#159
15.12.2019
—
14.03.2020
bekijk op issuu
Hoe werd het performancetoneel van het Amerikaanse Living Theatre ontvangen toen het in de vroege jaren zestig enkele keren in België te zien was? Thomas Crombez laat zien hoe een criticus als Carlos Tindemans het spraakmakende werk van Julian Beck en Judith Malina inzette als hefboom om het theaterlandschap van toen op zijn tekortkomingen te wijzen.
Simon Allemeersch betrok een tijdlang een atelier – eerste betekenis: ‘constructie- en herstelwerkplaats’ – in één van de drie afgeschreven Rabot-torens in Gent. Het was niet alleen een plek voor hemzelf en enkele andere kunstenaars, maar ook een onderkomen voor ontmoeting en samenspraak met de bewoners. ‘Het begon helemaal niet als een project,’ schrijft Wouter Hillaert. ‘Het begon als een aanwezigheid.’ Gaandeweg werd het een experimenteel onderzoek in de kunsten. Allemeersch: ‘Vaak is het probleem van zulke experimenten de totale vrijblijvendheid ervan, maar die was in deze context als vanzelf afwezig. Het voelde juist alsof er terug een relevantie werd gegeven aan wat je als kunstenaar doet.’ In januari mondt het project uit in een documentaire en een boek.
In november was in het Brusselse BOZAR de documentaire te zien die Matthew Akers en Jeff Dupre maakten over The Artist is Present, een performance uit 2010 van Marina Abramović. Judith Wambacq legt uit waarom zij dit werk zo bijzonder vindt.
Vraag: noem twee toneelschrijvers uit de naoorlogse periode van 1945 tot 1980 die niet Hugo Claus of Walter Van den Broeck heten. Wel? Inderdaad: de toneelliteratuur uit die tijd is grotendeels vergeten. Terecht of niet? Erwin Jans gaat in onderstaande bijdrage uitvoerig in op het werk van vijf auteurs die in de eerste vijftien jaar na de oorlog veel voor het theater hebben geschreven: Herwig Hensen, Piet Sterckx, Jan Christiaens, Tone Brulin en Jozef van Hoeck.
Uitgeverij Plateau pakt net voor het jaareinde uit met de prestigieuze publicatie IN DE COULISSEN VAN DE TIJD. 100 jaar theaterarcheologie in Vlaanderen. Het reeds lang aangekondigde boek van theaterwetenschapper en hobby-archeoloog Wouter Verschelde (°1985) is uiteindelijk een lijvig en rijk gedocumenteerd werkstuk geworden. De gestileerde beelden van food-fotograaf Tony Le Duc tillen het naslagwerk ook visueel tot een internationaal niveau.
Met de dood van Patrice Chéreau verdwijnt één van de spraakmakendste kunstenaars van de afgelopen decennia van het Europese toneel. Of het nu voor het theater, de opera of de film was: tot op het einde van zijn leven, zo schrijft Johan Thielemans, trachtte hij grenzen te verleggen.
Vaak wordt gezegd dat het oeuvre van Marc Vanrunxt consequent is. Maar waarin? Volgens Lars Kwakkenbos frappeert in zijn recente werk vooral de decadentie. Hij detecteert het met name in Zeit, een door Eva Kamala Rodenburg en Igor Shyshko gedanst duet, en in de solo Automatisch die wordt gedanst door Georgia Vardarou.
In het Wagnerjaar 2013 mocht Frank Castorf in Bayreuth een nieuwe versie brengen van de Ring. Tom Janssens zag hoe de intendant van de Volksbühne er opnieuw een Germaanse tragedie van maakte, met Berlijn als breukvlak tussen twee rivaliserende oliemachten.
Tobias Kokkelmans zag op het Holland Festival een nieuwe enscenering van Die Meistersinger von Nürnberg. Regisseur David Alden veranderde het einde en wil het stuk daarmee losweken uit zijn cultuurpolitieke connotaties. Maar kan dat wel?
Carice van Houten (37) en Halina Reijn (38) zijn zowat de bekendste actrices van Nederland. Ze speelden in tal van tv-series en films. Ook internationaal werden ze opgemerkt. Samen waren ze te zien in Zwartboek van Paul Verhoeven en in Valkyrie, een film met Tom Cruise. Terwijl Carice van Houten toch vooral film en tv doet, is Halina Reijn ook vast verbonden aan Toneelgroep Amsterdam. In Vlaanderen is zij wellicht nog het bekendst als columniste voor het weekendmagazine van De Morgen.
Vanaf september plaatst Etcetera tijdens het theaterseizoen wekelijks één recensie van een recente podiumvoorstelling (theater, dans, performance, muziektheater) op de website. Deze recensies zijn een aanvulling op de essays, interviews, reportages en kritieken die vier keer per jaar in de papieren nummers verschijnen. Naargelang de actualiteit kunnen ook anderssoortige teksten online worden geplaatst. Bij het afsluiten van dit nummer (20 november) zijn verschenen:
Is Eugene O’Neill een windhaan van emoties? In Lange dagreis naar de nacht kan elke bewering binnen elke seconde omslaan in haar tegendeel. Haat wordt liefde wordt haat. Kan het zijn dat Toneelgroep Amsterdam in zijn lezing nog probeert uit te gaan van de liefde, en dat Theater Antigone zich noodgedwongen neerlegt bij haat?
Als ukkepuk wint hij prijzen door ‘Billie Jean’ te dansen tijdens playbackshows. Vele jaren later stapt hij naar de microfoon en zingt hij ‘Man in the Mirror’. De cirkel is rond: ‘Van de Michael Jackson-imitatie als toegangsticket tot de vetpotten van de westerse wereld naar de Michael Jackson- imitatie als poging om in de spiegel te kijken.’ Ivo Kuyl analyseert hoe Haider Al Timimi in Ich bin wie du op zoek gaat naar zijn identiteit.