Exceptions plaats. In deze school werd nagedacht over de notie van uitzondering. Wat betekent dit begrip voor de kunst? Is de kunst een uitzondering, een bijzondere ruimte in de samenleving? Is er in de kunst een grotere vrijheid van meningsuiting dan in de publieke ruimte? Daniel Blanga-Gubbay, oprichter van Aleppo, de Brusselse organisatie en denktank voor kunst en theorie die deze school inrichtte, reflecteert op de school, het festival, de voorstellingen die er stonden en hoe ze de norm trachten te doorbreken, zonder zelf een nieuwe norm op te leggen.
For our 142nd issue of Etcetera we asked researcher Joachim Ben Yakoub and choreographer Fabian Barba to ‘decolonize’ prominent terminology of the performing arts discourse in Flanders.
What state is the Athenian performing arts scene in after more than five years of debt crisis? How do artists and organizations deal with the precarious work conditions? in April 2015, Sébastien Hendrickx travelled the Greek capital for three weeks. He collected this handful of observations, snippets of conversations and images.
Unsettling, disturbing, unnerving – sometimes to the point of embarrassment – discomfort is not something that we normally enjoy, as it dislodges the status quo on a minor or a larger scale, creates doubt and uncertainty and undermines what is otherwise widely accepted and regularly reaffirmed. Discomfort makes us increasingly and acutely aware of a situation and pushes us to resolve it as soon as possible. Be it physical, intellectual, sensorial or of any other kind, discomfort is temporary, but at the same time highly productive, raising awareness of boundaries and limits that we might eventually venture to transcend or at least challenge.
Vier jonge acteurs staan onbeweeglijk voor een wit doek en kijken minutenlang de zaal in, verwonderd, terughoudend, hoopvol. De lichten in de zaal blijven aan, dus staren de toeschouwers terug en wachten nieuwsgierig af. Plots opent één van de spelers haar mond. ‘We zijn er’, zegt ze op vastberaden toon. Het begin van GOD., de nieuwste creatie van het jonge theatercollectief BOG., klinkt zelfverzekerd. Het thema vandeze derde voorstellingvan Sanne Vanderbruggen, Lisa Verbelen, Judith de Joode en Benjamin Moen is dat echter allesbehalve.
Edelweiss is één van die voorstellingen die je bij de lurven heeft zonder dat je hoeft te weten wat de precieze inzet ervan is. Denk aan het werk van Jonathan Burrows & Matteo Fargion of nog, Sara Manente. In hun geval is het de ijzeren consequentie waarmee ze schijnbaar absurde, zelfopgelegde parameters volgen – qua ritme, score of bewegingsmateriaal – die me als toeschouwer telkens weer meezuigt. Dat soort fascinatie beleef je wat mij betreft liefst zo puur mogelijk, zonder inleidende of dramaturgische brochuretekst, en ja, ook zonder recensie die je blik op voorhand stuurt. Omdat elke voorstelling toch recht heeft op context, wilde ik beginnen met een waarschuwing: lees deze recensie pas na de voorstelling.
In een poging het publiek nog meer te betrekken in hun ‘almaar uitdijende transitieproject’ The New Forest organiseert Wunderbaum in verschillende Nederlandse en Vlaamse steden nu ook The New Forest Fest. Een scala aan voorstellingen die ons huidig maatschappelijk bestel moeten bevragen, nieuwe perspectieven bieden en een humoristisch houvast aanreiken in tijden van grootschalige veranderingen en crises. In Antwerpen resulteerde The New Forest Fest in twee Belgische premières: Helpdesk en Unser Dorf soll schöner werden.
Wrijven, aaien, klappen, het zijn bewegingen die ons eigen zijn. Maar als onze hand geleid wordt naar de schouders en het hoofd van een vreemde, weten we toch even niet zo goed hoe we ons moeten gedragen. Vera Tussing speelt in op dit ongemak, maar doet veel meer dan dat. Het contact tussen danser en toeschouwer gaat van moeizaam tot enthousiast in een choreografie die zich stilaan ontvouwt en zichtbaar maakt.
Een naakt lichaam creëert onwennigheid. Dat wordt meteen duidelijk bij het betreden van Mette Ingvartsens nieuwste creatie 7 Pleasures. Er klinkt een voorbode van ongemak: loeiharde beats resoneren door de zaal. De trillingen stromen door je lijf en de tribune. Een van de boxen op het podium valt zowaar om door de vibratie die hij zelf voortbrengt. Wanneer de twaalf dansers zich één voor één uitkleden in de zaal en rakelings langs toeschouwers het podium opstappen, wordt de spanning –letterlijk– tastbaar.