#168
15.05.2022
—
14.09.2022
bekijk op issuu
Hoe zag het theaterlandschap in Vlaanderen eruit toen de jonge Franz Marijnen midden jaren zestig zijn eerste stappen als regisseur zette? Welke invloed heeft de Poolse regisseur en theaterpedagoog Jerzy Grotowski op hem uitgeoefend? Waarom trok Marijnen begin jaren zeventig naar Amerika? Wat was Camera Obscura? Luk Van den Dries levert het antwoord in een stuk over de mythisch geworden jonge jaren van één de meest spraakmakende regisseurs van de voorbije vijftig jaar.
Groenten uit Balen, het theaterstuk van Walter van den Broeck, werd op 8 januari 1972, veertig jaar geleden, gecreëerd door het Brussels Kamertoneel in een regie van Johan Van der Bracht en Wim Meeuwissen. Scenarist Guido Van Meir en regisseur Van Mechelen hebben het toneelstuk – dat zich enkel in de huiskamer van de familie Debruycker afspeelt – op overtuigende manier ‘opengewerkt’ voor de film.
Hoe zag het theaterlandschap in Vlaanderen eruit toen de jonge Franz Marijnen midden jaren zestig zijn eerste stappen als regisseur zetten? Welke invloed heeft Jerzy Grotowski op hem uitgeoefend? Waarom trok Marijnen begin jaren zeventig naar Amerika? Wat was Camera Obscura? Een stuk over de mythisch geworden jonge jaren van één van de meest spraakmakende regisseurs van de voorbije vijftig jaar.
Bij Camera Obscura was hij iets minder lang, maar voor de rest besloegen zijn achtereenvolgende periodes bij het Ro Theater, als freelancer, in de KVS en bij Het Nationale Toneel telkens zeven jaar. ‘Ik vind het niet zo erg om ergens weg te gaan. Soms ben je uitverteld. Ik geloof ook niet in ensembles die voor eeuwig samenblijven.’
‘In Gent heb ik King Lear integraal laten spelen. Het mooiste was wel dat, toen Lear stierf de klok van Sint-Baafs twaalf keer sloeg. Dat was een cadeau. Als ik tekst had geschrapt, dan was dat niet gebeurd!
Lucinda Childs is een van de iconen van de Amerikaanse postmoderne dans. Onlangs was een remake van haar Dance – een verbluffende combinatie van live dans en gefilmde dans – uit 1979 in Vooruit en het Kaaitheater te zien. Pieter T’Jonck noemt het democratische barok. In dit stuk legt hij uit waarom.
Delphine Hesters brengt een reeks portretten van gulzige toeschouwers zonder professionele band met de podiumkunsten. Via een gesprek over hun traject speurt ze naar wat hen telkens weer naar het theater voert, welke plaats theater of dans innemen in een mensenleven en welke geschiedenis zich ontplooit in de persoonlijke terugblikken en reflecties. Fotografe Bieke Depoorter levert het beeld. Vorig seizoen brachten we een eerste reeks; deze aflevering opent een nieuwe reeks.
Sinds twintig jaar is Raimund Hoghe als choreograaf aan het werk. In Duitsland werd hij dit najaar gevierd met een heus festival en de publicatie van een boek. Begin januari zijn in het Brusselse Kaaitheater twee nieuwe stukken te zien. Franz Anton Cramer verbindt zijn werk met het schoonheidsbegrip van Friedrich Schiller en met de kern van het Japanse no-theater: verandering.
Naar jaarlijkse gewoonte hebben Voka (het Vlaams netwerk van ondernemingen), FARO (het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed) en 250 abonnees van Knack de prijs voor de meest verdienstelijke cultuurmanager van het jaar uitgereikt.
Op uitnodiging van het Vlaams-Nederlands huis deBuren hield Wouter Hillaert op 8 oktober in HETPALEIS een lezing over repertoire. Hoe staat het met het repertoiretheater in de Lage Landen? Waar komt de roep om meer repertoire vandaan? En wat willen theatermakers vertellen als ze met repertoireteksten aan de slag gaan? ‘Repertoire,’ zo vindt Wouter Hillaert, ‘is een hoge zaak: ideologisch, politiek, artistiek. Het is geen stukje spelen als een ander.’ We drukken de tekst van zijn lezing hierbij af en vroegen aan Tobias Kokkelmans en Klaas Tindemans om erop te reageren.
Frank Wedekind schreef de toneelstukken rond de wisseling van de 19de en de 20ste eeuw. G.W. Pabst maakte er in 1929 een film van, Alban Berg een opera die nooit helemaal werd afgewerkt. Patrice Chéreau en Pierre Boulez brachten in 1979 voor het eerst de voltooide opera op de planken. De Poolse regisseur Krysztof Warlikowski maakte in september een nieuwe enscenering voor De Munt. Deze Lulu is een krachttoer, zo vindt Tom Janssens.
Nieuwtje: er zijn in Nederland ook nog onafhankelijke theatermakers die wél subsidie krijgen. Wat heeft Laura van Dolron daarvoor moeten doen? Simpel: slim en direct theater maken, waarmee ze zowel het Haagse publiek charmeert als de Vlaamse kunstencentra infiltreert. Voor dat brede bereik heeft Van Dolron geen vast recept, maar wel terugkerende ingrediënten, waaronder boeddhisme, stand-up en voortdurende zelfkritiek. ‘Ik kan pas iets nieuws maken als ik mijn vorige stuk stom ben gaan vinden.’
Van Macbeth krijgt de wereld (of toch minstens de theaterwereld) nooit genoeg. Evelyne Coussens zag drie recente ensceneringen: door Theater FROE FROE, van Johan Simons bij Toneelgroep Amsterdam, en van Nevski Prospekt.
Wie tijdens de jongste editie van het Holland Festival Refuse the Hour bezocht van de gereputeerde kunstenaar William Kentridge, en geheel in lijn met die reputatie een politiek geëngageerde voorstelling verwachtte, kwam waarschijnlijk enigszins verward naar buiten. Hoezo, politiek?
Sommige theatermakers hebben een strak (carrière)plan, andere laten zich intuïtief meevoeren door wat er op hun pad komt. Alexander Devriendt van de Gentse theaterperformancegroep Ontroerend Goed sloot onlangs zijn trilogie met tienerjongeren af met de voorstelling All That Is Wrong.
Van de vele honderden tragedies die in het antieke Griekenland moeten zijn geschreven en opgevoerd, zijn er eenendertig min of meer volledig bewaard gebleven. Ze zijn niet allemaal even bekend en populair. Iedereen kent Oidipous, maar wie heeft ooit Ion of Helena op de planken gezien?
Wayn Traub doopte zijn nieuwe gezelschap Service To Others. Elke overeenkomst met het motto ‘At your service’ van Pim Fortuyn is natuurlijk compleet toevallig, maar er schuilt dezelfde handreiking naar de gemeenschap onder. Petrus wil minder zelfgericht zijn dan Wayn Traub, en zich ten dienste stellen van anderen, van de wereld ook. Net als Jezus ooit.
Sommige theatermakers hebben een strak (carrière)plan, andere laten zich intuïtief meevoeren door wat er op hun pad komt. Alexander Devriendt van de Gentse theaterperformancegroep Ontroerend Goed sloot onlangs zijn trilogie met tienerjongeren af met de voorstelling All That Is Wrong. Wellicht had hij daar vijfjaar geleden, toen eersteling Pubers bestaan niet (zoo7) werd gepresenteerd, nooit van durven dromen. Des te mooier is het om te zien hoe de drie producties, die en stoemelings uit elkaar lijken voortgesproten, steeds preciezer worden in hun mededeling, steeds exacter in hun vorm. All That Is Wrong is een uitgepuurd hoogtepunt, een sobere en ontroerende autobiografie én een biografie van de generatie die nu de wereld instapt.
‘WELKOM A.H.’ lichten fluorescerend blauwe letters in het donker op, dan is Calypso & the new cool kraak revival afgelopen. Onverwachts, want er zijn pas vijftig minuten voorbij en zoveel is er feitelijk nog niet gebeurd. Regisseur Lizzy Timmers biedt haar publiek een soort explosie aan van geacteerde en gezongen verhaalfragmenten en ter plekke opgebouwde beelden, en laat het daarna onverwachts in stilte achter. Hoewel ik als toeschouwer in eerste instantie watop mijn honger blijf zitten, lijkt het Timmers niet te gaan om het vertellen van een volledig verhaal, maar eerder om de ervaring van de leegte die overblijft. Waarom?
Little Black Spiders van Patrice Toye is een film waar je niet altijd met droge ogen naar kunt kijken. Ik kon dat in ieder geval niet. De film is ‘inspired by true events’, zo vernemen we vlak voor hij van start gaat. Die ware gebeurtenissen zijn de volgende: jonge vrouwen die ongewenst zwanger waren, konden onderduiken op de zolderverdieping van een ziekenhuis. Ze woonden er tot hun kindje geboren werd. De baby’s werden geadopteerd door kinderloze echtparen. Bij aankomst tekenden de jonge vrouwen een document waarin ze voor deze ‘transactie’ toestemming gaven. Veel uitleg kregen ze daar niet bij. En ze konden zich ook niet bedenken.
The Broken Circle Breakdown is de vierde langspeelfilm van Felix van Groeningen – na Steve+Sky (2004), Dagen zonder lief (2007) en De helaasheid der dingen (2009). De nieuwe film is gebaseerd op het (bijna) gelijknamige theaterstuk (*) van Johan Heldenbergh en Mieke Dobbels. Van Groeningen zag het stuk, was tot tranen toe geraakt en besloot het te verfilmen.