#168
15.05.2022
—
14.09.2022
download pdf
bekijk op issuu
Kristof Jonckheere, artistiek coördinator van kunstencentrum BUDA (Kortrijk), besloot onlangs om uit de poule van beoordelaars te stappen, die cultuurminister Sven Gatz moet adviseren om afgewogen subsidiebeslissingen te nemen. Hieronder kan u lezen waarom.
‘Middenin de stad, middenin de wereld’: dat was de wervende slogan die Johan Simons destijds introduceerde bij NTGent. Het blijft een boeiend vraagstuk: hoe kan juist een stadstheater in die wereld een verschil maken? Volgens mij ligt het antwoord in ‘spelen’, in de ruimste zin van het woord. Het gaat erom de speelbaarheid in de stad te vergroten. Dat kan op meerdere manieren. Dit artikel maakt deel uit van de reeks ‘Quo vadis, NTGent’, waarin negen uiteenlopende stemmen hun voorstel voor het Gentse stadstheater delen.
Wat nu? NieuwTG, een groep van Gentse dramastudenten en jonge makers, kampeerde afgelopen week drie dagen lang in NTGent, naar aanleiding van de bestuurscrisis van de stadsschouwburg. Ze debatteerden er over de vraag hoe de werking van een kunstinstelling zoals deze er vandaag zou moeten uitzien. Aan media-aandacht geen gebrek. Het personeel en de bestuursleden van NTGent blonken dan weer uit in afwezigheid. Met deze slotspeech blikte NieuwTG kritisch terug op zijn ervaringen. Dit artikel maakt deel uit van de reeks ‘Quo vadis, NTGent’, waarin negen uiteenlopende stemmen hun voorstel voor het Gentse stadstheater delen.
‘Huis van spelers’, ‘Midden in de stad, midden in de wereld’, NTG, Nederlands Toneel Gent, het Publiekstheater. De naam en de baseline van het theater in het centrum van Gent zijn de voorbije decennia behoorlijk vaak veranderd. Maar het DNA bleef zo goed als altijd hetzelfde: een klassiek ensemble. Is dat nog wel van deze tijd? Dit artikel maakt deel uit van de reeks ‘Quo vadis, NTGent’, waarin negen uiteenlopende stemmen hun voorstel voor het Gentse stadstheater delen.
Toen men mij vroeg om na te denken over hoe een stadstheater van de 21e eeuw er voor mij zou uitzien, dacht ik aan wat Johan Simons in de meeste interviews zegt over een stadstheater. Hij beschrijft het stadstheater als een schip met een bemanning, dat vervolgens de wereld rondvaart. Ik denk dat een stadstheater voor mij eerder een haven is. Een stilstand waar een allegaartje aan mensen aanmeert, op adem komt en dan weer vertrekt. En er anders vertrekt dan hoe men er aankwam. Dit artikel maakt deel uit van de reeks ‘Quo vadis, NTGent’, waarin negen uiteenlopende stemmen hun voorstel voor het Gentse stadstheater delen.
Er staat een groot gebouw in het midden van de stad. Een gebouw bedacht om in te spelen, om in te tonen. Bestaan er voor de mensen veel schonere dingen dan dat? Het zou goed zijn dat de Gentse schouwburg van NTGent weer een vuurtoren wordt, en niet zozeer een broeinest van de meest uiteenlopende kunstenaars en initiatieven. Dit is dan ook een pleidooi vóór schotten. Dit artikel maakt deel uit van de reeks ‘Quo vadis, NTGent’, waarin negen uiteenlopende stemmen hun voorstel voor het Gentse stadstheater delen.
Het huidige publiek van NTGent is hoofdzakelijk blank en hoger opgeleid. Het weerspiegelt dus niet de stad, wel de eigen parochiale gemeenschap. Op zich is daar niets verkeerds aan, alleen laten we veel kansen liggen om een nieuw en gedeeld verhaal te creëren. Een stadstheater dat de gelaagde stedelijke realiteit tot onderwerp maakt van artistieke creatie, presentatie en publiekswerking, zal resulteren in zowel nieuw en gedurfd artistiek werk, als in een breder, heterogener publiek. Hoe? Dit artikel maakt deel uit van de reeks ‘Quo vadis, NTGent’, waarin negen uiteenlopende stemmen hun voorstel voor het Gentse stadstheater delen.
Als u mij vraagt naar mijn voorstel voor het NTGent van de toekomst, dan zeg ik: geen huis van spelers, geen huis van de kunsten, geen huis midden in de wereld, maar – en het klinkt wat pathetisch, ik weet het – een huis van noodzaak. Zo droom ik meteen ook de andere stadstheaters: als een plek waar enkel dingen gebeuren die op dit moment, in deze tijd, door al wie er binnen en buiten wandelt, noodzakelijk worden bevonden. Dit artikel maakt deel uit van de reeks ‘Quo vadis, NTGent’, waarin negen uiteenlopende stemmen hun voorstel voor het Gentse stadstheater delen.
NTGent verkeert in woelig water. Ingeperkte subsidies en interne strubbelingen leidden niet alleen tot het vertrek van artistiek leider Johan Simons, maar ook tot een wezenlijke identiteitscrisis. Hoe het schip weer vlot krijgen? Maar vooral: voor welke bestemming dan? Podiumtijdschrift Etcetera en cultuurmagazine rekto:verso vroegen negen uiteenlopende stemmen om het publieke debat aan te zwengelen met een eigen wervend toekomstvoorstel. Elke dag publiceren we de resultaten in duo op onze sites. De rol van het Gentse stadstheater is te belangrijk om ze alleen maar over te laten aan de raad van bestuur… Brainstorm hier rustig mee! NTGent verkeert in diepe crisis, interne disputen liggen op straat. Dat levert misschien niet altijd het fraaiste beeld op van de sector, maar op z’n minst maakt het ook publieke discussie mogelijk. Dat is volgens De Vuyst alleen maar toe te juichen. Waar moet het nu heen? Waar ze alvast niet in gelooft, is een artiest aan het roer van zo’n groot huis.
NTGent verkeert in woelig water. Ingeperkte subsidies en interne strubbelingen leidden niet alleen tot het vertrek van artistiek leider Johan Simons, maar ook tot een wezenlijke identiteitscrisis. Hoe het schip weer vlot krijgen? Maar vooral: voor welke bestemming dan? Podiumtijdschrift Etcetera en cultuurmagazine rekto:verso vroegen negen uiteenlopende stemmen om het publieke debat aan te zwengelen met een eigen wervend toekomstvoorstel. Elke dag publiceren we de resultaten in duo op onze sites. De rol van het Gentse stadstheater is te belangrijk om ze alleen maar over te laten aan de raad van bestuur… Brainstorm hier rustig mee! Een stadstheater verhoudt zich graag tot de canon, maar hoe breed gaat die? Van het NTGent van de toekomst zou je volgens Mathieu Charles mogen verwachten dat het – als het wil spreken voor en tot de hele stad – een breder spectrum aan verhalen zichtbaar maakt. Tijd voor een inhaalbeweging.
NTGent verkeert in woelig water. Ingeperkte subsidies en interne strubbelingen leidden niet alleen tot het vertrek van artistiek leider Johan Simons, maar ook tot een wezenlijke identiteitscrisis. Hoe het schip weer vlot krijgen? Maar vooral: voor welke bestemming dan? Podiumtijdschrift Etcetera en cultuurmagazine rekto:verso vroegen negen uiteenlopende stemmen om het publieke debat aan te zwengelen met een eigen wervend toekomstvoorstel. Vanaf 10 januari publiceren we de resultaten elke dag in duo op elk onze site. De rol van het Gentse stadstheater is te belangrijk om ze alleen maar over te laten aan de raad van bestuur… Beginnen doen we onze reeks met het voorstel van NieuwTG, een groep van Gentse dramastudenten en jonge afgestudeerde theatermakers- en spelers, die van 12 tot 14 januari een Driedaagse organiseert in de schouwburg van NTGent: ‘drie dagen die naar alle vrijheid worden ingevuld door NieuwTG met de uitnodiging aan iedereen om mee te komen luisteren, kijken, filosoferen en eten’. Bekijk hier de gelayoute versie van hun plan.
In het decembernummer van Etcetera schreef Evelyne Coussens over haar kopzorgen als commissielid bij het beoordelen van sociaal-artistiek werk binnen het nieuwe schottenloze kunstendecreet. Die worsteling concretiseerde ze in een recensie van Tutti Fratelli’s Addio Amore. Haar tekst ontlokte uitvoerige commentaar bij twee leden van de redactie van Etcetera. Lees hieronder de discussie die zich ontspon.
Realiteit en fictie lijken sinds de Amerikaanse presidentsverkiezingen nog een graadje minder helder van elkaar te onderscheiden. Valse berichten kregen eindeloos meer kliks dan de rechtzettingen achteraf, als die al kwamen. De man die we voor die verkiezingen haast alleen in The Simpsons of een platvloerse realityshow zagen, zit Streiks wel degelijk in het Oval Office. Peilingen, emalyses, campagneteams en miljoenen mensen zaten er compleet naast. De systemen die we ter beschikking hebben om onze werkelijkheid te meten, slaan tilt.
Op 14 oktober ging Malcolm X in première, de eerste groots opgezette productie van de vernieuwde KVS onder leiding van Michael De Cock. De onstuimige muziektheatervoorstelling, met een veelkleurige twintigkoppige cast, zoomt in op the life and times van de zwarte politieke activist en devote moslim Malcolm X (1925-1965). Het werk roept lastige vragen op over de hedendaagse strijd tegen racisme en discriminatie, die na de overwinning van Donald Trump alleen maar urgenter is geworden.
De Biënnale van Wiesbaden heeft zichzelf na 24 jaar opnieuw uitgevonden: van traditioneel theaterfestival tot geëngageerd gebeuren dat midden in de stad, het continent en de wereld staat. Vooral met het programma ‘Het asiel van de vermoeide Europeaan’ gaf de Biënnale ons vermoeide en ongeïnspireerde continent een schop onder de kont.
De laatste tijd is er een toenemende interesse voor het realisme—een interesse die tot voor kort nog werd afgedaan als ‘historisch passé’. Maar het begrip realisme is niet zo eenduidig als het misschien lijkt.
Tino Sehgal is een pionier in de beweging van dans richting museum, een trend die intussen bijna tien jaar groeit. In het Parijse Palais de Tokyo kreeg Sehgal Carte Blanche – meteen ook de titel van de expo – over heel het gebouw. Daniel Blanga-Gubbay bezocht het Palais en zag er vooral spoken.
Het nieuwe beoordelingssysteem van de recente subsidieronde schakelt de sociaal-artistieke sector gelijk met de rest van het kunstenveld. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Evelyne Coussens, zelf lid van de commissie podiumkunsten-theater, getuigt over de problemen van die inclusie, zowel praktisch als filosofisch.
Kunst en participatie, het is een hot topic sinds de functie is opgenomen in het nieuwe Kunstendecreet. Toch blijven participatieve projecten vaak nog een randfenomeen binnen de werking van kunsthuizen, meent Tijl Bossuyt, artistiek leider van De Veerman, sinds 2000 een pionier op het vlak van kunsteducatie. Hij pleit voor een meer geïntegreerde aanpak.
In oktober boksten in Amsterdam vier groepen jonge theatermakers de Nacht van de Collectieven in elkaar. Twee weken lang sloten ze zichzelf samen op om te onderzoeken wat termen als ‘massa’, ‘generatie’ of ‘collectief’ precies betekenen. Daaruit blijkt dat ze zich op meer dan één manier afzetten tegen het economische klimaat, de grote theaterinstituten en, jawel, ook tegen de collectieven die hen voorgingen.
Sinds 2014 zagen drie studies het levenslicht die, vanuit het perspectief van de kunstenaar zelf, de sociaal-economische situatie van podiumkunstenaars in Vlaanderen cijfermatig in beeld hebben gebracht. Een analyse van de belangrijkste onderzoeksresultaten leert dat die situatie op zijn zachtst gezegd precair is.
In haar onderzoek bestudeert theaterwetenschapper Annelies Van Assche de werk- en leefomstandigheden van hedendaagse-danskunstenaars in Brussel en Berlijn, en hoe die invloed hebben op hun werkprocessen, hun methodes en hun artistieke werk. Naar aanleiding van de eerste resultaten (zie p.48) praat ze met choreograaf David Hernandez, die in januari in première gaat met Sketches on Scarlatti.
Bruno Mistiaen schreef de voorbije twee decennia meer dan een dozijn theaterteksten waarin onze moraal een pijnlijke spiegel wordt voorgehouden. Toch doet zijn naam maar weinig belletjes rinkelen. Ten onrechte, want zijn door De Nieuwe Toneelbibliotheek uitgegeven teksten zijn een noodzakelijk tegengif voor de lichte kost die ons al te vaak wordt opgelepeld.
Ik weet niet of horses virtuoze dans is, ik weet zelfs niet goed wat in danskringen geldt als ‘virtuoos’, ik ben geen danskenner. Ik lees dans in eerste instantie als een theaterkijker: op zoek naar drama, niet naar cadans, een beetje zoals ik bij een vioolconcerto spontaan de de melodie volg en niet het ritme.
Jassen, schoenen en sokken uit. We worden gewapend met een plastieken jas en een zaklamp, en krijgen een kaartje in de hand gestopt met een aantal richtlijnen. Vanuit de voorbereidende overgangsruimte treden we vervolgens een kleine begraafplaats binnen. Tien graven, voor elk van ons één.
Wat is taal? Hoe ontstaat taal? Wat is de relatie tussen taal en werkelijkheid, en wat bestaat er vóór de taal? Hoe betrouwbaar is de taal als instrument om vat te krijgen op de wereld? In Fünf leichte tanzspiele, de nieuwe voorstelling van collectief L’hommmm, worden vraagtekens geplaatst bij een van onze meest fundamentele eigenschappen: het gebruik van taal.
“Same time tomorrow? Yes, same time.” Het einde van Raphaël belooft een eindeloze herhaling. Wat er zich de volgende dag op hetzelfde tijdstip opnieuw zal afspelen is een spel van gebruiken en gebruikt worden. Raphaël is een pure, soms grappige, maar vooral fascinerende dans van het actieve met het passieve.
‘If you break my heart, I’ll break yours too.’ Twee personages, voor eeuwig opgesloten in tijdloosheid, in gezelschap van elkaars liefdevolle haat. Another one van Maxim Storms en Lobke Leirens is een voorstelling om van te huiveren.
In de nieuwe voorstelling van Zonzo Compagnie 3ACH! wordt het huis van Bach bezet door kinderen. Twee violisten geven er een rondleiding en dompelen het publiek onder in een muzikaal én visueel bad. Samen met het publiek dwalen ze rond in het imposante oeuvre van Johann Sebastian Bach.
Johanna Cockx ziet Sketches on Scarlatti als een leven in hoofdstukken: plaatsen waar je toekomt en weer weggaat, wegen die samenkomen en weer scheiden; nu eens unisono, dan weer polyfoon.
Geen vreemder stuk dan Wat ik graag zou zijn als ik niet was wat ik ben van Benjamin Verdonck en Willy Thomas. Het gaat over alles en niets. Het gaat over verlangens, angsten en ergernissen, over geloof, bijgeloof en magisch wensdenken, maar kaart tussendoor politieke overtuigingen en brandende kwesties aan. Het gaat ook over beelden en woorden: hoe die een onbeheersbare werkelijkheid ‘framen’ en inzichtelijk maken, al is dat dan op een onherkenbaar vervormde manier. Misschien gaat het over de onzekere greep die kunstenaars hebben op de werkelijkheid. Alleen: zij spreken er wel over en houden ons zo een spiegel voor. Een vervormde, maar toch.
Show confronteert ons met ons talent om iets eenvoudigs onnodig ingewikkeld te maken. Een nieuwe voorstelling van Carly Wijs over de magie van kwetsbaarheid.
In Capsaicin, de nieuwste voorstelling van Globe Aroma en regisseur Michiel Soete, zoekt een groep asielzoekers verwoed een nieuw beginpunt. In hun speurtocht naar geluk zijn ze op elkaar aangewezen.
We moeten al teruggaan tot 2013 voor de laatste voorstelling van filosoof, bioloog en theatermaker Thomas Ryckewaert. Genesis was een drieluik geïnspireerd op het scheppingsverhaal waarin de zoekende mens ronddoolde op een post-apocalyptische planeet. Ruim drie jaar na datum duikt Ryckewaert terug op met Golem, een associatieve voorstelling die de vele facetten van het creëren in kaart tracht te brengen: de wilde dromen, de frustraties, de torenhoge ambities, de eenzaamheid en de waanzin die dreigt toe te slaan.
Deze recensie is een experiment. Als aanvulling op het artikel rond de inclusie van de sociaal-artistieke sector in het reguliere kunstenveld – en wat dat betekent voor onze blik op de kunsten – wil ik proberen om twee keer een andere bril op te zetten bij het schrijven over Addio Amore, de jongste productie van het Antwerpse sociaal-artistieke gezelschap Tutti Fratelli.
From the ‘crisis play’ to the ‘memorial play’ to the ‘Syria play’. Current affairs are doing well in theatre. And yet this is not a matter of course for a medium that likes to invoke its slowness with regard to the flow of information that washes over us daily. But perhaps today, argues Kristof Van Baarle, we have a greater need for stories than for information.