#168
15.05.2022
—
14.09.2022
download pdf
bekijk op issuu
Midden februari ging What Nature Says in première op het Burning Ice Festival in het Brusselse Kaaitheater. Vijf performers bootsen kettingzagen, sirenes, water en vogels na met enkel mond, lijf en micro. Zoals de Foley artists, maar dan zonder objecten, technologische snufjes of sound effects. Een gesprek met de artiest die van joelen een kunst maakte.
Heel wat kunstenaars kiezen er de laatste tijd voor om hun artistieke praktijken rechtstreeks te delen met een publiek. Maar wat houdt zo’n praktijk eigenlijk in? Hoe kan een publiek er zich toe verhouden? En vanwaar komt deze tendens?
Het besef dat onze samenleving superdivers wordt is actueler dan ooit. Nog actueler is de vraag hoe we daarmee willen omgaan. De reacties op de aanslagen van begin januari in Parijs zijn tekenend: de Westerse wereld twijfelt tussen een wij-zijdenken waarin repressie de bovenhand voert of een visie waarbij men de aanslagen als een extreem fundamentalistische daad ziet die niets te maken heeft met het anders-zijn van grote groepen in de samenleving. Het is een moeizame houding, dat balanceren, en een teken van een tijd in transitie en een wereld op losse schroeven. Ook in de kunsten valt de aarzelende omgang met onze superdiverse werkelijkheid op. In het jeugdtheater ligt wat dat betreft een grote kans. De aanwezigheid van een jong publiek dat superdiversiteit haast vanzelfsprekend vindt, verplicht de jeugdtheaters om dynamisch te zijn.
Graag brengen we jullie op de hoogte van een interne wijziging bij Etcetera. Begin maart besliste hoofdredactrice Lene Van Langenhove om de ploeg van Etcetera te verlaten en andere culturele horizonten op te zoeken. Vanuit de huidige redactie werd met succes een voorstel geformuleerd om de werking van het blad en de continuïteit te verzekeren.
Erki De Vries behaalde zijn Master in de Beeldende Kunsten aan Sint-Lucas Antwerpen, waarna hij een voortgezette opleiding volgde in Breda. In 2005 werd hij laureaat van het HISK. De voorbije jaren stelde De Vries zijn beeldend werk tentoon op verschillende internationale exposities. In 2006 begon hij zijn carrière als scenograaf bij dansgezelschap Taldans. Nadien volgden samenwerkingen met choreograaf Benjamin Vandewalle, theatergezelschap Wolff, Thomas Ryckewaert en Muziektheater Transparant. Eind januari was zijn installatie Curating Space te zien in de kunsthal Extra City in Antwerpen.
Op vraag van 0090, het internationaal kunstplatform dat de samenwerking tussen Turkse en Europese kunstenaars versterkt, gaf choreograaf Marc Vanrunxt een workshop in Istanbul. Zijn oeuvre, dat intussen meer dan dertig jaar overspant, vormde het uitgangspunt voor een ontmoeting met de lokale dansscene. Charlotte De Somviele reisde mee en zocht tegen de achtergrond van een stad in politieke transitie naar verbintenissen tussen Vanrunxt’ ‘kunst van het choreograferen’ en het verlangen van de jonge kunstenaars naar professionalisering.
Het Nederlands theater heeft zijn eigen enfant terrible: de mime. Ongrijpbaar, anarchistisch en veelkoppig. Geen pantomime in klassieke zin, met een wit gezicht, zoals in de beroemde film Les enfants du paradis. Ook geen mime opgevat in de brede definitie van ‘visueel en fysiek theater’ met poppen, maskers, illusionistische vormgeving en poëtisch fysiek spel, zoals te zien is op festivals als het London International Mime Festival, het Mimos zomerfestival in Périgueux of het Vlaamse Crossroads. Waarom zijn voorstellingen van Nederlandse mimemakers zoals Boogaerdt/VanderSchoot, Bambie, Jakop Ahlbom, Boukje Schweigman, Rob List, Schwalbe, Sanja Mitrović, Daniëlle van Vree of David Weber-Krebs vrijwel nooit op dergelijke mimefestivals te zien? Waarschijnlijk omdat ze – internationaal gezien – niet als ‘mime’ herkend worden. Nederlandse mime is geen mime. Of toch?
Zeven jaar geleden vroegen deSingel, Troubleyn, Monty, Aisthesis en a.pass een werkplaats aan bij de Vlaamse Gemeenschap om de kloof tussen theaterscholen en het professionele veld te overbruggen. Elsemieke Schölte werd aangesteld als coördinator. Sindsdien lanceerde detheatermaker op succesvolle wijze heel wat jong talent. Maar de functie van werkplaatsen staat de laatste tijd meer en meer onder druk. Hoog tijd voor een schets van een huis zonder muren, maar met een stevig fundament.
We lijken te leven in een wereld waar we steeds minder vat hebben op de tijd. Dag en nacht blijven de machines draaien en wij, mensen, proberen dat ritme te volgen. Is het toeval dat dit seizoen opvallend veel artistieke projecten tijd in een of andere vorm centraal stellen?
Dit seizoen had het psychiatrisch centrum Dr. Guislain in Gent twee theatermakers of -groepen te gast: het collectief Lucinda Ra nam een jaar lang zijn intrek op de kinderafdeling Fioretti; Veridiana Zurita organiseerde gedurende tien maanden samen met psychoanalytica Petra Van Dyck wekelijks een moment voor de patiënten. Het gebeurt wel eens dat kunst in de psychiatrie wat denigrerend als ‘bezigheidstherapie’ wordt aanzien, maar het kan er integendeel het kloppende hart van vormen. Nu Zurita’s project is afgelopen en met de première van Het Fioretti Project in zicht, is het moment rijp om de vraag te stellen welke plaats theater kan innemen in de psychiatrie.
Wat is charisma? Kan een acteur ‘het’ aanleren of hangt het samen met persoonlijkheid? Wat is die mysterieuze glans die de blik van de kijker naar zich toezuigt? Met deze vragen brengen de onderzoekers van Visual Poetics de kenmerken van en voorwaarden voor charisma in kaart. Een eerste neerslag van dit praktijkgeoriënteerde onderzoek verscheen in het decembernummer van Etcetera. In deze tweede bijdrage treedt de persoonlijkheid van de acteur voor het voetlicht: de kwaliteiten die hij/zij meebrengt naar de scène en die daar de grondstof vormen voor charisma. Die focus laat ons toe in te zoomen op overeenkomsten en verschillen tussen theater en film.
Platform-Scenography is both an analogue and a digital platform that aims to increase the visibility of scenography (in the broadest sense of the word) and the profession of the scenographer. P-S generates and facilitates various activities that stimulate the exchange and reflection on scenographic practices and spatial design, and is open to any initiative related to this field. Currently P-S’s artistic leaders are Sigrid Merx and Anne-Karin ten Bosch, with an editorial staff comprising Liesbeth Groot Nibbelink, Trudi Maan, Henny Dörr and Nienke Scholts. This year P-S is responsible for the Dutch national contribution to PQ 2015 In Between Realities – a quadrennial world exhibition of Performance Design and Space in Prague.
Wie de voorstellingen van Romeo Castellucci volledig rationeel wil begrijpen, komt meestal van een kale reis thuis. De Italiaan is een specialist in het inwerken op de intuïtie en de verbeelding, vaak op een intense en fysieke manier. Zo ook in Uso umano di essere umani (menselijke gebruik van menselijke wezens), dat gepresenteerd werd tijdens het Kunstenfestivaldesarts. Geen visuele overdaad, maar wel een precieze, zuinige uitwerking van een aantal scènes kenmerkt deze voorstelling. Desalniettemin is Uso umano… rijk aan inhoud en associaties.