#162
01.12.2020
—
14.03.2021
download pdf
De beeldende kunstenaar geeft zijn product weg door het te maken. De podiumkunstenaar maakt zijn product door het weg te geven. Dirk Opstaele over de heidense kunst van het theater maken.
Rud Vanden Nest, werkzaam als vertaler-tolk, bezoekt al enkele decennia theater-, dans-, opera- en balletvoorstellingen. Voor het eerst in zijn lange kijkgeschiedenis schrijft hij over zijn kijkervaringen.
Griet Vandeplas en Piet Van Hecke zijn beiden zeventien en iopen school aan het Onze-Lieve-Vrouwinstituut Pulhof in Berchem. Begin dit seizoen maakten ze deel uit van de jongerenjury op Het Theaterfestival in Antwerpen.
Jac Heijer (1936-1991): een geprivilegieerd toeschouwer die ontzettend veel en heel nauwkeurig en gevoelig gekeken heeft. Wie Jac Heijer. Een keuze uit zijn artikelen (IT&FB, Amsterdam 1994) leest, krijgt een indringend beeld van het Nederlandse theater tussen 1970 en 1990 én van het buitenlandse theater dat Nederland in die periode aandeed, een beeld van een zich veranderende kunstvorm in een veranderende maatschappij. Het is verbazingwekkend hoe treffend Heijer in die korte tijdspanne tussen het bekijken van een voorstelling en het schrijven van zijn krantenartikels de essentie van zijn kijkervaring wist te verwoorden. De hier afgedrukte tekst schreef hij in november 1973 voor Samenspel, het tijdschrift van het Nederlands Centrum voor Amateurtoneel. Heijer hield van theater en was zich terdege bewust van Rilkes uitspraak: ‘Kunstwerken zijn van een oneindige eenzaamheid en met niets zo weinig nader te komen als met kritiek. Alleen liefde kan ze omvangen, bewaren en recht doen wedervaren.’
Els Leysen, leraar Nederlands (Parnas Dilbeek) en docent Culturele Animatie (Katholieke Hogeschool Leuven), is van huize uit een fervente theaterliefhebber.
Luk Van den Dries doceert al geruime tijd Theaterwetenschappen aan de UI Antwerpen, eerst als wetenschappelijk medewerker van Carlos Tindemans en nadien als diens opvolger.
Sara De Bosschere is actrice bij De Roovers en in andere samenwerkingsverbanden.
Jane Vander Elst, studente 1ste kandidatuur Germaanse aan de KU Brussel, gaat al enkele jaren naar het theater. Ze gaat nog wat vaker sinds ze vorig jaar deelnam aan Vlotte Pennen (jongeren recenseren theatervoorstellingen, een initiatief van CC Westrand o.l.v. Els Leysen).
Fragmenten uit een tekst uit 1939, postuum gepubliceerd in Sinn und Form 13 (1961).
Bart Van Wamzeele, regie-assistent bij het productiehuis MB Documentary, had al tijdens zijn studies Fotografie (Sint-Lukas Brussel) en Communicatie: Pers en Voorlichting interesse voor het theater, maar hij raakte helemaal in de ban vanaf het moment dat hij zelf enkele recensies schreef voor Vlotte Pennen (een initiatief van CC Westrand o.l.v. Els Leysen).
Fragmenten uit Meyerholds tekstbundel over het nieuwe theater, die in 1908 in Sint-Petersburg verscheen, en uit zijn dagboekaantekeningen over Max Reinhardt.
Roel Verniers, een toeschouwer die regelmatig recenseert voor de krant De Standaard, schreef een column.
Johan Thielemans was voorzitter van de Raad van Advies voor Nederlandstalige Dramatische Kunst en lid van diens opvolger, de Beoordelingscommissie voor Nederlandstalige Dramatische Kunst. Hij is sinds 1997 voorzitter van de Raad voor Kunsten. Van 1994 tot 1997 was hij voorzitter en sinds kort weer lid van de jury van Het Theaterfestival.
Fragmenten uit de postume publicatie van de zes lezingen over ‘Ästhetik oder Philosophie der Kunst’ die Hegel tussen 1817 en 1828 hield in Heidelberg en Berlijn.
Jacques Vincent (69) woont in Ekeren. Hij is ingenieur op rust en een fervent theaterliefhebber. In 1994 en 1995 figureerde hij in Oedipus, een KVS-productie in een regie van Franz Marijnen. Vorig seizoen woonde hij 251 toneelvoorstellingen, concerten en musicals bij.
Annemie De Meulemeester, architecte, woont en werkt in Waregem, van waaruit ze regelmatig lange verplaatsingen doet om aan haar theatertrekken te komen.
Regisseur Guy Cassiers leidt sinds 1998 het ro theater in Rotterdam. Over de intense theatermomenten in zijn leven had Marianne Van Kerkhoven een gesprek met hem.
Door zich professioneel te gaan bezig houden met toneel, opera of dans, werd Eric De Kuyper ‘meer’ toeschouwer.
Als semioticus Christian Metz het over de toeschouwer heeft, doet hij niet alsof hij het over een hem vreemde mensensoort heeft. Rudi Laermans leidt Metz’ werk in.
Pieter T’Jonck over de publiciteit van het Nieuwpoorttheater, de architectuur van theaters en musea, hoge en lage cultuur, pop art en voorstellingen van Vincent Dunoyer en Meg Stuart.
Dans die de kijker betrekt via het kijken? De jongste tijd zoeken nogal wat choreografen naar een nieuwe rol voor de kijker. Jeroen Peeters over tien recente producties.
Wisseling van de wacht bij Toneelgroep Amsterdam en bij Het Zuidelijk Toneel. Loek Zonneveld kijkt op zijn eigen manier terug.
Jean-Pierre Sarrazac is en Bernard Dort was verbonden aan het Institut d’Etudes Théâtrales van de Parijse Sorbonne. Rudi Laermans bespreekt een boek van de eerste en een boeiende biografie over de tweede. Over Vilar, Brecht, Strehler, Barthes et les autres.
Rudi Laermans op stap in Brussel. Hij zag er een aantal recente dansproducties en constateert een ‘retour aux origines’.
Werk van Maria Clara Villa-Lobos, Ines Sauer, Peter Missotten & Bram Smeyers, en Peter Missotten & Guy Cassiers. Marleen Baeten kronikeert.
Dries Moreels over de opera Meneer de zot & tkint van Walter Hus en Jan Ritsema
Ola Mafaalani regisseerde Ajax van Sophocles voor FACT Rotterdam en Theater aan het Spui Den Haag. Een verlaat ooggetuigenverslag door Loek Zonneveld.
Steven De Belder over de Parijse etappe van Highway 101 van Meg Stuart/Damaged Goods